Vorige

Laatste twee jaar forse stijging van aantal buitenlandse werknemers in de zorg

14 maart 2024

Opvallende tendens, aangezien aantal niet-Belgen in andere sectoren stagneert

Brussel, 14 maart 2024 – 1 op de 10 werknemers in de zorgsector (10,2%)  heeft niet de Belgische nationaliteit. Dat zijn er een kwart meer (23%) dan twee jaar geleden en maar liefst 63% meer dan tien jaar geleden. Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstenbedrijf Acerta van de gegevens van 36.000 werknemers uit de zorgsector tijdens de Week van de Zorg. Dat het aandeel niet-Belgen in de zorg blijft toenemen, is opmerkelijk, aangezien in andere sectoren het aantal buitenlandse arbeidskrachten wat lijkt te stagneren.“Zorg- en verpleegkundigen blijven grote knelpuntberoepen, waardoor het voor zorginstellingen belangrijk blijft om buiten de landsgrenzen geschikt talent te zoeken”, aldus Acerta.

Leestijd: Later lezen?

Aandeel niet-Belgische werknemers in de zorg blijft stijgen

De voorbije jaren waren er steeds meer werknemers met een buitenlandse nationaliteit actief op de Belgische arbeidsmarkt. Zo kwamen er de voorbije tien jaar bijna 30% niet-Belgische werknemers bij. Vorig jaar blijkt die tendens wat te stokken, zo tonen de meest recente cijfers van Acerta.  Over alle sectoren heen zien we een krimp(je) van 0,8%. Eén sector springt uit de band: in de zorgsector blijft het aantal werknemers met een buitenlandse nationaliteit wel toenemen. Op twee jaar tijd zijn er een kwart meer buitenlanders aan de slag gegaan. In vergelijking met 10 jaar geleden zijn er nu al 63,4% meer niet-Belgen actief in de sector.

Werknemers, verhouding Belg/niet-Belg en van de niet-Belgen EU/niet-EU + relatieve evolutie, Zorgsector en alle sectoren, 31 december van 2014-2023

Figuur 1: Werknemers, verhouding Belg/niet-Belg en van de niet-Belgen EU/niet-EU + relatieve evolutie, Zorgsector en alle sectoren, 31 december van 2014-2023

Groei ondanks de drempels van taal, cultuur en diploma

Sabine Goossens, hr-experte bij Acerta Consult: “Dat het aantal buitenlanders in de zorg blijft toenemen, is opmerkelijk als je de cijfers vergelijkt met die van andere branches. Tegelijk zijn er ook verklaringen voor: de zorg heeft in de eerste plaats al jaren duidelijk een kleiner aandeel niet-Belgen. Er zijn verschillende redenen waarom niet-Belgische werknemers in de zorg moeilijker aan de slag geraken dan in andere sectoren. Taal is cruciaal in zorginstellingen. Patiënten willen vlot begrepen worden en de zorgverlener wil de vraag ook zeker goed verstaan om correct te kunnen handelen. Bovendien is voor nogal wat jobs in de zorg een specifiek diploma vereist en diploma’s van buiten de Europese Unie moeten eerst worden gehomologeerd. Maar ondanks al die drempels zien we het aandeel niet-Belgische werknemers in de zorgsector nog steeds toenemen. Verpleeg- en zorgkundige blijven knelpuntberoepen,  en dus is het voor zorginstellingen van het grootste belang om ook buiten de landsgrenzen te kijken om het juiste talent te vinden en zo de arbeidskrapte op te vangen.”

Meer niet-Belgische arbeiders dan niet-Belgische bedienden

Een andere opvallende vaststelling: vooral in het statuut van arbeider zijn veel niet-Belgen actief in de zorg. 23% van de arbeiders in de sector heeft een andere nationaliteit. Bij de bedienden gaat het om amper 9%. Arbeiders doen vaak taken die minder met directe zorg te maken hebben, bv. poetsen, taken in de keuken of op de technische dienst. Daar spelen taal, cultuur en diploma veel minder een rol en dus zien we onder de arbeiders in de zorg een groter aandeel niet-Belgen.

Figuur 2: Arbeiders en bedienden in de zorg, verhouding Belg/niet-Belg en van de niet-Belgen EU/niet-EU + relatieve stijging, 31 december 2014-2023

Figuur 2: Arbeiders en bedienden in de zorg, verhouding Belg/niet-Belg en van de niet-Belgen EU/niet-EU + relatieve stijging, 31 december 2014-2023

Sabine Goossens: “De rol van de taalbarrière zien we ook hier: in onze Waalse provincies is het aandeel niet-Belgen systematisch groter is dan in de Vlaamse provincies. Dat het Franse taalgebied buiten België groter is dan het Nederlandse, maakt de drempel naar werk in Vlaanderen groter dan naar werk in Wallonië.”

Vooral Nederlandse en Franse werknemers

Van de buitenlandse werknemers in de zorg die uit de EU komen, vormen de Nederlanders (26,1%), Fransen (22,2%), Duitsers (10,2%), Polen (8,6%) en Roemenen (8,3%) de top 5. Verder kom je in onze woonzorgcentra, ziekenhuizen, revalidatiecentra en andere zorginstellingen uit niet-EU-landen vooral werknemers tegen uit Marokko (13,3%), Congo (8,8%), Turkije (3,8%), Kameroen (3,5%) en Rwanda (3,1%).

EU en niet-EU-landen in de zorg en over alle sectoren, 31 december 2023

Figuur 3: EU en niet-EU-landen in de zorg en over alle sectoren, 31 december 2023

Sabine Goossens: “De best vertegenwoordigde EU-landen in de zorg zijn nagenoeg dezelfde als wat we zien over alle sectoren heen. Wel staan in de zorg de Duitse werknemers in de top vijf, ten koste van de Bulgaren die een plaats in de globale top vijf hebben. Onder de niet-EU-landen zien we een vertegenwoordiging van heel veel landen, Marokko (13,3%) en Congo (8,8%) staan wel afgetekend bovenaan. Hun aandeel is de laatste twee jaar nog een stuk verder gestegen. Wat verder opvalt als we de zorg naast alle sectoren leggen is dat in de zorg de Oekraïners niet in de top-5 staan. Ook daar durven we te veronderstellen dat de taal een cruciale rol speelt. Nu meer Oekraïense oorlogsvluchtelingen aangeven dat ze in ons land willen blijven waardoor ze harder inzetten op het leren van de taal, is het zeker uitkijken naar de evolutie van de vertegenwoordiging van Oekraïners in de zorg.”

Over de cijfers

De verzamelde, geanonimiseerde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van meer dan 360.000 werknemers in dienst bij meer dan 29.000 werkgevers uit de private sector, waarvan 36.000 werknemers in de zorgsector. Gezien de mix van regio’s, geslacht, leeftijd, enz. kunnen we stellen dat de bestudeerde dataset representatief is voor de Belgische arbeidsmarkt.

Deel dit artikel