Nieuwe versoepelingen seizoenarbeid land- en tuinbouwsector

In de landbouwsector was het al mogelijk om de 50 dagen gelegenheidsarbeid in de melkveebedrijven op te nemen in 100 halve dagen. Deze regeling zou vanaf 1 januari ook uitgebreid worden naar alle dierlijke sectoren (NACE-code 01.4). Dit zijn de ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het fokken van melkvee, andere runderen en buffels, paarden en andere paardachtigen, kamelen en andere kameelachtigen, schapen en geiten, varkens, pluimvee en andere dieren. Ook gemengde bedrijven (NACE-code 01.5) zouden hier gebruik van kunnen maken, wat de activiteiten van het fokken van dieren betreft. 

Deze uitbreiding zou gelden van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025.

Vorig jaar werden de forfaitaire daglonen voor de berekening van de RSZ-werkgeversbijdragen in verschillende subsectoren binnen de land- en tuinbouw verlaagd ter compensatie voor de loonsverhoging binnen de seizoenarbeid. Ondertussen werden al deze bedragen geïndexeerd op 1 januari, naar aanleiding van de stijging van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen met 2% op het einde van vorig jaar. 

Binnen de subsector van de witloofteelt was er vanaf dag 66 tot en met dag 100 een hoger forfaitair dagloon van toepassing voor de berekening van de RSZ-bijdrage. Vanaf 1 januari 2024 wordt deze verhoging afgeschaft. De forfaitaire regeling die van toepassing is op de tuinbouwsector zal ook in deze subsector worden toegepast. 

De forfaitaire daglonen en RSZ-werkgeversbijdragen die hierop worden berekend zijn vanaf 1 januari 2024 voor alle sectoren de volgende: 

_Bron:

_{Ontwerp van koninklijk besluit inzake maatregelen tot ondersteuning van de gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw}