In december zal er een wijziging worden doorgevoerd voor de verplaatsingen in de bouwsector (pc 124).
Het sectoraal akkoord van de bouwsector voorziet in een reeks maatregelen die voornamelijk zijn gericht op de verhoging van de koopkracht van de werknemers. Maar de sector ging nog een stap verder: er werden ook wijzigingen voorzien voor de mobiliteitsvergoedingen van arbeiders.
Wat is de mobiliteitsvergoeding?
De mobiliteitsvergoeding is een vergoeding die wordt betaald voor de verplaatsingskosten van de werknemers naar de werven en die losstaat van de verplaatsingsvergoeding. Die verplaatsingsvergoeding is enkel bestemd voor de terugbetaling van de kosten die zijn verbonden aan de verplaatsing van werknemers, terwijl de mobiliteitsvergoeding tevens een vergoeding is voor de tijd die de werknemers besteden aan deze verplaatsingen naar de verschillende werven. Meer informatie over deze mobiliteitsvergoeding vind je in hoofdstuk 20.8.2 van je sectorale Gids op Trefzeker.
Wat verandert er op 1 december?
Er zijn verschillende wijzigingen voorzien voor december 2019:
- Verhoging van de mobiliteitsvergoeding;
- Een nieuwe mobiliteitsvergoeding voor de chauffeurs die alleen rijden;
- Verhoging van de fietsvergoeding;
- Een nieuwe vakantiedag, namelijk de mobiliteitsdag;
- Een mobiliteitsvergoeding voor jongeren met een alternerende opleiding.
Deze wijzigingen zijn door de sector aangekondigd, maar nog niet geformaliseerd in een officieel gepubliceerde CAO. Deze informatie wordt daarom verstrekt onder voorbehoud van een andere officiële publicatie van de sociale partners.
Bepaalde mobiliteitsvergoedingen worden verhoogd
De mobiliteitsvergoeding wordt vanaf december 2019 met 20% verhoogd. Deze vergoeding is afhankelijk van de afgelegde afstand per dag. De nieuwe bedragen die van toepassing zijn op arbeiders die een ander vervoersmiddel dan de trein gebruiken en die zelf geen voertuig besturen zijn de volgende :
Werkelijk totale afgelegde afstand |
Mobiliteitsvergoeding |
0 - 59 km |
0,0619 euro |
60 - 77 km |
0,0676 euro |
78 - 103 km |
0,0700 euro |
104 - 129 km |
0,0724 euro |
130 - 155 km |
0,0773 euro |
156 - 207 km |
0,0818 euro |
208 - 259 km |
0,0844 euro |
260 km en meer |
0,0868 euro |
De mobiliteitsvergoeding voor arbeiders die personeel vervoeren naar andere werkplaatsen zou ook moeten worden verhoogd tot 0,1579 euro. Hoewel de sociale partners tot een akkoord zijn gekomen voor deze verhoging, heeft de RSZ zijn maxima hier nog niet op afgestemd. In de praktijk is het daarom beter om te wachten op de beslissing van de RSZ voor de aanpassing van de maximumbedragen voordat u de nieuwe vergoeding toepast.
De mobiliteitsvergoeding voor arbeiders die zich verplaatsen met de trein blijft ongewijzigd en bedraagt bijgevolg nog steeds 0,0870 euro/km.
Een nieuwe mobiliteitsvergoeding voor de chauffeurs die alleen rijden
Er was al sprake van een verhoogde mobiliteitsvergoeding voor de arbeiders die personeel vervoeren van en naar de werkplaats buiten de werkuren, met een wagen die ter beschikking wordt gesteld door de werkgever. Deze mobiliteitsvergoeding werd ook wel “chauffeursvergoeding” genoemd. Deze vergoeding blijft bestaan.
Voortaan wordt er een nieuwe mobiliteitsvergoeding voorzien voor de arbeiders die, op vraag van hun werkgever, zich alleen naar een werf verplaatsen met een bedrijfswagen en waarvoor geen collectief vervoer mogelijk is. De bedragen van deze mobiliteitsvergoeding zijn ook afhankelijk van de afgelegde afstand. Ze worden bepaald als volgt:
Werkelijk totale afgelegde afstand |
Mobiliteitsvergoeding |
0 - 59 km |
0,0650 euro |
60 - 77 km |
0,0710 euro |
78 - 103 km |
0,0735 euro |
104 - 129 km |
0,0760 euro |
130 - 155 km |
0,0812 euro |
156 - 207 km |
0,0859 euro |
208 - 259 km |
0,0886 euro |
260 km en meer |
0,0911 euro |
Verhoging van de fietsvergoeding
De arbeiders die zich verplaatsen met de fiets hebben recht op een fietsvergoeding ter vervanging van de verplaatsings- en de mobiliteitsvergoeding.
Deze fietsvergoeding wordt verhoogd tot 0,24 euro/km vanaf 1 december 2019 (in plaats van 0,22 euro).
De mobiliteitsdag
Alle arbeiders die op jaarbasis (periode van januari tot december) 43.000 km of meer afleggen, hebben voortaan recht op een “mobiliteitsdag”.
De werknemer kan deze “mobiliteitsdag” opnemen in onderling akkoord met de werkgever en dit ten laatste op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de werknemer deze afstand van 43.000 km of meer heeft afgelegd gedekt door een mobiliteitsvergoeding.
De werkgever dient het gebruikelijke loon voor deze “mobiliteitsdag” te betalen aan de werknemer. De mobiliteitsdag moet enkel worden betaald indien de werknemer deze dag effectief opneemt.
Een mobilteitsvergoeding, ook voor jongeren met een alternerende opleiding
De mobiliteitsvergoeding is voortaan ook verschuldigd aan jongeren die een overeenkomst ondertekenden in het kader van een alternerende opleiding.
Meer informatie over de mobiliteitsvergoeding en de verplaatsingsvergoeding vind je in hoofdstuk 20.8 van je sectorale Gids.