Over de mobiliteit in België vloeiden al liters inkt. Het verkeer raakt steeds vaker in de knoop en jouw werknemers verliezen almaar meer tijd door in de file te staan. Daardoor groeit ook de vraag naar alternatieven voor verplaatsingen afgelegd met de (bedrijfs)wagen. Vorig jaar ontsnapte 1 op 4 werknemers regelmatig aan het fileleed door met de fiets naar het werk te gaan. Ook het mobiliteitsbudget en de mobiliteitsvergoeding zijn broodnodige initiatieven om het mobiliteitsvraagstuk op te lossen. Ze stellen jou als werkgever echter voor complexe keuzes. Naar aanleiding van de Week van de Mobiliteit geeft Ellen Lammens, juridisch adviseur bij Acerta, je een overzicht.
In maart 2018 voerde de regering de mobiliteitsvergoeding in, in de volksmond ‘cash for cars’. Werknemers die al enige tijd over een bedrijfswagen beschikken, kunnen deze inleveren in ruil voor een mobiliteitsvergoeding waarmee zij vervolgens hun privéverplaatsingen betalen. Het initiatief tot invoering van deze regeling ligt bij jou als werkgever. Je beslist dus zelf of en voor welke werknemers je dit invoert, al moeten zij zelf ook wel aan een aantal wettelijke voorwaarden voldoen. Jouw werknemers kunnen zelf beslissen of zij ingaan op jouw voorstel of niet. Indien dit het geval is hoef je als werkgever het woon-werkverkeer niet meer te vergoeden. Verder hoef je geen RSZ te betalen op de mobiliteitsvergoeding, wél een solidariteitsbijdrage. De persoonlijke bijdrage die jouw werknemer voor zijn bedrijfswagen betaalde, wordt in mindering gebracht van het belastbaar voordeel waarop hij belast wordt.
Zal de mobiliteitsvergoeding de mobiliteitsknoop ontwarren? Volgens de sociale partners niet. Zij vrezen dat te weinig werknemers bereid zijn om hun bedrijfswagen definitief in te leveren in ruil voor een geldsom. Daarom stelden zij het mobiliteitsbudget voor. Het mobiliteitsbudget reikt verder omdat het een breed scala aan alternatieve mobiliteitsoplossingen biedt. Jouw werknemers kunnen kiezen uit 1 of meerdere mobiliteitsoplossingen, onderverdeeld in 3 pijlers. Elke pijler wordt op (para)fiscaal anders behandeld.
In de toekomst zullen er dus 2 systemen naast elkaar bestaan. Welk het meest interessant is voor jouw werknemers, hangt erg af van de concrete situatie.
Hieronder vind je een overzicht van het toepassingsgebied, het ontvangen bedrag en de (para)fiscale behandeling van beide systemen:
Mobiliteitsvergoeding "cash for car" |
Mobiliteitsbudget |
|
---|---|---|
Toepassingsgebied (werknemers) |
Beschikken over een bedrijfswagen:
Niet indien de bedrijfswagen werd verkregen in het kader van een cafetariaplan. |
Beschikken over een bedrijfswagen of ervoor in aanmerking komen:
Niet indien de bedrijfswagen werd verkregen in het kader van een cafetariaplan. |
Ontvangen bedrag |
Met uitzondering van een jaarlijkse indexatie, wijzigt dit bedrag niet doorheen de loopbaan van de werknemer. |
Het budget houdt rekening met de kosten voor de financiering van de wagen zelf, maar ook met alle bijbehorende kosten zoals de brandstof, verzekeringen, onderhoudskosten, (para)fiscale lasten,…
Hoe dit budget beheerd zal worden, moet nog uitgewerkt worden bij KB. |
(Para)fiscale behandeling |
Belastbaar voordeel, ten laste van de werknemer = 4% x cataloguswaarde ingeruilde bedrijfswagen x 6/7e Solidariteitsbijdrage, ten laste van de werkgever = zelfde als voor ingeruilde bedrijfswagen (gebaseerd op de gegevens van de ingeruilde bedrijfswagen) |
Pijler 1: milieuvriendelijke wagen: (para)fiscale behandeling zoals klassieke bedrijfswagen Pijler 2: duurzame vervoermiddelen (incl. bepaalde huisvestingskosten): geen (para)fiscale lasten => netto Pijler 3: eventueel saldo mobiliteitsbudget wordt uitbetaald op het einde van het jaar: bijzondere sociale zekerheidsbijdrage van 38,07% ten laste van de werknemer op verschuldigd |
*Wijzigingen aangekondigd aan de reeds gestemde MV:
Met de mobiliteitsvergoeding en het mobiliteitsbudget wil de regering een einde maken aan het fiscale beleid dat werkgevers stimuleert om bedrijfswagens uit te delen. Welk systeem het aantrekkelijkst is voor jouw werknemers, is dus zeer situatiegebonden. Indien jouw werknemers ervoor kiezen om geen alternatieve vervoersoplossingen te gebruiken en dus hun volledig budget te laten uitbetalen, zijn zij qua parafiscale lasten beter af met de mobiliteitsvergoeding. Wonen jouw werknemers verder van het werk? Dan is het mobiliteitsbudget doorgaans een betere keuze voor hen.
Behoefte aan een concreet voorbeeld? Bekijk dan hier een uitgewerkte vergelijking in cijfers van de mobiliteitsvergoeding en het mobiliteitsbudget voor twee type bedrijfswagens.
Toch graag meer uitleg van specialisten? Benieuwd wat de beste regeling is voor je organisatie én je werknemers? Wil je weten of je verschillende regelen kan combineren? Geen nood: Acerta ontwart het kluwen en werpt licht op alle arbeidsrechtelijke, sociale en fiscale regels in deze praktijkgerichte opleidingen en/of infosessies.
Schrijf in op onze nieuwsbrief voor werkgevers en ontvang 1 maal per kwartaal interessante informatie.
Vlaamse regering gevormd: welke maatregelen uit het akkoord zijn relevant voor werkgevers?
Op 28 september 2024 sloten de Vlaamse onderhandelaars een nieuw Vlaams regeerakkoord voor de periode 2024-2029. De nieuwe afspraken moeten bijdragen aan een welvarend Vlaanderen met een arbeidsmarkt die klaar is voor de toekomst. We bieden je een overzicht van de belangrijkste arbeidsmarktmaatregelen.
Lees meerWat als je werknemer vastzit op zijn vakantiebestemming?
De zomer is volop aan de gang en dat betekent voor veel werknemers maar één ding: vakantie! Het kan echter voorvallen dat een werknemer pas later terugkeert dan voorzien door externe factoren buiten zijn of haar wil om. Een vertraagde vlucht of extreem noodweer kunnen ervoor zorgen dat een werknemer niet tijdig het werk kan hervatten. Wat doe je da...
Lees meer