Vragen als journalist?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker
T +32 478 27 93 62
E Sylva.De.Craecker@acerta.be
Brussel, 6 december 2020 – De Belgen zijn de laatste jaren meer gaan beseffen dat ze niet voor altijd bij hun huidige job of bedrijf zullen blijven. Door corona is die trend nog versneld, zo blijkt uit onderzoek van hr-dienstenbedrijf Acerta en onderzoeksbureau Indiville bij ruim 2000 medewerkers. Amper 37% van de bevraagden verwacht binnen vijf jaar nog goed bij zijn/haar werk te passen en 36% bij de huidige werkgever. En nog opvallend: slechts één op de drie Belgen denkt dat hij op korte termijn zijn werk nog graag zal blijven doen. Acerta roept organisaties op om in de krappe arbeidsmarkt meer in te zetten op jobrotatie: collega’s die (tijdelijk) elkaars job uitoefenen.
Werknemers geloven de laatste jaren steeds minder dat ze voor lange tijd bij hun huidige job of werkgever zullen blijven. Almaar meer medewerkers vinden het minder vanzelfsprekend dat ze binnen vijf jaar even inzetbaar zullen blijven. Bij de medewerkers jonger dan 35 jaar is dat besef het grootst. Gemiddeld meent 37% van alle werknemers dat ze over 3 à 5 jaar nog goed bij hun werk zullen passen. Bijna 2 op 3 meent dus dat actie nodig is. In 2018 was meer dan de helft – 58% - er nog gerust in dat de match tussen henzelf en hun job er nog wel een paar jaar zou zijn. Gelijkaardige resultaten krijgen we voor de stelling ‘Ik zal binnen 3 à 5 jaar nog bij mijn huidige werkgever passen’: amper 36% heeft er vertrouwen in (tegenover 54% twee jaar geleden). Nog stuitender: slechts één op drie verwacht zijn werk nog met plezier te doen binnen een aantal jaar. En amper drie op de tien denkt over vijf jaar even goed te presteren dan nu. Twee jaar geleden waren dat er nog zes op de tien.
Figuur 1: Wat verwachten werknemers als ze naar de toekomst (3 à 5 jaar van hier) kijken?
Tom Vlieghe, Director Acerta Consult: “Medewerkers erkennen dat ze niet zomaar inzetbaar en tevreden zullen blijven als vandaag. Dat dit bewustzijn groter is bij jongere medewerkers dan bij oudere is logisch. De jongsten beginnen pas aan hun loopbaan. Jongere medewerkers hebben ook meer zicht op groei in hun carrière. Maar ook algemeen is het besef gegroeid dat een loopbaan niet automatisch oneindig en vlak is. Werknemers beseffen dat er iets zal moeten gebeuren om over 3 à 5 jaar nog dezelfde tevredenheid te vinden in de samenwerking met de werkgever. Corona heeft die trend nog versneld, maar de stap naar actie is vaak nog niet genomen. Een veranderproces gaat eigenlijk in fasen, van ontkenning over acceptatie naar actie. We zien hier dat we in de fase van acceptatie zijn aanbeland.”
2 op 3 medewerkers mag zich er dan wel van bewust zijn dat inzetbaarheid zonder actie niet duurzaam is, zelf neemt de Belg nog maar zelden actie. Integendeel, de cijfers van deze grootschalige werknemersbevraging tonen minder initiatief dan in 2018. 1 op 3 denkt wel na over de eigen loopbaan en probeert de eigen capaciteiten optimaal in te zetten, maar de toekomst lijkt hen nog veraf. 30% van de medewerkers zegt aan zelfstudie te doen. Als er zich een project aandient zou 1 op 4 (25%) medewerkers zich kandidaat stellen voor een taak die hun huidige overstijgt. Dat is een beter resultaat dan in 2018.
Figuur 2: Actie van werknemers om hun inzetbaarheid te verduurzamen
En er valt nog winst te halen, blijkt uit de antwoorden van de werknemers. De helft van hen meent dat hun werkgever best een goed zicht heeft op enerzijds de sterktes en anderzijds de ontwikkelpunten van de werknemer, maar 18% gaat ervan uit dat de werkgever daar totaal geen idee van heeft.
Figuur 3: Stellingen i.v.m. huidige inzetbaarheid van medewerkers
Tom Vlieghe: “78% van de medewerkers meent van zichzelf wel te weten waar ze goed in zijn en waar ze nog vooruitgang kunnen boeken. Er zal natuurlijk altijd een verschil zijn tussen wat mensen van zichzelf menen te weten en wat ze veronderstellen dat anderen van hen weten. Maar dat bijna 1 op 5 medewerkers er nogal zeker van is dat hun talenten niet tot bij de werkgever doordringen, is de moeite om bij stil te staan. De positieve kant hiervan is dat er voor werkgevers misschien nog wel 18% potentieel te ontdekken valt onder de eigen mensen.”
Tom Vlieghe: “Duurzame inzetbaarheid is een gedeelde verantwoordelijkheid: het is evident dat je als individu zelf aan het stuur wil zitten van je eigen loopbaan. Dat wil zeggen dat je zelf ook inspanningen levert en initiatief neemt. Anderzijds heeft de werkgever dat talent ook broodnodig, en dus heeft hij alle belang bij de toekomstige inzetbaarheid ervan. Ook als het ownership bij het individu ligt, kan de werkgever een belangrijke rol spelen in het faciliteren en stimuleren van duurzame inzetbaarheid. En er zijn wel degelijk mogelijkheden om de drempels daarnaar te verlagen. Natuurlijk is het oké om bijvoorbeeld vacatures eerst intern bekend te maken, maar het mag wat meer zijn: taakverrijking, jobrotatie... Laat collega’s bijvoorbeeld - desnoods tijdelijk - elkaars job doen. En ook interne doorstroming wordt nog te vaak op de korte termijn bekeken. Nochtans zal het blijven uitdagen en ontwikkelen van de eigen werknemers voor heel wat bedrijven erg belangrijk zijn om op de krappe arbeidsmarkt hun beste profielen te behouden.”
Over de cijfers
De gegevens komen van het tweejaarlijkse grootschalig onderzoek dat ACERTA door het onderzoeksbureau Indiville laat uitvoeren bij medewerkers, er waren 2.072 respondenten. Het betreft een representatieve steekproef van de arbeidsmarkt op basis van de recentste cijfers van Statbel. Deze bevraging is de spiegelenquête van het tweejaarlijks onderzoek van ACERTA onder werkgevers in 2019 en liep van 1 tot 21 september 2020.
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker
T +32 478 27 93 62
E Sylva.De.Craecker@acerta.be