De werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten voor woon-werkverkeer afgelegd met de trein wijzigt vanaf 1 juli 2019. Vanaf 1 juli 2020 zal er bovendien een werkgeverstussenkomst verschuldigd zijn vanaf de eerste kilometer woon-werkverkeer afgelegd met de bus, tram, metro of waterbus.
In ons artikel van 3 mei 2019 legden we reeds al de details uit over de wijziging in vervoerskosten, maar we sommen de belangrijkste zaken hieronder nog even voor je op.
Wijzigingen treinabonnementen
We brengen nog even in herinnering dat de forfaitaire werkgeverstussenkomst voor treinabonnementen stijgt vanaf 1 juli 2019. De sociale partners hebben namelijk cao 19 octies vervangen door de opvolger, cao 19/9. In cao 19/9 is een nieuwe tabel opgenomen met forfaitaire bedragen die afhankelijk zijn van het aantal afgelegde kilometers. Deze tabel vind je binnenkort in afdeling 60 actuele bedragen in Trefzeker.
Wijzigingen ander openbaar vervoer
Indien je werknemer met een ander openbaar vervoermiddel dan de trein naar het werk komt (bv. tram, bus, metro, enz.) en hij betaalt een eenheidsprijs, dan bedraagt de werkgeverstussenkomst 71,8% van de effectief betaalde prijs. Dit bedrag mag niet meer bedragen dan de werkgeversbijdrage berekend op basis van de forfaitaire bedragen voor een afstand van 7 kilometer. Vroeger bedroeg dit maximum 30 euro, maar vanaf 1 juli 2019 zal dit volgens de nieuwe forfaitaire bedragen opgetrokken worden naar 34 euro.
Vanaf 1 juli 2020 is er een bijkomende verandering voor deze vervoermiddelen: de werkgeverstussenkomst zal verschuldigd zijn vanaf de eerste afgelegde kilometer. Tot 30 juni 2020 moet je maar tussenkomen in de gemaakte kosten voor verplaatsingen wanneer je werknemer meer dan 5 kilometer aflegt, berekend vanaf de vertrekhalte.
Bron: cao nr. 19/9 van 23 april 2019 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers