De basisprincipes van vakantie en vakantiegeld

Wie werkt, heeft recht op betaalde vakantiedagen. Je brutoloon wordt immers verminderd met bijdragen die ervoor zorgen dat je recht krijgt op betaalde vakantie. Hoeveel vakantiedagen en hoeveel vakantiegeld je krijgt is wettelijk geregeld. Je werkgever moet deze regels naleven. Er zijn rekenregels over de vakantiedagen en rekenregels over het vakantiegeld.

Hoe bouw ik vakantierechten op?

Door te werken. Alle gewerkte dagen en een aantal periodes die een gelijkstelling opleveren, moet je werkgever samentellen. Per volledig gewerkt jaar heb je recht op 20 betaalde vakantiedagen. Zo kan het dus zijn dat je start met werken in de loop van het jaar, niet voltijds werkt of stopt met werken in de loop van het jaar. Dan heb je geen recht op 20 dagen vakantie, maar op een stuk ervan.
Maar je kan deze vakantierechten telkens pas opnemen in het volgende jaar. Elk jaar moet je dus vakantierechten opbouwen voor het jaar erna . Wie start met werken na zijn studies of na een lange periode zonder werk zal dus geen vakantie kunnen nemen in datzelfde jaar. In het voorgaande jaar werd namelijk niets opgebouwd. 

Hoe kan ik genieten van deze vakantierechten?

Als je het vorige jaar hebt gewerkt, kan je dit jaar vakantie opnemen. Per vakantiedag die je opneemt moet je werkgever je loon verder betalen. Daarbovenop krijg je één keer per jaar een toeslag van 92 procent van je maandloon. Dat is het dubbel vakantiegeld. Ook bij de berekening van dit dubbel vakantiegeld wordt rekening gehouden met je prestaties van het voorgaande jaar.

Wat als ik stop met werken?

Je staat een stuk van je brutoloon af voor het recht op vakantie. Als je ontslagen wordt of zelf uit dienst gaat, ben je deze rechten niet kwijt. Omdat je misschien niet onmiddellijk terug aan het werk kan en deze dagen dan niet zal kunnen opnemen in tijd, worden deze uitbetaald in geld.

Deze uitbetaling bestaat uit twee stukken. In het jaar van je ontslag kon je namelijk vakantie opnemen die je het jaar voordien had opgebouwd. De dagen die je niet hebt kunnen opnemen, worden uitbetaald. Misschien krijg je zelfs nog dubbel vakantiegeld als je dat nog niet gekregen had. Dit noemen we het saldo aan vakantiegeld. Daarbovenop krijg je nog een voorschot. Dit voorschot dekt de dagen die je aan het opbouwen was in het jaar van je ontslag. Met je uitdiensttreding krijg je dus een grote som geld uitbetaald. Maar denk eraan, als je nog vakantie wil opnemen bij je nieuwe werkgever, zal je dit geld deels moeten teruggeven. Alle gegevens over deze betalingen staan op het vakantieattest dat je werkgever zal meegeven bij je uitdiensttreding.

Wat als ik een nieuwe job begin?

In je nieuwe job kan je natuurlijk ook genieten van de vakantiedagen die hebt opgebouwd. Je vakantierechten gelden namelijk over al je werkgevers heen. Maar als je de dagen die je had opgebouwd nog wil opnemen, moet je wel de sommen die je bij je vorige uitdiensttreding hebt gekregen teruggeven. Waarom? Omdat je recht hebt op vakantie, maar enkel of in tijd of in geld. Niet op de twee manieren. Aan jou de keuze.

Er zijn twee mogelijkheden:

  1. Je start al in je nieuwe job in hetzelfde jaar als je uitdiensttreding bij je vorige werkgever. Je kan dan nog de vakantiedagen opnemen die je bij je vorige werkgever tegoed had. Je geeft dan het vakantieattest af waarop al de nodige gegevens staan. Dit trekt je nieuwe werkgever af van het loon dat hij normaal aan jou zou moeten doorbetalen als je vakantie opneemt. Het volgende jaar mag je nieuwe werkgever het vakantieattest over het voorschot aan vakantiegeld verrekenen.
  2. Je start in je nieuwe job het jaar volgend op het jaar van je uitdienst bij je vorige werkgever. Dan mag je nieuwe werkgever enkel de bedragen op het vakantieattest over het voorschot aan vakantiegeld verrekenen.

Na de verrekening kan het zijn dat je nog een beetje loon uitbetaald krijgt. Maar je werkgever mag nooit meer aftrekken van je loon dan dat hij zelf zou betaald hebben als je je vorige job bij hem had gewerkt. Zo beschermt de wetgeving je tegen de situatie dat je nieuwe werkgever minder zou betalen dan de vorige. Het zou niet eerlijk zijn als hij je zuurverdiende vakantiegeld mocht aftrekken en uiteindelijk zelfs niets meer moest betalen.

We maken alles duidelijker met een voorbeeld. Een bediende begon na zijn studies te werken bij werkgever A op 1 juli 2019. Na twee jaar gaat hij uit dienst. We bekijken twee verschillende situaties.

  • Hij start onmiddellijk in een nieuwe job bij werkgever B
  • Hij start pas op 1 januari 2022 in een nieuwe job bij werkgever C
Werkgever A Werkgever B Werkgever C
2019    

Beginnen werken op 1/07/2019

Geen vakantie

   
2020    

Recht op 10 dagen vakantie

Recht op dubbel vakantiegeld
(maandloon x 92% x 6/12)

   
2021    

Recht op 20 dagen vakantie

Recht op dubbel vakantiegeld
(maandloon x 92% x 12/12)

 

Uit dienst op 30/06/2021

Vakantieattest:
-Saldo vakantiedagen 2021
-Voorschot vakantierechten 2022

Beginnen werken op 1/07/2021

Recht op saldo dagen vakantie

Verrekening vakantieattest “saldo”

 
2022    
  Recht op 20 dagen vakantie
Verrekening attest “voorschot”

Beginnen werken op 1/01/2022

Recht op 10 dagen vakantie

Verrekening attest “voorschot”