Indien u aan uw werknemer een bedrijfsvoertuig ter beschikking stelt dat niet enkel voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt, dient u hierop een CO2-bijdrage (solidariteitsbijdrage) te betalen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Deze CO2-bijdrage is een forfaitair bedrag dat afhankelijk is van het CO2-uitstootgehalte en het type brandstof van het voertuig. Het maakt daarbij geen verschil of de werknemer zelf financieel tussenkomt in de bedrijfswagen.
Om de CO2-bijdrage te berekenen zijn er een aantal formules bepaald. Deze zien er als volgt uit:
- voor benzinevoertuigen: [(Y x 9) – 768] : 12 x i
- voor dieselvoertuigen: [(Y x 9) – 600] : 12 x i
- voor voertuigen op LPG: [(Y x 9) – 990] : 12 x i
- voor elektrisch aangedreven voertuigen: 20,83 euro x i
In deze formules staat Y voor het CO2-uitstootgehalte in gram per kilometer, zoals vermeld in het gelijkvormigheidsattest of in het proces-verbaal van gelijkvormigheid van het voertuig of in de gegevensbank van de Dienst voor Inschrijving van Voertuigen.
Voor de bedrijfsvoertuigen waarvan de CO2-uitstoot niet gekend is, wordt bij deze berekening rekening gehouden met een CO2-uitstootgehalte van:
- 182 g/km voor benzinevoertuigen;
- 165 g/km voor dieselvoertuigen.
De uitkomst van elk van de formules moet minstens gelijk zijn aan 20,83 x i.
De bedragen worden vermenigvuldigd met i, de indexatiecoëfficiënt, die jaarlijks wordt aangepast. Voor 2018 moeten de bedragen vermenigvuldigd worden met de coëfficiënt 144,97/114,08 (= 1,2708). Uw maandelijkse CO2- bijdrage mag in 2018 dan ook niet minder dan 26,47 euro bedragen.
Deze indexatiecoëfficiënt zal nog bevestigd worden via de Administratieve instructies van de RSZ.