De RSZ-verminderingen en het ‘misbruik’ ervan

24 april 2017

We lazen de voorbije weken in de pers dat ING zijn personeel dat ouder dan 55 is vraagt om thuis te blijven. Ze hoeven niet te komen werken, maar krijgen wel nog loon. Officieel zijn ze dus nog aan het werk, hoewel ze niet meer actief zijn op de werkvloer. Minister Muyters wil niet dat deze bedrijven dan toch nog van RSZ-verminderingen voor 55-plussers kunnen genieten. De doelstelling van deze maatregel is namelijk deze mensen aan het werk houden.

Wat is de RSZ-vermindering voor 55-plussers?

Al jaar en dag kan u als werkgever genieten van een financiële stimulans als u oudere werknemers in dienst houdt of aanwerft. Het gaat om kortingen op de sociale bijdragen die u elk kwartaal aan de RSZ moet betalen. De maatregel is sinds 2014 geregionaliseerd, waardoor de vier regio’s hun zegje kunnen doen over de doelgroep en het bedrag. In Vlaanderen is de korting grondig hervormd sinds 1 juli 2016.

  • Hebt u een 55-plusser in dienst?
    Dan geniet u van kortingen van 600 euro per kwartaal (55-59 jaar) of 1 150 euro per kwartaal (vanaf 60 jaar)
  • Werft u een 55-plusser aan die werkzoekend was?
    Dan geniet u acht kwartalen lang van hogere kortingen van 1 150 euro (55-59 jaar) of 1 500 euro (vanaf 60 jaar tot wettelijke pensioenleeftijd). Na deze acht kwartalen kan u verder blijven genieten van de kortingen beschreven onder het eerste puntje.

Wanneer kan u genieten van deze kortingen?

Naast de inhoudelijke voorwaarden die verschillen van maatregel tot maatregel en die het hebben over leeftijd, scholingsgraad of duur van werkzoekendheid bijvoorbeeld, is er een algemene regel die geldt voor alle doelgroepverminderingen.

De kortingsbedragen die bij de maatregel staan, zijn maximumbedragen per kwartaal. Ze worden geproratiseerd op basis van de effectieve prestaties van de werknemer in het kwartaal dat de vermindering wordt gevraagd. Wie minder dan 27,5 procent heeft gewerkt in het kwartaal, geeft geen recht meer op de korting. Tenzij deze persoon minstens een halftijdse arbeidsovereenkomst uitvoert. Maar zelfs dan zal de korting tot een minimum herleid worden. Bij het berekenen van de vermindering houdt men immers rekening met deze prestaties en met een correctiefactor. Hoe minder er gewerkt is in het kwartaal, hoe kleiner de korting.

Het ingrijpen van minister Muyters zal dus niet nodig zijn, aangezien de bedrijven die deze praktijk toepassen juridisch gezien geen recht meer hebben op de kortingen.

Voor meer informatie over de doelgroepverminderingen kan u terecht in afdeling 80 van de Sociale Gids op Trefzeker.

Deel dit juridisch nieuws en updates

Terug naar overzicht juridisch nieuws en updates