Verenigingswerk uitgebreid naar de socio-culturele sector
Sinds 8 mei 2021 is verenigingswerk mogelijk voor bepaalde activiteiten in de amateurkunstensector en het sociaal-cultureel volwassenenwerk.
Algemeen kader van verenigingswerk
Na het arrest van het Grondwettelijk Hof waarin de regeling van het onbelast bijverdienen werd vernietigd, is voor het jaar 2021 een tijdelijke regeling voor verenigingswerk in voege getreden. Deze regeling was echter beperkt tot activiteiten verricht in de sportsector.
Het verenigingswerk wordt geregeld via een overeenkomst inzake verenigingswerk waarop bepaalde arbeidsrechtelijke regels (zoals arbeidsduur en pauzes) van toepassing zijn.
De organisatie die beroep doet op een verenigingswerker, moet eveneens een wettelijk bepaalde minimale vergoeding toekennen. Deze vergoeding volgt een gunstige (para)fiscale behandeling, op voorwaarde dat een maximum maand- en jaarbedrag wordt gerespecteerd. Dan geldt er slechts een solidariteitsbijdrage van 10% ten laste van de organisatie en een inhouding van belasting van 10% ten laste van de verenigingswerker zelf (deze inkomsten worden belast tegen een tarief van 20% maar dat komt in de praktijk overeen met 10% omdat de vaste kosten tot 50% worden afgetrokken). De activiteiten moeten aangegeven worden via een onlinedienst.
Verenigingswerk uitgebreid naar de socio-culturele sector
De lijst van activiteiten waarvoor verenigingswerk mogelijk is, is nu uitgebreid met twee bijkomende categorieën, namelijk:
- de artistieke of kunsttechnische begeleider in de amateurkunstensector, de artistieke en de cultuur-educatieve sector, en
- de verstrekker van opleidingen, lezingen, presentaties en voorstellingen over culturele, artistieke en maatschappelijke thema’s in de socioculturele, cultuur-, kunsteducatieve en kunstensector.
Op deze manier kunnen deze activiteiten – die ook al via de oude regeling van het verenigingswerk mogelijk waren – opnieuw onder het vernieuwde systeem van verenigingswerk worden uitgeoefend.
Deze uitbreiding geldt retroactief met ingang van 8 mei 2021, de datum vanaf wanneer opnieuw groepsactiviteiten met bezoekers, deelnemers, vrijwilligers en/of leden in de socio-culturele sector (onder meer repetities, workshops, vormingen, lezingen en optredens) toegestaan werden, als versoepeling ten gevolge van de coronapandemie. Tegelijk ondersteunt dat de betrokken verenigingen in de organisatie van hun activiteiten en vormt het een bijdrage aan een verdere normalisering van het dagelijkse leven.
Omwille van deze retroactieve inwerkingtreding, moeten deze activiteiten ook retroactief aangegeven worden via een onlinedienst.
Bron: Wet van 20 juli 2021 houdende uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 24 december 2020 betreffende het verenigingswerk, BS 23 juli 2021.