Elk kwartaal betaal je een voorlopige bijdrage op basis van je netto beroepsinkomen van drie jaar terug. Zijn je werkelijke inkomsten gekend? Dan wordt dat bedrag automatisch herzien. Je past dan het verschil tussen de voorlopige en definitieve bijdragen bij, of trekt het surplus terug – een meevaller!
Zijn je inkomsten van het lopende jaar vergelijkbaar met dat van drie jaar geleden? Dan betaal je best het voorgestelde bedrag. Tóch mag je naar eigen goeddunken je sociale bijdragen aanpassen. Wees dan wel voorbereid op de gevolgen, waarover hieronder meer.
Sociale bijdrage verhogen
Loopt je zaak op wieltjes? Heb je meer klanten en inkomsten dan een paar jaar terug? Dan is het slim om hogere sociale bijdragen te betalen.
De extra stortingen belanden in een spaarpotje dat je zelf beheert tijdens het lopende jaar. Tot 31 december mag je geld storten én opnemen, daarna kan je enkel nog bijstorten en moet je voor een terugbetaling wachten tot aan de regularisatie.
Let op: je kunt enkel bijbetalen als er geen openstaande schulden meer zijn.
Stel dat je voorlopige bijdragen betaalt van 800 euro, berekend op een jaarinkomen van 15 000 euro. Na een vliegende start schat je in maart je jaarinkomen op 30 000 euro. Dan verdubbel je het best ook je sociale bijdragen. In september blijkt dat je je inkomsten overschat hebt: je komt wellicht maar rond de 20 000 euro uit. Geen nood: tot 31 december kun je een deel van het gestorte bedrag recupereren.
Het mooiste nieuws? De hogere bijdragen leveren je een resem voordelen op:
Je bouwt reserves op voor de regularisatie en vermijdt zo een onaangename herziening.
Je verlaagt je inkomsten – en bijgevolg je belastingen – omdat je sociale bijdragen fiscaal aftrekbaar zijn
→ Reken hier via onze berekeningstool na of je voldoende bijdragen betaalt
Sociale bijdrage verlagen
Zit je activiteit in een dip? Zorgen bepaalde omstandigheden voor lagere inkomsten? Dan mag je je voorlopige sociale bijdragen berekend op je inkomsten van drie jaar geleden laten aanpassen zodat ze beter overeenkomen met de verwachte inkomsten van het lopende jaar. Dit kan onder de volgende voorwaarden:
Je kan een duidelijke oorzaak voorleggen - persoonlijk of beroepsgebonden: een bevalling, ziekte of ongeval, een crisis in je sector, verlies van een grote klant … .
Je kan deze oorzaak staven met objectieve bewijzen: een doktersattest, krantenknipsels, boekhoudkundige stukken, …
De verlaging gebeurt op basis van wettelijk vastgelegde drempels, die afhangen van de bijdragecategorie waartoe je behoort. Je inkomsten moeten dus tot onder een bepaalde drempel dalen om een lagere bijdrage te kunnen betalen. Je vindt deze drempels op onze aanvraagformulieren:
Opgelet: vraag je een vermindering van je voorlopige bijdragen aan en blijkt achteraf, op basis van je werkelijke beroepsinkomsten, dat je toch te weinig betaalde? Dan wordt er van overheidswege een kwartaalverhoging van 3% en een jaarverhoging van 7% aangerekend. Die verhoging kan in totaal oplopen tot ongeveer 20%.
→ Reken hier via onze berekeningstool na of het nodig is om je bijdragen te verlagen
Hetzelfde geldt voor een gelijkstelling met bijberoep. In principe betaal je dan lagere sociale bijdragen, tenzij je inkomsten hoger liggen dan de toegestane grens. Betaal bij twijfel minstens de minimumbijdrage van het hoofdberoep. Zo vermijd je verhogingen.
Je bijdragen aanpassen aan je inkomsten
Antwoorden op de meestgestelde vragen rond het verhogen of verlagen van je sociale bijdragen.
Als je aanvraag tot vermindering geweigerd wordt, dan is dat meestal omdat je geen of onvoldoende objectieve elementen aangebracht hebt waaruit de daling van je inkomsten blijkt.
Je kan na een weigering altijd een nieuwe aanvraag indienen met de juiste bewijsstukken. Zorg ervoor dat deze bewijsstukken duidelijk aantonen :
dat je inkomsten van dit jaar lager zullen liggen dan die van drie jaar geleden.
dat je inkomsten van dit jaar onder één van de wettelijke drempels liggen
Iedere zelfstandige betaalt 20,5% op zijn jaarinkomsten. Dit geldt ook als je geen volledig jaar gewerkt hebt. Het resultaat wordt verdeeld over het aantal kwartalen waarin je een beroepsactiviteit had. Dit noemen we de ‘proratisering’ van het beroepsinkomsten.
Een voorbeeld:
Je hebt een zelfstandige activiteit gedurende 3 kwartalen en je hebt een jaarinkomen van 15.000 euro.
Berekening van de jaarbijdrage
15.000 euro x 20,5% = 3.075 euro. Per kwartaal betaal je 1.025 euro.
Berekening via de proratisering
15.000 euro x 4/3 = 20.000 euro x 5,125% x 3 kwartalen = 3.075 euro
In een aantal gevallen is er een verschil in jouw voordeel. Dat gebeurt als een deel van je inkomsten door de proratisering in een gunstigere inkomstensschijf zit.
Soms betaal je door de proratisering ook een hogere bijdrage. Dat is het geval als je op basis van je jaarinkomsten de minimumbijdrage verschuldigd bent, maar door de proratisering boven de minimumbijdrage uitkomt.