Ontslagvergoeding berekenen

19 april 2022
Leestijd: Later lezen?

Als werkgever betaal je de volledige ontslagvergoeding van een ontslagen medewerker uit, of je laat de hele opzegtermijn door de medewerker presteren - al dan niet in combinatie met outplacement of andere maatregelen die de inzetbaarheid verhogen. Kiest de medewerker er zelf voor om weg te gaan? Dan betaalt hij ook een ontslagvergoeding. Hieronder geven we meer uitleg.

Vereisten bij ontslag

Is het voor jou tijd om afscheid nemen van een bediende of arbeider? Dan moet je de wettelijke opzegtermijn, ontslagmotivering of de ontslagvergoeding respecteren. Als je dat niet doet – of je beëindigt het contract zonder dringende reden – ben je een extra verbrekingsvergoeding verschuldigd.

Berekening voor bediende

De berekeningen van opzegtermijn en ontslagvergoeding hangen af van het bruto jaarloon van de bediende en van de datum waarop hij in dienst trad. De ontslagvergoeding bedraagt het loon dat verschuldigd is voor de gehele periode van de opzegtermijn. De vergoeding wordt in één keer uitbetaald.

Sinds 1 januari 2014 geldt een andere regeling. Die is van toepassing op arbeidscontracten gestart op 1 januari 2014 of later, en gedeeltelijk op oudere overeenkomsten. Die oudere arbeidscontracten worden voor de berekening in twee delen opgesplitst. Het deel vóór 1 januari 2014 (deel 1) en het deel erna (deel 2). Opzegtermijnen worden uitgedrukt in maanden (deel 1) en in weken (deel 2).

Regeling deel 1

Voor bedienden met een bruto jaarloon tot 32.254 euro, geldt een opzegtermijn van 3 maanden per begonnen periode van 5 jaar anciënniteit tot 31 december 2013.

Voor bedienden die per jaar bruto meer verdienen dan 32.254 euro, gaat het om een opzegtermijn van 1 maand per begonnen jaar anciënniteit tot 31 december 2013, met een minimum van 3 maanden.

Regeling deel 2

Voor beide categorieën bedienden geldt dat de anciënniteitsteller op nul gezet wordt vanaf 1 januari 2014. De opzegtermijn wordt vervolgens bepaald aan de hand van deze tabel:

Anciënniteit Opzegtermijn in weken
0 - 3 maanden 1
3 - 4 maanden 3
4 - 5 maanden  4
5 - 6 maanden 5
6 - 9 maanden 6
9 - 12 maanden  7
12 - 15 maanden 8
15 - 18 maanden 9
18 - 21 maanden 10
21 - 24 maanden 11
2 - 3 jaar 12
3 - 4 jaar 13
4 - 5 jaar 15
Vanaf 5 jaar + 3 weken per begonnen jaar anciënniteit
Tussen 20 jaar en < 21 jaar + 2 weken per begonnen jaar anciënniteit
Vanaf 21 jaar + 1 week per begonnen jaar anciënniteit

De totale opzegtermijn wordt bekomen door de maanden van deel 1 en de weken van deel 2 bij elkaar op te tellen.

De ontslagvergoeding wordt gevormd door:

  • het lopende loon dat overeenstemt met de duur van de opzegtermijn die normaal zou gelden, of het resterende gedeelte ervan
  • voordelen verworven tijdens de overeenkomst, bijvoorbeeld privégebruik van de bedrijfswagen, voordeel privé gsm-gebruik, maaltijdcheques …

Het lopende loon is de som van:

  • het bruto maandloon van de medewerker op het moment van zijn ontslag
  • alle premies met uitzondering van eenmalige premies (bijvoorbeeld ploegpremie en anciënniteitspremie)
  • variabel loon (gemiddelde van de laatste twaalf maanden)
  • overloon voor gepresteerde overuren gedurende een voldoende lange periode (niet voor occasioneel of uitzonderlijk gepresteerde overuren)

Ontslagvergoeding arbeider

Ook voor een arbeider vormt de opzegtermijn de basis. Voor arbeidsovereenkomsten die aanvingen voor 1 januari 2014 zijn er – zoals bij de bedienden – twee berekeningen nodig. Opzegtermijnen worden uitgedrukt in dagen (deel 1) en in weken (deel 2). Zoals hierboven beschreven, vormt de uitkomst van deel 1 plus deel 2 de ontslagvergoeding.

Op zoek naar meer antwoorden?

Op zoek naar meer antwoorden?

Als werkgever snel een correct en overzichtelijk antwoord vinden op je hr en payroll-vragen? Daar zorgt Acerta graag voor.

Bekijk al onze dossiers voor werkgevers Bekijk alle artikels over dit onderwerp