Ga naar de inhoud

De meest gestelde vragen

De meest gestelde vragen

Overzicht

Nog dingen waar je niet zeker over bent of waar je niet meteen een antwoord op vindt?
Bekijk hieronder de antwoorden op de meest gestelde vragen.

Wat met het ten laste blijven van de ouders?

  1. Wat met je ziekenfonds?

Ligt je jaarinkomen lager dan 17 008,88 euro? Dan betaal je geen of een verminderde sociale bijdrage waardoor je geen recht op een uitkering arbeidsongeschiktheid opbouwt. Je blijft voor de terugbetaling van medische verzorging dan ten laste van je ouders. De kwartalen waarin je een verminderde bijdrage betaalt, tellen wel mee voor het vervullen van de wachttijd voor een uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Vanaf een jaarinkomen van 17 008,88 euro bouw je dezelfde sociale rechten op als een zelfstandige in hoofdberoep.

  1. Blijf je fiscaal ten laste van je ouders?

Om fiscaal ten laste van je ouders te blijven, moeten je inkomsten onder een bepaald bedrag blijven.

Voor alle studenten wordt het maximumbedrag voor de inkomsten in 2025 (aanslagjaar 2026) vastgelegd op 4 100 euro* netto belastbaar inkomen.

Om te weten of dit grensbedrag niet wordt overschreden, vertrek je altijd van het bruto belastbaar bedrag. Van dit brutobedrag mag je een eerste schijf van 3 420 euro* aftrekken.

Deze schijf telt namelijk niet mee om de netto bestaansmiddelen te berekenen. Op dit verschil mag je nog een forfait van 20% beroepskosten aftrekken. Wanneer de bestaansmiddelen bestaan uit een loon als werknemers of uit baten, is het minimumbedrag van aftrekbare kosten 570 euro.

Het resultaat mag vervolgens niet meer bedragen dan 4 100 euro, anders ben je niet meer ten laste. Concreet betekent dit dat je maximaal 8 545 euro bruto mag bijverdienen om fiscaal ten laste te blijven.

Dit blijkt uit het volgende voorbeeld:

€  8 545 bruto
- €  3 420 (vast bedrag)
___________________
€  5 125
- €  1 025 (= 20%)
________________
€  4 100: komt exact
overeen met de toegelaten
grens netto bestaansmiddelen.

Opgelet: het gaat hier niet alleen over inkomsten als zelfstandige. Ook andere belastbare inkomsten (zoals inkomsten als jobstudent, onderhoudsgeld …) tellen mee in deze berekening.

Heb je verder nog vragen over de combinatie van deze verschillende soorten inkomsten, dan raadpleeg je best een fiscalist.

Werk je als student-zelfstandige én als jobstudent? Dan wordt de eerste schijf van 3 420 euro slechts één keer in mindering gebracht van de totale inkomsten verdiend als zelfstandige en als jobstudent. De eerste schijf wordt dan verhoudingsgewijs aangerekend op alle categorieën van inkomsten.

*Het regeerakkoord voorziet in een verhoging van dit bedrag naar 12 000 euro vanaf 1 januari 2025. Deze verhoging moet nog omgezet worden in wetgeving en is dus nog onder voorbehoud. Het bedrag van de fiscale vrijstelling van 3 420,00 euro verdubbelt naar 6 840,00 euro (voor inkomstenjaar 2025).

Wat met de kinderbijslag?

In Vlaanderen:
Zolang je sociale bijdragen betaalt als student-zelfstandige (ongeacht het bedrag), mag je onbeperkt werken. Van zodra je dit statuut verlaat en omschakelt naar zelfstandige in hoofdberoep, heb je geen recht meer op het Groeipakket.


In Brussel:
Zolang je geen of verminderde bijdragen als student betaalt, mag je in het 1e, 2e en 4e kwartaal telkens maximaal 240 uur werken. Deze 240-urengrens geldt niet in het 3e kwartaal (juli-augustus-september).Betaal je evenveel bijdragen als een hoofdberoep, dan heb je geen recht meer op kinderbijslag.


In Wallonië:
Zolang je sociale bijdragen betaalt als student-zelfstandige (ongeacht het bedrag), mag je onbeperkt werken. Van zodra je dit statuut verlaat en omschakelt naar zelfstandige in hoofdberoep heb je geen recht meer op kinderbijslag. 

Wat met de belastingen?

Ligt jouw globaal netto belastbaar inkomen lager dan de belastingvrije som van 10 910 euro (voor inkomstenjaar 2025), dan betaal je geen belastingen. Indien je meer verdient, word je belast volgens de barema’s van de personenbelasting.

Wat met kosten inbrengen?

Ook als student-zelfstandige kan je beroepskosten inbrengen. Je kan bepaalde zaken aankopen specifiek om je activiteit te kunnen uitoefenen, zoals een laptop, kantoorbenodigdheden, een auto of fiets, …

Je moet deze steeds kunnen bewijzen met facturen of btw-bonnen. Je trekt deze kosten af van je inkomen, waardoor je netto-inkomen waarop je wordt belast lager wordt. Sommigen zijn volledig aftrekbaar, en anderen deels.

Meer info hierover kan je hier terugvinden.

Wat met de boekhouding?

Ook als student-zelfstandige heb je administratieve en boekhoudkundige verplichtingen. Je kan je boekhouding helemaal zelf doen, je kan het uitbesteden aan een professional of je kan een tool gebruiken zoals Dexxter, een webapplicatie waarmee je je administratie snel en eenvoudig zelf in orde brengt. Probeer de tool gratis 30 dagen uit door te surfen naar dexxter.be

Zoek je een boekhouder, dan kan je altijd eens kijken wie aangesloten is bij het beroepsinstituut ITAA (Instituut voor Belastingadviseurs en Accountants).

Wat na je opstart?

Ben je een tijdje bezig en gaan de zaken goed? Dan is de kans groot dat je zaak wat veranderingen zal ondergaan. Denk bijvoorbeeld aan het uitbreiden van je activiteiten. Houd in dat geval zeker de volgende zaken in acht:

Je btw

Wanneer je activiteiten wijzigen, heeft dit mogelijk gevolgen op je btw-plicht. Misschien ben je nu btw-plichtig, of net niet meer. Controleer alles grondig en geef de nodige wijzingen door aan de btw-administratie.

Je ondernemingsvorm

Overweeg de verandering van ondernemersvorm indien nodig. Je ondernemingsvorm is niet alleen praktisch en administratief heel belangrijk, het heeft ook heel wat fiscale, financiële en sociale gevolgen. Het loont dus om voldoende research te doen en écht uit te zoeken welke ondernemingsvorm bij je past.

Je vergunningen

Denk aan de nodige vergunningen. Vraag eventuele vergunningen zoals een leur- of kermiskaart aan. En vergeet ook niet de nodige instanties in te lichten zoals Sabam of het Federaal Voedselagentschap.

Wat na je studies?

Tot en met het derde kwartaal van je afstudeerjaar kan je als student-zelfstandige aan de slag blijven.

Vanaf je vierde kwartaal heb je de volgende opties:

  1. Voltijds voor je eigen onderneming aan de slag gaan

    In dat geval word je zelfstandige in hoofdberoep. Je bent dan een minimumbijdrage per kwartaal verschuldigd (898,30 euro in 2025) en krijgt in ruil hiervoor een aantal sociale rechten.
     
  2. Naast je eigen onderneming, elders minstens halftijds aan de slag te gaan als werknemer

    In dat geval word je zelfstandige in bijberoep. Je sociale rechten worden dan gewaarborgd via je hoofdactiviteit.
     
  3. Stoppen met je onderneming

    Contacteer ons en wij regelen de formaliteiten. Je kan je eventueel laten inschrijven bij de VDAB (Vlaanderen) of Actiris (Brussel), zo maak je kans (na 12 maand) op een inschakelingsuitkering of opleidingen.

Kan ik dit statuut combineren met een studentenjob?

Ja dat kan, maar die combinatie kan wel gevolgen hebben voor je kinderbijslag. Het is ook mogelijk dat je niet meer fiscaal ten laste van je ouders kan blijven.

De regels zijn verschillend al naargelang je in Vlaanderen, Wallonië of Brussel woont.

Om je recht op kinderbijslag te behouden, mag je als jobstudent niet meer dan 650 uren per jaar werken in Vlaanderen en Wallonië. Ben je enkel student-zelfstandige, dan mag je een onbeperkt aantal uren werken met behoud van je kinderbijslag. Combineer je beiden, dan moet je wel rekening houden met de 650 uren-grens.

In Brussel mag je als jobstudent en/of als student-zelfstandige in het 1e, 2e en 4e kwartaal telkens maximaal 240 uur werken. Deze 240-urengrens geldt niet in het 3e kwartaal (juli-augustus-september).

Om fiscaal ten laste van je ouders te blijven, moeten je inkomsten onder een bepaald bedrag blijven. Zowel je inkomsten als student-zelfstandige als je inkomen als jobstudent tellen mee in deze berekening.

Nog vragen?

Toch nog niet gevonden wat je zoekt? Aarzel niet en laat het ons weten! Onze experten hebben alle antwoorden klaar en helpen je graag op weg!