Vorige

Corona-effect op tewerkstelling horeca

23 juli 2020
Helft vast horecapersoneel in juni nog tijdelijk werkloos en jobs gehalveerd
Geen flexijobbers meer en helft minder jobstudenten

Brussel, 23 juli 2020 – In juni stond de helft van de vaste horeca-werknemers op tijdelijke werkloosheid. Dat is nog altijd een grote groep, maar er was voor het eerst in maanden wel een daling van het aantal tijdelijk werklozen in de sector. Bovendien is het aantal jobs in de horeca ten opzichte van de topmaand januari van dit jaar gehalveerd in juni (van 138,3% tewerkstelling naar een schamele 71,5%). Cafés en restaurants werden duidelijk zwaarder getroffen dan hotels en andere verblijfaccommodaties met respectievelijk 69,2% en 97,2% van de tewerkstelling. De flexijobbers en jobstudenten zijn het grootste slachtoffer van de coronacrisis. Dat alles blijkt uit een sectoranalyse van hr-dienstenleverancier Acerta op basis van de werkelijke gegevens van een representatieve steekproef van 10.000 werknemers in dienst bij meer dan 2.400 horeca-werkgevers.

Leestijd: Later lezen?
Voor corona 38% meer vaste jobs dan in 2019, tijdens corona 28,5% minder

De horeca was een groeiende sector, tot corona. Nemen we januari 2019 als maatstaf, dan was de tewerkstelling in de horeca in februari 2020, de laatste pre-coronamaand, 32% gestegen. Die groei manifesteerde zich niet onder de vorm van flexi- of studentenjobs, het aandeel daarvan bleef nagenoeg gelijk, het ging wel degelijk over meer vaste jobs.

Figuur 1: tewerkstelling horeca met januari 2019 als referentiemaand; aandeel flexi, student, tijdelijke werkloosheid

Figuur 1: tewerkstelling horeca met januari 2019 als referentiemaand; aandeel flexi, student, tijdelijke werkloosheid

Maar toen – in maart 2020 - kwam corona en moest de horeca de deuren sluiten. De tewerkstelling daalde navenant. Niet alleen werd de groei van een heel jaar tenietgedaan, in april 2020 zakte de tewerkstelling zelfs 23% onder referentiemaand januari 2019, nl. naar 77,2%. Tegenover topmaand januari van dit jaar, is de tewerkstelling in de horecasector in juni, het dieptepunt, zelfs nagenoeg gehalveerd, die ging van 138,3% naar 71,5% (tegenover referentiemaand januari 2019), -48,3% dus. Cafés en restaurants werden zwaarder getroffen dan hotels en andere verblijfaccommodaties: respectievelijk 69,2% en 97,2% van tewerkstelling in referentiemaand januari 2019.

Flexijobs weg, studentenjobs gehalveerd, 68% vast personeel tijdelijk werkloos

Direct getroffen door de lockdown was de zogenaamde flexibele schil van de horecasector: de flexi- en de studentenjobs. In vergelijking met referentiemaand januari 2019 gingen de flexijobs in april 2020 van een aandeel van 22% naar 3,9%, naar een verwaarloosbaar aandeel dus. En de studenten gingen van 31,8% naar 15,7%, een halvering. 67,9% van de vaste medewerkers kreeg in april te maken met tijdelijke werkloosheid van één dag of meer.

Veerkracht van de horecasector redt jobs

Leen Smeets, Juridisch adviseur Kenniscentrum Acerta: “Het is not done om vast personeel op tijdelijke werkloosheid te zetten en ondertussen flexijobbers of studenten in dienst te houden. Als een vaste medewerker taken van een tijdelijk contract kan overnemen, is dat wat eerst gebeurt – vandaar de onmiddellijke impact op de flexibele schil. Maar dat we niet naar nul procent flexi- en studentenjobs zijn gegaan en zelfs naar 100% tijdelijke werkloosheid, heeft vooral te maken met de veerkracht van de sector, met horeca-activiteiten die ondanks de pandemie toch doorgingen of waarnaar zaken zijn overgeschakeld, denk aan restaurants die afhaalmenu’s voorzagen. Zo bleef er dus wel keukenpersoneel aan de slag, en koeriers. Vooral die laatste zijn niet zelden studenten.

Juni 2020 dieptepunt tewerkstelling maar ook keerpunt tijdelijke werkloosheid

Het signaal van de voorbije maand juni 2020 is nog dubbel: enerzijds is de tewerkstelling naar een dieptepunt gezakt (71,5% vs. januari 2019), anderzijds zijn minder horecawerknemers tijdelijk werkloos geweest dan in maart, april en mei.

Leen Smeets: “Als we herstel mogen verwachten, dan moeten we dat ook eerst zien in de tijdelijke werkloosheidscijfers. Pas als die zullen zijn gedaald, zullen we flexijobbers en studenten naar de horeca zien terugkomen. De tijdelijke werkloosheid is nu al wel minder in juni: nog “maar” 50,8% van de vaste horecamedewerkers had ermee te maken. Het tij lijkt dus stilaan te keren.

Flexijobbers: first out, last in

Leen Smeets: “De verwachting voor de komende maanden is dat de tijdelijke werkloosheid in de horeca verder zal dalen. De zomermaanden zijn immers klassieke topmaanden voor het toerisme en voor de horeca en dat effect zal zelfs in coronatijden blijven spelen. Wellicht zien we ook weer studenten bijspringen. Zij die het eerste zijn uitgevallen, nl. de flexijobbers, zullen wellicht ook het laatst terugkeren. Het verlies van hun bijverdienste zien deze flexibele medewerkers niet gecompenseerd.

Ter herinnering: onbeperkt RSZ-vrijstelling 1e werknemer nog tot eind 2020

Leen Smeets: “Nog iets wat opvalt in onze cijfers, is de tewerkstellingspiek in januari. Deel van de verklaring daarvoor zou kunnen zijn: het besef dat 2020 het laatste jaar is van de onbeperkte RSZ-vrijstelling voor een eerste werknemer. We maken van de gelegenheid graag gebruik om de horeca daaraan te herinneren, voor wie het relevant zou kunnen zijn. Het onbeperkte RSZ-voordeel vervalt in 2021, er rest nog een half jaar om daarvan eventueel nog te profiteren.

 

Over de cijfers

De analyse is gebaseerd op de werkelijke gegevens van een representatieve steekproef van 10.000 werknemers in dienst bij 2.400 horeca-werkgevers en werd uitgevoerd op 6 juli 2020.

Deel dit artikel