Voor dienstverplaatsingen met eigen gemotoriseerd vervoer van de werknemer wijzigt de maximale kilometervergoeding met een kwartaalindexatie (= km-vergoeding op basis van het KB van 13 juli 2017). Voor dienstverplaatsingen in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 maart 2024 wijzigt dit maximum naar 0,4269 euro. De andere maximale kilometervergoeding wordt slechts één keer per jaar geïndexeerd, telkens op 1 juli (= km-vergoeding op basis van het KB van 18 januari 1965). Dit maximum blijft bijgevolg ongewijzigd op 0,4280 euro.
Situering
Indien een werknemer zijn eigen voertuig gebruikt voor dienstverplaatsingen dient de werkgever in principe de kost hiervan te vergoeden. Voor gemotoriseerde voertuigen aanvaarden de RSZ en de fiscus een forfaitaire kilometervergoeding, zij het met een maximum.
De fiscus aanvaardt enkel een forfaitaire kilometervergoeding indien de dienstverplaatsingen maximaal 24.000 kilometer per jaar omvatten. Een beperking die in de rechtspraak wel stuit op kritiek.
Sinds geruime tijd wordt dit maximum één keer per jaar geïndexeerd, op 1 juli. Een koninklijk besluit van 10 november 2022 introduceerde een tweede maximum, dat elk kwartaal geïndexeerd wordt.
Dit tweede maximum trad retroactief in werking vanaf 1 maart 2022.
Sindsdien bestaan er twee maxima:
- een eerste maximum dat jaarlijks geïndexeerd wordt, op 1 juli, en
- een tweede maximum dat elk kwartaal geïndexeerd wordt, op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober.
Er bestaat geen algemene verplichting om één van deze twee maxima toe te kennen. Hierbij wel enkele belangrijke nuanceringen: sommige sectoren kennen wel verplichtingen. Daarenboven verbonden talloze individuele werkgevers er zich toe om één van de maxima toe te kennen, bijvoorbeeld in het arbeidsreglement of met een ondernemingsgebruik.
De maxima gelden overigens niet alleen voor werknemers maar eveneens voor bedrijfsleiders die met hun eigen gemotoriseerd voertuig dienstverplaatsingen maken in opdracht van hun vennootschap.
Werkgevers die opteren voor de toepassing van het systeem op jaarbasis, moeten zich daar volgens de RSZ en de FOD Financiën voor de volledige periode van 1 juli tot en met 30 juni aan houden. Zij kunnen tijdens die periode niet omschakelen naar het kwartaalsysteem, aldus de RSZ en de FOD Financiën.
Indexatie maximale kilometervergoeding met kwartaalindexering (voor de periode 1/1/2024 – 31/3/2024)
Voor dienstverplaatsingen gemaakt tijdens de periode van 1 oktober 2023 tot en met 31 december 2023 bedraagt de kilometervergoeding met kwartaalindexering 0,4259 euro per kilometer. Het betreft de kilometervergoeding waarvan de modaliteiten geregeld worden door het koninklijk besluit van 13 juli 2017.
Voor dienstverplaatsingen gemaakt in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 maart 2024 bedraagt dit maximum ingevolge het indexatiemechanisme 0,4269 euro per kilometer.
Het andere maximumbedrag, waarvan de modaliteiten geregeld worden door het koninklijk besluit van 18 januari 1965, wordt slechts één keer per jaar geïndexeerd, telkens op 1 juli. Dit maximum blijft bijgevolg ongewijzigd op 0,4280 euro.
Overzicht
Eerste maximum |
Tweede maximum |
|
Bron: |
KB 18 januari 1965 |
KB 13 juli 2017 |
Tijdstip indexatie: |
1 juli |
1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober |
Historiek recente |
1/7/2021-30/6/2022: €0,3707 |
1/10/2022-31/12/2022: €0,4201 |
Bron:
- Koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, zoals gewijzigd door het KB van 10 november 2022.
- Omzendbrief nr. 733. - Aanpassing van het bedrag van de kilometervergoeding. - Periode van 1 januari 2024 t.e.m. 31 maart 2024, BS 20 december 2023