Vorige

In Antwerpen combineert 1 op 5 auto en fiets voor woon-werkverkeer

31 januari 2019
Leestijd: Later lezen?

Antwerpenaar meest fiets-actieve werknemer

Brussel, 31 januari 2019 – Meer dan ooit combineren Belgische werknemers verschillende transportmodi. Ruim 11 % van de Belgische werknemers combineert de auto met de fiets, in Antwerpen is dat zelfs 19,3 %, dankzij de populariteit van de tweewieler, waar 39 % regelmatig gebruik van maakt. Toch blijft koning auto het populairst, weliswaar almaar vaker aangevuld. Met de fiets dus. Maar ook het openbaar vervoer wordt beetje bij beetje populairder. Terwijl de populariteit van de bedrijfswagen na vele jaren van vooruitgang nu, in 2018, stagneert. Deze en meer interessante bevindingen over woon-werkverkeer blijken uit de vierde mobiliteitsbarometer van hr-dienstenverlener Acerta.

Het was de vierde jaarlijkse Acerta-Mobiliteitsbarometer op rij en dit zijn daarvan de opvallendste conclusies voor 2018:

  • Voor zijn verplaatsing tussen het werk en thuis gaat de Belgische werknemer steeds vaker voor een combinatie van vervoermiddelen. En het liefst combineert hij de auto met de fiets: in Antwerpen gebruikt 19,3 % beide om de verplaatsing tussen woonplaats en werkplaats te maken.
  • De populariteit van de fiets zet zich verder door. Met 38,7% fietsende werknemers in 2018, scoort Antwerpen nog hoger dan het nationale gemiddelde van 26,4%, wat op zich alweer een stijging met + 8,9 % was.
  • De auto blijft wel het populairste vervoermiddel: 73,6 % gaat minstens regelmatig met de auto naar het werk.
  • 19,6 % van de Antwerpse bedienden krijgt een bedrijfswagen ter beschikking die hij ook kan gebruiken om naar het werk te rijden. Dat is een bijna-stagnering tegenover de vorige jaren.
  • Nationaal is de grootste stijger na de fiets, het openbaar vervoer. In Antwerpen is 7,1% van de werknemers een regelmatige gebruiker.
  • In 2018 blijft de gemiddelde afstand die een Antwerpse werknemer aflegt lager dan de nationale 19 km, nl. een kleine 16,5 km.
Evolutie woon-werkverkeer 2018 versus 2017 in Antwerpen_acerta

Fig. 1: evolutie woon-werkverkeer 2018 versus 2017 Antwerpen – combinaties inbegrepen

1 op 5 combineert auto met fiets

53,7 % van de Antwerpse werknemers rijdt elke dag met de auto naar het werk, nog altijd een meerderheid dus, maar een niptere meerderheid dan de vorige jaren. Meer werknemers kozen in 2018 bewuster voor de manier waarop ze de verplaatsing naar het werk maken. Afhankelijk van de omstandigheden kiezen zij ervoor om de wagen te gebruiken of om voor een ander vervoermiddel te kiezen. En de populairste combinatie is die van auto en fiets, zeker in Antwerpen.

Sommigen combineren dagelijks: ze halen na de langste kilometers te hebben gereden de (plooi)fiets uit de koffer; anderen combineren volgens de omstandigheden van het moment: blijft het droog of moeten ze die dag niet via de crèche, dan gaan ze op de fiets. In 2018 regelde bijna 1 op 5 Antwerpse werknemers (19,3 %) het woon-werkverkeer op die manier. Als we het aantal werknemers bekijken dat - minstens gedeeltelijk of soms - de wagen gebruikt voor de verplaatsing naar het werk, dan blijft die wel het populairste, met 73,6 % of 3 op 4.

De bedrijfswagen niet (meer) het ultieme lokaas

De populariteit van de auto houdt natuurlijk ook verband met de populariteit van de bedrijfswagen. In 2018 had 19,6 % van de Antwerpse werknemers er een, exact ook het nationale gemiddelde. Kim Dekeyser, kantoordirecteur Antwerpen: “De vorige jaren was er een duidelijke toename van het aantal bedrijfswagens, maar in 2018 is er een stagnering en dat is wel degelijk nieuws. We zien 2 mogelijke verklaringen.

De gunstige economische conjunctuur heeft geleid tot een belangrijke groei in de tewerkstelling. Deze groei doet zich in belangrijke mate ook voor bij bedienden die traditioneel eerder uitvoerende taken op zich nemen en niet in aanmerking komen voor een firmawagen. Anderzijds staan meer nieuw aangeworvenen kritischer tegenover de firmawagen dan hun voorgangers. De firmawagen is niet noodzakelijk meer hét te bekomen voordeel in een “onderhandeling” over loon- en arbeidsvoorwaarden. Belangrijker voor een werknemer is bijvoorbeeld dat de werkgever aan de werknemer aanbiedt om zelf een invulling te geven aan een deel van zijn verloning in functie van zijn of haar specifieke behoeften en dan is mobiliteit hiervan een onderdeel.

We zijn ervan overtuigd dat werknemers die potentieel in aanmerking komen voor een firmawagen, als het wetsontwerp inzake mobiliteitsbudget goedgekeurd zal worden in het Parlement, vragende partij zullen zijn bij hun werkgever om dit omgezet te krijgen in een mobiliteitsbudget waarmee ze dan zelf hun mobiliteit kunnen organiseren op de manier die het best aan hun behoefte beantwoordt. En dat zal dan dikwijls een keuze zijn voor een kleinere en CO² vriendelijkere wagen in combinatie met de fiets, het openbaar vervoer of deelsystemen”.

Ruim 1 op 3 fietst

De opmars van de fiets in het traject van en naar het werk begon al in 2011 en zet zich ook in 2018 verder door. In 2018 koos 26,4 % van de Belgische werknemers regelmatig voor de fiets, alweer een toename, nu met 8,9 % tegenover vorig jaar. Het fenomeen van de fietsende werknemer is in Antwerpen zelfs nog populairder: 38,7% fietst er regelmatig naar het werk. Antwerpen is daarmee de provincie met de meest fiets-actieve werknemers. En alle leeftijden fietsen, zo leren ons de details van de mobiliteitsbarometer. Dat zelfs de 63-plussers meedoen, daar zal de grote populariteit van de elektrische fiets wel voor iets tussen zitten.

Kim Dekeyser: “Aanschuivend op de Ring rond Antwerpen of in een andere  file beginnen werknemers zelf naar haalbare oplossingen te zoeken. Van CEO’s en hr-directeurs horen we dat hun werknemers steeds vaker vragen naar (elektrische) bedrijfsfietsen. Werkgevers reageren hierop door in een cafetariaplan te voorzien waarin werknemers een deel van hun loon op een andere manier dan cash kunnen invullen.

Mobiliteit is in de meeste cafetariaplannen een belangrijk onderdeel. In verschillende bedrijven worden zelfs cafetariaplannen opgebouwd waarin alleen mobiliteitsoplossingen worden aangeboden. Naast upgrades en downgrades van de firmawagen of de mogelijkheid voor werknemers om de keuze te maken voor een wagen die hen door de werkgever ter beschikking wordt gesteld (de zogenaamde cafetariawagens) voorzien heel veel cafetariaplannen in de optie van een bedrijfsfiets.

Deze kan dan door de werknemer gebruikt worden voor zijn privé-verplaatsingen, maar moet ook op regelmatige wijze gebruikt worden voor de verplaatsing woonplaats-werk. En de fietsers hebben ook de overheden mee: niet alleen staat de wetgeving rond het mobiliteitsbudget op stapel, overheden op alle niveaus zetten ook in op infrastructuur die het aangenamer en veiliger maakt om de fiets te gebruiken.”

7 % springt op trein-tram-bus

Al in 2017 was er een lichte toename in de interesse in het openbaar vervoer. In 2018 kwam je weer wat meer werknemers regelmatig tegen op trein, tram, bus of metro, voor de provincie Antwerpen was dat 7,1%. Het blijft een bescheiden aandeel, maar we merken toch een duidelijke stijging: +8%. Blijkbaar vinden het openbaar vervoer en de reiziger elkaar vaker dan vroeger. Kim Dekeyser: “In realiteit zalhet openbaar vervoer nog wel meer dan 7 % van de werkende Antwerpenaren bereiken.In onze Acerta-barometer zitten immers niet de gegevens van de openbare sector. En de werknemers in de overheid zijn in zeer grote meerderheid trein- en busreizigers voor hun verplaatsing naar en van kantoor.”

Verdeling woon-werkverkeer in Antwerpen_acerta

Fig. 2: Verdeling verschillende mobiliteitsoplossingen Antwerpen (2018)

16 km is de woon-werkafstand, een fietsbare afstand

Belgen werken gemiddeld op 19 km van waar ze wonen, in Antwerpen is dat 16,46 km, wat een mooie opportuniteit inhoudt voor de fiets. Kim Dekeyser: “Er zijn vandaag heel wat vacatures, een situatie die de bereidheid om van job te veranderen een duwtje kan geven. Die realiteit heeft er evenwel niet toe geleid dat werknemers massaal een andere baan zijn gaan zoeken dichter bij huis. De woon-werkafstand blijft nagenoeg ongewijzigd.

En de 200.000 werknemers die het voorbije jaar tot de arbeidsmarkt zijn toegetreden, hebben blijkbaar ook geen impact gehad op de gemiddelde woon-werkafstand. Aangezien 16 km, het gemiddelde voor Antwerpen, door snellere fietsen en betere fietswegen almaar meer een fietsbare afstand wordt, zit het er zeker in dat de (bedrijfs)fiets ook de komende jaren nog aan terrein zal winnen.”

Over het onderzoek

De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke loongegevens van de werknemers in dienst bij meer dan 45.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. De data werden via de Acerta-Mobiliteitsbarometer verzameld tussen 2017 en 2018 en geven een representatieve weergave van de Belgische werknemerspopulatie. Acerta voert metingen uit op kwartaalbasis.

Deel dit artikel