Vorige

Recordaantal jongeren vertrok dit jaar al bij werkgever

01 september 2023

Brussel – 1 september - Nog nooit zeiden er zoveel jongeren hun job vaarwel als dit jaar. Het aantal arbeidscontracten van -25-jarigen dat in 2023 verbroken werd, ligt 41% hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Toen was er al een enorme stijging (+135%) ten opzichte van de jaren voordien. Wanneer de contracten van jongeren ontbonden worden, gebeurt dat vooral in onderling overleg tussen werknemer en werkgever. Ook opvallend: de jongeren zijn op het moment van hun vertrek gemiddeld gezien wel langer in dienst dan een paar jaar geleden. Dat alles blijkt uit een analyse van hr-dienstverlener Acerta op basis van de gegevens van meer dan 12.000 jongeren (-25 j) actief in meer dan 5.000 Belgische bedrijven. “Voor bedrijven is het in een competitieve arbeidsmarkt nooit zo belangrijk geweest als nu om goed in te spelen op de behoeften van jongere werknemers”, aldus Acerta.

Leestijd: Later lezen?

Van een Great Resignation – de grote ontslaggolf in de VS de voorbije jaren – kunnen we niet echt spreken in ons land. Maar de ontslagcijfers bij jongeren breken wél records. Sinds begin dit jaar zijn al 40,8% meer werknemers jonger dan 25 jaar vertrokken op hun job dan in dezelfde periode vorig jaar. En toen hadden we al een recordstijging (+135% in vergelijking met 2021) achter de rug.

uitstroom jongeren

Tabel 1: Contractverbrekingen bij jongeren onder de 25 – vergelijking 2023 en vorige jaren

Vertrek in onderling overleg

Het zijn vooral de jongeren zelf die hun job opzeggen, zo blijkt uit de cijfers. In 43,5% van de gevallen nam de werknemer zelf het initiatief. Dat is echter een lichte daling in vergelijking met vorig jaar (-12,3%). In 38,5% van de gevallen werd het contract ontbonden met wederzijds akkoord (+13,4% in vergelijking met vorig jaar). In zo’n 18% van de gevallen ging de werkgever over tot ontslag.

 

contractverbrekingen jongeren onder 25

Tabel 2: Contractverbrekingen bij jongeren onder de 25 – initiatief werknemer vs. werkgever

Kathelijne Verboomen, arbeidsexperte van Acerta Consult: “De min-25-jarigen zijn nog meer dan vroeger een kritische generatie die aan het stuur willen zitten van hun loopbaan. Verschillende onder hen zijn tijdens of na corona aan een nieuwe job begonnen. Ze hebben meteen moeten leren om te telewerken en op die manier – zonder fysiek aanwezig te zijn op de werkvloer – de nodige ervaring op te doen. Het is dus niet verwonderlijk dat velen nu beslissen om te kijken of het gras elders groener kan zijn. De arbeidsmarkt is bovendien nog steeds krap en bedrijven zijn volop op zoek naar jong talent. Jongeren beseffen dat ze veel kansen zullen krijgen. We zien daarom ook dat het initiatief bij het beëindigen van een contract veel meer bij de werknemer zelf ligt, in vergelijking met de periode voor en tijdens de coronacrisis.”

Jongeren langer in dienst

Tot slot nog een opvallende vaststelling: op het moment van hun vertrek zijn jongeren beduidend langer in dienst bij hun werkgever dan vroeger. Wie zijn job de afgelopen maanden opzegde, was gemiddeld 1,27 jaar in dienst. Dat is opmerkelijk langer dan pakweg in 2021 of 2020 (0,8 jaar). In Brussel zijn de -25-jarigen duidelijk langer in dienst vooraleer hun contract ontbonden wordt (1,4 jaar), in vergelijking met Vlaanderen (1,27 jaar) en Wallonië (1,17 jaar).

anciënniteit jongeren uitdiensttreding

Tabel 3: anciënniteit van jongeren bij uitdiensttreding – Vlaanderen, Brussel en Wallonië

Kathelijne Verboomen: “Veel jongeren maken een switch van een job die praktische voordelen biedt op korte termijn naar een loopbaan die duurzaam is op de lange termijn, met meer carrièremogelijkheden en flexibiliteit. Bedrijven die de war for talent willen winnen, zetten dus best in op duurzame loopbanen met een langetermijnperspectief, opleidingen en doorgroeimogelijkheden. Waar jongeren ook heel veel aandacht aan schenken, is hoe duurzaam hun werkgever te werk gaat, hoeveel aandacht die heeft voor hun (mentaal) welzijn en wat een bedrijf doet om een haalbare balans tussen werk en privé te bewerkstelligen. Anderzijds zijn er ook veel jongeren die na enige tijd opnieuw gaan studeren, de transitie is dus niet alleen werk-werk, maar ook werk-studie”

 

Over de cijfers

De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van een set van 12.000 jongeren in dienst bij zo’n 5.000 Belgische bedrijven uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. 

De analyse is de afgelopen 5 jaar uitgevoerd op dezelfde groep van werkgevers, waardoor ze een goed beeld geeft van de evoluties omtrent het vertrek van jongeren.  

Deel dit artikel