Meer informatie?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker
T +32 478 27 93 62
E Sylva.De.Craecker@acerta.be
Contacteer ons
Brussel, 10 oktober 2019 – Het aantal Belgen dat na een periode van afwezigheid op het werk door ziekte of ongeval deeltijds terug aan de slag gaat bij zijn werkgever, verdubbelde bijna op 5 jaar tijd. Vandaag hervatten 1,92% van de zieke werknemers het werk progressief. Dat stelt hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van zijn cijfers voor 2018 vast. Er zijn wel grote regionale verschillen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is koploper met 2,33% zieken die het werk geleidelijk heropneemt. En ook tussen grote en kleine bedrijven zijn er duidelijke verschillen. Bij grote bedrijven zijn er dubbel zoveel progressieve werkhervattingen als bij de kleinste werkgevers. Nog positief is dat het aantal ontslagen wegens medische overmacht daalt: 3,14% van de contracten van onbepaalde duur werden om die reden in 2018 beëindigd.
Een op twee werknemers in België valt in een jaar al eens uit door ziekte of ongeval. Dat kan gaan over enkele dagen maar soms ook veel langer. Van de arbeidsongeschikte werknemers hervat 1,92% of 1 op 50 het werk bij zijn werkgever progressief (cijfers 2018). Dat wil zeggen dat werknemers niet meteen weer 100% hervatten, maar in stappen terug aan de slag gaan. Vier jaar eerder, in 2014 maakte de Belg van de mogelijkheid tot progressieve werkhervatting veel minder gebruik: slechts 1,07% hernam het werk toen gedeeltelijk.
Figuur 1: Percentage van zieken dat gebruikmaakt van progressieve werkhervatting (2014 en 2018)
Het Vlaams Gewest volgt het nationale gemiddelde met 1,91%, in het Brussels Hoofdstedelijk wordt van progressieve werkhervatting meer, namelijk 2,33% gebruikgemaakt. In het Waals Gewest minder, namelijk 1,38%.
Karen Van den Bergh, Senior Consultant Acerta: “Sinds eind 2016 bestaat een formele re-integratieprocedure die werkgever en werknemer kunnen gebruiken om het traject naar een werkhervatting te vergemakkelijken. Sinds april 2018 veranderden de regels rond de uitkering bij progressieve werkhervatting. Werknemers die progressief het werk hernemen krijgen voortaan steeds een uitkering voor de dagen dat ze nog ziek blijven. De uitkering werd afhankelijk gemaakt van het percentage dat de werknemer het werk hervat. Beide wijzigingen in de regelgeving hebben een positief effect op het aantal progressieve werkhervattingen.”
Net niet de helft – 49,71% - van zij die het werk progressief hervatten bij hun werkgever, heeft dat binnen de 90 dagen (3 maanden) gedaan. Kijken we wat het cumulatieve deel is van arbeidsongeschikte werknemers die binnen de 6 maanden het werk progressief heeft hervat, dan komen we uit op een kleine driekwart (73,14%). Maar misschien nog het opvallendste is dat bijna 10% van wie het werk in stappen hervat, daarmee start na meer dan een jaar afwezig te zijn geweest.
Figuur 2: progressieve werkhervatting 2018, spreiding en cumulatief
Het werk progressief hervatten is niet gereserveerd voor bepaalde ongeschiktheden. In principe kan het voor alles, maar de adviserende arts van de mutualiteit moet er wel de goedkeuring voor geven. Die kan dat doen voor een duur van maximaal twee jaar. Een eventuele verlenging hangt weer van het oordeel van de arts af. Het voordeel van progressieve werkhervatting is dat een werknemer en de arts niet meteen moeten beslissen over volledig fit zijn of niet. Soms is dat ook de realiteit: na ziekte ben je niet ineens weer helemaal de oude, je wordt geleidelijk beter. Het werk geleidelijk hernemen is dus de logica zelf in bepaalde situaties.
Het percentage werknemers dat na een ziekte of ongeval het werk progressief hervat stijgt met de grootte van de werkgever. In de grootste ondernemingen komt progressieve werkhervatting zelfs dubbel zo vaak voor als in de kleinste.
Figuur 3: Percentage van zieken dat gebruikmaakt van progressieve werkhervatting, volgens grootte onderneming
Karen Van den Bergh, Senior Consultant Acerta: “Progressieve werkhervatting is een vorm van hr-individualisering. Wanneer en hoeveel een zieke werknemer het werk best hervat, vraagt een geïndividualiseerde aanpak en dus een inspanning, die grotere ondernemingen gezien hun organisatie wellicht makkelijker voor elkaar krijgen. Maar ziektes en ongevallen maken geen onderscheid in grootte van onderneming, ook de één of twee werknemers van een kleine werkgever weten zich helaas niet gevrijwaard van pech die ervoor zorgt dat ze – tijdelijk of definitief – het werk niet kunnen hernemen in het regime waarin ze vroeger werkten. Omdat het principe van progressieve werkhervatting alleen maar de logica van herstel volgt, kan progressieve werkhervatting in elke onderneming aangewezen zijn. Eventueel met enige assistentie zouden alle ondernemingen, ook de kleinste, deze vorm van hr-individualisering moeten kunnen voorzien.”
Soms lukt het werk hervatten niet, zelfs niet gedeeltelijk of in een andere functie. Of is er geen andere functie beschikbaar bij de werkgever. Wanneer het officiële traject van re-integratie is doorlopen zonder succes, kan een contract dus toch op zijn einde lopen. We spreken dan van overmacht om medische redenen. 3,14% van de contracten van onbepaalde duur die in 2018 zijn beëindigd waren in dat geval. Dat is lager dan de jaren daarvoor. Bovendien doet de daling zich in alle segmenten voor, met één uitzondering: de bedienden. De relatieve stijging daar naar 2,31% is wel absoluut het laagste percentage van alle segmenten. Het hoogste percentage einde van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht vinden we terug in de social profit: 5,12%.
Karen Van den Bergh van Acerta: “We zien toch vooral een bevestiging van het positieve effect van de wetgeving omtrent re-integratie zoals die eind 2016 is ingegaan. Ook inzake het aantal werknemers wiens arbeidsovereenkomst een einde neemt omwille van medische definitieve overmacht. Bovendien dient de werkgever in het scenario waarin hij een einde maakt aan de tewerkstelling op grond van medische definitieve overmacht sinds dit voorjaar een outplacementbegeleiding aan te bieden om in zetten op de re-activatie van zieken op de arbeidsmarkt.”
Figuur 4: Overmacht medische redenen, % van beëindigde contracten onbepaalde duur
Over de cijfers
De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van werknemers in dienst bij meer dan 32.000 werkgevers uit de private sector, waartoe kmo’s en grote ondernemingen uit zowel profit als social profit sectoren behoren. Alle zieken die minder dan een jaar afwezig waren en alle progressieve hervattingen van 2014 tot en met 2018, werden in kaart gebracht.
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker
T +32 478 27 93 62
E Sylva.De.Craecker@acerta.be
Contacteer ons