De uitkeringen tijdelijke werkloosheid zullen tot het einde van het jaar slechts onderworpen zijn aan een inhouding van 15% bedrijfsvoorheffing, in plaats van de klassieke 26,75%.
Tijdens de coronacrisis hebben veel werkgevers gebruik gemaakt van de (versoepelde) mogelijkheid om tijdelijke werkloosheid in te voeren voor hun werknemers. Werknemers die tijdelijk werkloos zijn ontvangen een werkloosheidsuitkering en, indien ze tijdelijk werkloos zijn wegens overmacht omwille van corona, een aanvulling van 5,63 euro per dag. Beide bedragen zijn ten laste van de RVA en worden uitbetaald door een uitbetalingsinstelling (Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen of vakbond). Sommige sectoren voorzien ook in de betaling van een supplement (door de werkgever of door het Fonds), in andere gevallen betaalt de werkgever vrijwillig een aanvulling bij de werkloosheidsuitkering. Standaard zijn deze (extra)wettelijke uitkeringen in het kader van tijdelijke werkloosheid onderworpen aan een inhouding van bedrijfsvoorheffing van 26,75%.
Tijdelijke tariefverlaging
De regering besliste recent om het tarief van de uitkeringen tijdelijke werkloosheid ten laste van de RVA te verlagen. Hierdoor houden tijdelijk werklozen maandelijks een hoger nettobedrag over van hun uitkering. De tariefverlaging heeft dus enkel betrekking op de wettelijke uitkeringen (betaald door de Hulpkas of de vakbond). Voor de supplementen die je als werkgever betaalt, wijzigt het tarief niet.
Deze verlaging van het tarief is tijdelijk. Ze geldt slechts voor de uitkeringen die worden betaald in de periode van 1 mei 2020 tot het einde van dit jaar en die bovendien betrekking hebben op dagen tijdelijke werkloosheid die vallen in deze periode (dus niet voor de uitkeringen die betrekking hebben op dagen tijdelijke werkloosheid in april maar die pas in mei betaald werden).
Alle soorten tijdelijke werkloosheid
In de wetgeving wordt het tarief voor de wettelijke uitkeringen tijdelijke werkloosheid verlaagd, zonder verder onderscheid. Hoewel deze verlaging kadert in de corona-maatregelen van de regering is de toepassing ervan dus niet beperkt tot de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van corona. Ook alle andere soorten tijdelijke werkloosheid (economische redenen,…) komen in aanmerking, tot eind 2020 uiteraard.
Enkel verlaging op niveau van de bedrijfsvoorheffing
De aanpassing van de fiscale inhouding die verschuldigd is op deze uitkeringen geldt enkel op het niveau van de bedrijfsvoorheffing, dus voor de berekeningen doorheen het jaar. De ingehouden bedrijfsvoorheffing zal na afloop van het jaar verrekend worden met de verschuldigde eindbelasting.
In de eindbelasting werd de fiscale behandeling niet gewijzigd. De uitkeringen zullen progressief belast worden, net zoals het gewone loon en de eventuele supplementen die de werkgever of het fonds betalen in het kader van de tijdelijke werkloosheid. Naargelang zijn situatie kan de werknemer eventueel aanspraak maken op (een gedeelte van) de belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen.
Bron: Wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, BS 11 juni 2020.