Vorige

Minimumpensioen voor meewerkende echtgenoten versoepeld

Op 20 juli werd een wetsontwerp goedgekeurd, waarin de toegang tot het minimumpensioen voor de meewerkende echtgenoot werd versoepeld.

Dit wetsontwerp moet nog goedgekeurd worden door het parlement. De vermoedelijke ingangsdatum van deze regeling is 1 januari 2023. Deze info is daardoor nog onder voorbehoud.

Achtergrond

Het maxistatuut bestaat sinds 1 januari 2003. Pas sinds die datum kunnen meewerkende echtgenoten eigen pensioenrechten opbouwen.  

Voor meewerkende echtgenoten, geboren tussen 1 januari 1956 en 31 mei 1968, stelt zich echter een probleem.

Ondanks de betaalde bijdragen in het maxistatuut, kunnen zij toch geen eigen pensioen krijgen. Waarom niet? Om recht te hebben op het minimumpensioen moet men 30 jaar activiteit bewijzen of 2/3de van een volledige loopbaan van 45 jaar.

De meewerkende echtgenoten, geboren tussen 1 januari 1956 en 31 mei 1968 kunnen niet aan 30 jaar activiteit geraken tegen de ingangsdatum van hun pensioen, tenzij ze ook nog zelfstandige, loontrekkende of ambtenaar geweest zijn. 

Op initiatief van Boerenbond en Ferm werd voor deze groep een oplossing uitgewerkt.

Inhoud van het wetsontwerp

Door dit wetsontwerp wordt de toegang tot het minimumpensioen mogelijk gemaakt voor de meewerkende echtgenoten, geboren tussen 1 januari 1956 en 31 mei 1968.

De voorwaarde van 2/3de loopbaan om toegang te krijgen tot het minimumpensioen, wordt voor hen niet berekend op een standaardloopbaan van 45 jaar, maar wel op een specifieke referentieloopbaan, namelijk van 1 januari 2003 tot en met het kwartaal voorafgaand aan de ingangsdatum van het pensioen.

De volgende jaren tellen mee om te bepalen of voldaan is aan de 2/3de loopbaanvoorwaarde:

  • jaren als werknemer
  • jaren als zelfstandige
  • jaren als meewerkende echtgenoot maxistatuut
  • activiteiten in het buitenland (EU of bilateraal verdrag)

Bij een gemengde loopbaan mag de som van het minimumpensioen uit de regeling voor zelfstandigen en het werknemerspensioen niet meer bedragen dan het minimumpensioen voor een volledige loopbaan. Is dat toch het geval, dan wordt het minimumpensioen als meewerkende partner verminderd. Maar het verminderd bedrag kan nooit lager liggen dan het pensioen, zoals berekend voor de optrekking tot het minimumpensioen.

Wie komt in aanmerking?

De nieuwe regeling geldt enkel voor meewerkende echtgenoten die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • geboren tussen 1 januari 1956 en 31 mei 1968;
  • geen recht hebben op een minimumpensioen als zelfstandige
  • minstens 1 kwartaal onderworpen aan het maxi-statuut tussen 1 januari 2003 en 30 september 2005
  • de loopbaan is minstens gelijk aan 2/3de van een specifieke referentieloopbaan

Een voorbeeld

Gekozen ingangsdatum pensioen is 1 januari 2025. De referentieperiode loopt van 2003 tot en met 2024. Dit zijn 22 jaren. 2/3de hiervan is 14,66.

De loopbaan van betrokkene in deze referentieperiode:

  • maxistatuut 2003 – 2015 = 13 jaren
  • werknemer 2022 – 2024 = 3 jaren

Totaal = 16 jaren

16 > 14,66  betrokkene bereikt dus een 2/3de loopbaan in de referentieperiode en heeft dus recht op het minimumpensioen

Inwerkingtreding

Het wetsontwerp voorziet 1 januari 2023 als ingangsdatum. Dat betekent dat je pensioen ten vroegste mag ingaan op 1 januari 2023 om in aanmerking te komen voor deze maatregel Deze ingangsdatum moet echter nog bevestigd worden in de definitieve wettekst.

Waar kan je terecht voor meer info?

Op dit ogenblik zijn de wetteksten nog niet definitief goedgekeurd. Het is dus nog te vroeg om advies te vragen in individuele dossiers. Hou echter onze website in de gaten. Wij laten je weten wanneer de regeling definitief is en waar je vanaf dan terechtkan met je vragen.

Deel dit artikel