De regering heeft een akkoord bereikt over 28 maatregelen die impact hebben op de relatie tussen werkgevers en werknemers en dit op korte en lange termijn.
Maandag 23 juli 2018, om 22 uur, is de regering tot een akkoord gekomen over de begroting, maar ook over een pakket aan maatregelen die ze de jobsdeal noemen. Het gaat om 28 maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid. Het voornaamste doel is de creatie van jobs met aandacht voor de overvloed aan openstaande vacatures en in het bijzonder wat betreft de knelpuntberoepen.
Hieronder vindt u een overzicht van een aantal maatregelen uit het akkoord die u aanbelangen.
Luik opleiding
Om jobs in te kunnen vullen, is de regering bereid een aantal maatregelen te nemen die zich toespitsen op opleiding:
- Een soepeler scholingsbeding, dat werkgevers stimuleert om hun werknemers op te leiden. Het scholingsbeding laat een werkgever momenteel toe om, onder bepaalde voorwaarden, van de werknemer de terugbetaling te vragen van een deel van de opleidingskost wanneer hij ontslag neemt. Door een versoepeling van de voorwaarden, die momenteel zeer strikt zijn, zal de werkgever sneller geneigd zijn te investeren in de opleiding van nieuwe werknemers zonder bevreesd te zijn voor een spoedig vertrek eens de opleiding voltooid is.
- Het krediet aan tijdskrediet om opleiding te volgen, dat momenteel 36 maanden bedraagt, wordt verhoogd naar 48 maanden.
- Maatregelen die de werknemer aanmoedigen om een deel van zijn ontslagvergoeding te investeren in opleiding.
- Een financiële bijdrage van de overheid aan de oprichting van een opleidingspool voor de tewerkstelling in de bouwsector.
- Samenwerking met de paritaire comités over het opleidingsbeleid en de toewijzing van sectorale fondsen ter bevordering ervan en dit in het bijzonder voor knelpuntberoepen.
Maatregelen ten voordele van jonge werknemers
De regering heeft daarnaast besloten om de maatregel van de “starterjobs” verder uit te werken. Zoals we de afgelopen weken al schreven is deze maatregel officieel al in werking getreden, maar in de praktijk nog niet toepasbaar. De maatregel voorziet een daling van de loonkost voor de werkgever die een jongere zonder werkervaring aanwerft, zonder dat de jongere loonverlies lijdt.
Maatregelen ten voordele van oudere werknemers
Vanaf 1 januari 2019 zal het bovendien mogelijk zijn voor een individuele werknemer om een “zachte landingsbaan” aan te vragen bij zijn werkgever, zelfs wanneer de sector waarin ze actief zijn niets voorzien heeft. Het gaat om een maatregel met als doel werknemers die een zwaar beroep uitoefenen langer aan het werk te houden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk voor een werknemer die voornamelijk ’s nachts werkt om over te schakelen op een werkregime in de dag. Aangezien hij daardoor geen premies meer ontvangt voor nachtarbeid brengt dit een loonverlies met zich mee. De werkgever kan dit compenseren door een bijpas te betalen, die vrijgesteld is van sociale zekerheidsbijdragen en niet belast wordt. De “zachte landingsbanen” zijn op vandaag al mogelijk, zij het dan op sectoraal niveau en niet voor individuele gevallen.
In het regeringsakkoord is eveneens besloten om het systeem van SWT (het vroegere brugpensioen) aan te passen. Behalve het aanzetten tot vorming van werknemers in knelpuntberoepen (zoals hierboven vermeld) zouden er nog twee bijkomende maatregelen komen:
- vanaf 1 januari 2019, zou men 41 jaar loopbaan moeten aantonen om te voldoen aan de voorwaarden van cao 17;
- bovendien, in het kader van herstructurering, zou de leeftijd in 2019 verhogen naar 59 jaar en 60 jaar in 2020.
Het nieuwe akkoord zou eveneens de leeftijdsvoorwaarde om toe te treden tot tijdskrediet eindeloopbaan verhogen van 55 naar 60 jaar in 2019.
En dan zijn er nog andere maatregelen…
De regering wenst ook af te stappen van de huidige verloningsstructuur die op vandaag enkel gebaseerd is op het criterium leeftijd en anciënniteit.
Er bestaat eindelijk ook een akkoord over het mobiliteitsbudget. De bedoeling is om een werknemer die gebruik maakt van, of de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van, een bedrijfswagen aan te zetten om een groener transportmiddel te gebruiken door zijn voordeel van het gebruiken van een bedrijfswagen om te zetten in andere voordelen. Bijvoorbeeld, het combineren van een kleinere bedrijfswagen met een treinabonnement.
Het akkoord moet nog gefinaliseerd worden en besproken worden in de plenaire alvorens het effectief kan toegepast worden. Men zal dus vermoedelijk nog enkele maanden geduld moeten hebben alvorens de definitieve maatregelen, die deel uitmaken van dit akkoord, gekend zijn.
Acerta houdt u verder op de hoogte van de verdere evoluties van dit dossier.