Sinds 1 april 2017 is het recht op tijdskrediet met een zorgmotief uitgebreid naar 51 maanden in plaats van 36 of 48 maanden in het verleden. De werknemer zal daarentegen slechts kunnen genieten van een uitkering van de RVA gedurende 48 maanden voor het opgenomen tijdskrediet met motief.
De eenvoudige verklaring hiervoor is dat de wetgever er niet in slaagde om de wetgeving omtrent het recht op uitkering tijdig aan te passen. De aangepaste koninklijke besluiten worden (voorlopig) pas verwacht tegen juni 2017.
U ontving reeds een aanvraag voor 51 maanden?
Een werknemer die bij u een tijdskrediet met zorgmotief aanvraagt voor 51 maanden, zal slechts een uitkering krijgen van RVA voor 48 maanden. 3 maanden zullen zonder uitkering zijn. Deze werknemer zal bovendien zijn 51 maanden recht op tijdskrediet uitgeput hebben en zal, eens het KB uitkeringen er is, geen aanspraak meer kunnen maken op een tijdskrediet met motief met uitkering.
Om dit ‘verlies’ van 3 maanden uitkering te voorkomen, kan uw werknemer zijn aanvraag doen voor 48 maanden en op het ogenblik dat het nieuwe KB van toepassing wordt een aanvraag doen voor een resterende periode van de 51 maanden.
Deed uw werknemer reeds een aanvraag voor 51 maanden, dan is er nog niets verloren. Hij zal opgeroepen worden door RVA om met hem deze mogelijkheden te bespreken. U kan dan in onderling overleg met uw werknemer toestaan dat de bestaande aanvraag vervangen wordt door een nieuwe aanvraag voor 48 maanden zodat hij later toch de resterende periode met uitkering kan bekomen.
Algemene informatie over tijdskrediet kan u lezen in afdeling 12.II van de Sociale Gids.
Bron:
Onderrichting RVA nr. 170231/1 betreffende het tijdskrediet met motief, de discrepantie tussen het recht op verlof en het recht op onderbrekingsuitkeringen… van 7 april 2017.