De Federale regering hervormde recent het belastingvoordeel dat je kan genieten indien je (dichte) familieleden bij jou thuis opvangt. Deze wijziging geldt vanaf het aanslagjaar 2022. Het is echter nog wachten op de vertaling van deze hervorming in de regels voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing doorheen het jaar.
Groter financieel voordeel….
Wie vanaf het inkomstenjaar 2021 een familielid in huis neemt om voor die persoon te zorgen (mantelzorg), zal in zijn aangifte in de personenbelasting van een hoger financieel voordeel kunnen genieten. Dit voordeel neemt de vorm aan van een verhoging van de belastingvrije som. Dit is het gedeelte van het belastbaar inkomen dat niet belast wordt. Standaard bedraagt de belastingvrije som in het inkomstenjaar 2021 9 050 euro. Een hogere belastingvrije som betekent dus een groter deel van het netto belastbaar inkomen dat uiteindelijk niet belast zal worden.
In het inkomstenjaar 2020 bedroeg het fiscaal voordeel voor wie een ouder familielid (65-plusser) in huis nam 3 270 euro (inkomstenjaar 2020). Vanaf het inkomstenjaar 2021 zal de verhoging van de belastingvrije som 4 940 euro bedragen. Een aanzienlijke verhoging dus.
…voor een beperktere groep
Belastingplichtigen kunnen deze bijkomende belastingvrijstelling alleen nog maar genieten als het gaat over een zorgbehoevende (groot)ouder, broer of zus ouder dan 65 jaar. Om te bepalen of iemand al dan niet zorgbehoevend is, wordt gekeken naar zijn graad van zelfredzaamheid. Een verminderde zelfredzaamheid van ten minste 9 punten is hiervoor vereist. De methode om dit vast te stellen is dezelfde als die om het recht op een integratietegemoetkoming na te gaan. Familieleden die niet (voldoende) zorgbehoevend zijn, geven dus niet langer recht op deze verhoging. Zij vallen voortaan onder de “restcategorie” van de andere personen ten laste (d.w.z.: verhoging van de belastingvrije som met 1 650 euro, inkomstenjaar 2021).
Bovendien is de regel dat de toeslag verdubbeld wordt indien het gaat over een familielid met een zware handicap (o.b.v. de criteria vermeld in artikel 135 WIB 92) geschrapt indien aanspraak gemaakt kan worden op de verhoging van 4 940 euro.
Optrekking leeftijdsgrens
De leeftijd van de personen ten laste die recht geven op deze verhoging zal bovendien geleidelijk aan worden opgetrokken tot:
- 66 jaar vanaf 2025 – aanslagjaar 2026, en
- 67 jaar vanaf 2030 – aanslagjaar 2031.
Overgangsregeling voor wie dit voordeel al ontvangt
Gezien de verstrengde voorwaarden (vereiste van zorgbehoevendheid) zullen een heel aantal belastingplichtigen niet langer van dit (verhoogde) fiscaal voordeel kunnen genieten. Om de gevolgen van deze wijziging te verzachten werd een overgangsregeling ingevoerd.
Wie voor deze hervorming al oudere familieleden opving die niet aan deze strengere voorwaarden voldoen, zal nog tot en met het inkomstenjaar 2024 van de vroegere toeslag kunnen genieten (tenzij de nieuwe regeling voordeliger is).
Toepassing in de bedrijfsvoorheffing
Aangezien de bedrijfsvoorheffing de voorafbetaling is van de personenbelasting die verschuldigd zal zijn op het beroepsinkomen, worden maatregelen die een impact hebben op de personenbelasting normaal gezien steeds doorgetrokken naar de regels voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing doorheen het jaar. Deze regels worden verzameld in Bijlage III.
Tot op heden is er echter nog geen wijziging aangebracht aan deze Bijlage III. Hierdoor kan deze gewijzigde wetgeving nog geen uitwerking krijgen bij de berekening van de bedrijfsvoorheffing.
Bron:
Programmawet 20 december 2020, BS 30 december 2020, gewijzigd door de Wet van 16 maart 2021 houdende bepalingen inzake gezinsfiscaliteit en de stopzetting van het permanent systeem inzake fiscale en sociale regularisatie, BS 23 maart 2021, Err. BS 29 maart 2021.