Het statuut van flexi-jobs laat je toe om op flexibele wijze een tijdelijke werkkracht aan te nemen. Het flexi-jobstatuut werd in 2015 in het leven geroepen voor de horeca. In 2018 werd dit uitgebreid tot enkele andere sectoren en sindsdien kunnen ook gepensioneerden een flexi-job uitoefenen. In 2023 kwamen er nog een aantal sectoren bij en sinds 1 januari 2024 is het systeem van de flexi-jobs verder uitgebreid. Acerta maakt je graag wegwijs in de juridische formaliteiten en voorwaarden.
Snel naar de lijst van sectoren (inclusief 2024 sectoren)
Juridisch artikel over flexi-job hervorming in 2024
Algemeen geldt dat flexi-jobwerken een vorm van gelegenheidswerk is. Dit betekent dat je flexi-jobwerknemers doorgaans mensen zijn die naast een tewerkstelling van minimaal 4/5 een centje bij jou bijverdienen. Maar er zijn ook nog andere voorwaarden.
Er zijn twee grote uitzonderingen op deze voorwaarden:
Flexi-jobbers hebben vanaf 1 januari 2024 minstens recht op het sectorale baremaloon voor de uitgeoefende functie. Voor prestaties vanaf 1 januari 2024 is er dus geen specifiek flexiloon meer. Alleen voor flexiwerk in de horecasector geldt nog het specifieke flexiloon (bedrag vanaf 1 mei 2024: minstens 12,29 euro, incl. vakantiegeld).
Als in je sector geen baremaloon bestaat voor de functie die de flexi-jobber bij jou uitoefent, wordt het minimale basisuurloon van de flexi-jobber bepaald op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI).
Als je een werkgever bent uit de publieke sector, moet je flexi-jobber als basisuurloon minstens het uurloon verdienen op basis van de baremieke wedde voor de betrokken functie, zoals bepaald door de toepasselijke rechtspositieregeling.
In de onderwijssector in Vlaanderen moet het basisuurloon van een flexi-jobber minstens gelijk zijn aan het uurloon op basis van de baremieke wedde die voor de flexi-jobber zou gelden als hij als statutair personeelslid aangesteld zou worden in de functie. Voor meer informatie over de toepasselijke barema’s, raadpleeg de databank bekwaamheidsbewijzen op de website van het departement Onderwijs van de Vlaamse overheid.
In alle sectoren geldt dat het flexiloon (inclusief vergoedingen, premies en voordelen) vanaf 1 januari 2024 niet méér mag bedragen dan 150% van het minimale basisloon. Een sector-cao kan een ander maximum dan die 150% vaststellen.
Bij elke uitbetaling aan je flexi-jobwerknemer moet je dit loonplafond naleven.
Dit betekent dat het totale loon dat je voor die betaalperiode aan je flexi-jobwerknemer betaalt (meer bepaald het flexiloon en de aan RSZ-bijdragen onderworpen vergoedingen, premies en voordelen, exclusief het flexi-vakantiegeld) niet hoger mag liggen dan het loonplafond.
Als je aan je flexi-jobwerknemer een hoger uurloon betaalt dan het sectoraal barema, verhoogt het risico dat het plafond wordt overschreden.
Controleer voor elke uitbetaling of je het plafond naleeft.
Als je het plafond niet naleeft, zijn de wettelijke voorwaarden voor de tewerkstelling als flexi niet vervuld. De RSZ en de fiscus beschouwen de tewerkstelling dan als een gewone tewerkstelling. In dat geval moet je de gewone sociale zekerheidsbijdragen betalen op het flexiloon verhoogd met 125% (dus aan 225%). Je bent dan ook de werknemersbijdragen en de niet-afgehouden bedrijfsvoorheffing verschuldigd.
Zowel voor jou als werkgever als voor je werknemer biedt een flexi-job heel wat voordelen. We zetten ze even op een rijtje:
Opgelet: voor flexi-jobbers die nog niet met (al dan niet vervroegd) wettelijk pensioen zijn, geldt vanaf 1 januari 2024 de fiscale vrijstelling voor inkomsten uit flexi-jobs maar voor de eerste 12.000 euro op jaarbasis.
In de horeca kan je een voltijdse werknemer tot 360 overuren uitbetalen zonder overwerktoeslag, belastingen en sociale bijdragen wanneer je hiervoor de juiste voorwaarden en formaliteiten naleeft.
Dit geldt ook voor flexi-job-werknemers met een dagcontract die tewerkgesteld zijn met een voltijds werkrooster.
Wil je een flexi-jobwerknemer voor de eerste keer aanwerven? Dan moet je eerst een raamovereenkomst sluiten. Dit is geen arbeidsovereenkomst, maar legt wel het kader vast waarin de flexi-jobarbeidsovereenkomsten gesloten worden. De raamovereenkomst bevat de volgende onderdelen:
Je kan gewoon werken met één of meerdere mondelinge dagcontracten. Je bent dus niet verplicht om een schriftelijke arbeidsovereenkomst af te sluiten met je flexi-jobber.
Wil je voor een langere periode samenwerken, dan kan je een schriftelijke arbeidsovereenkomst van bepaalde duur afsluiten. Overschrijd hiermee echter nooit het kwartaal om controle van de tewerkstellingsvoorwaarde mogelijk te maken.
Hoe dan ook, voor elke flexi-jobwerknemer doe je apart een Dimona-aangifte voordat de werknemer effectief begint te werken. De manier waarop je een Dimona-aangifte doet, is afhankelijk van het contract dat je hebt afgesloten. Werk je met een schriftelijke arbeidsovereenkomst van meer dan 1 dag, dan doe je je aangifte per kwartaal. Dit vul je aan met aanwezigheidsregistratie. Hiervoor kan je het geregistreerd kassasysteem (GKS) (in PC 302) of het alternatief systeem van aanwezigheidsregistratie (ASA) gebruiken, ofwel via een ander elektronisch systeem van tijdsopvolging dat ook in het kader van deeltijdse tewerkstellingen wordt gebruikt. Werk je met een of meerdere dagcontracten, doe je gewoon een Dimona-aangifte per gewerkte dag.
Een tijdige en correcte Dimona FLX met respons OK is een absolute voorwaarde om iemand als flexi-jobber te kunnen laten werken.
Voor elke flexi-jobwerknemer respecteer je ook je verplichting om, ten laatste op de startdag van elke concrete tewerkstelling, de vereiste individuele informatie te geven over de belangrijkste loon- en arbeidsvoorwaarden.
Zorg er in elk geval voor dat je het bewijs bewaart dat je de informatie schriftelijk of elektronisch hebt overgemaakt of dat je flexi-jobwerknemer de informatie heeft ontvangen.
Bij de modeldocumenten in Trefzeker vind je een stappenplan met uitleg over de concrete werkwijze.
Hier leggen we je uit in welke sectoren flexi-jobs zijn toegelaten. Kijk dit steeds goed na vooraleer je iemand bij jou laat flexi-jobben.
Hou er ook rekening mee dat er functies zijn die niet mogen worden uitgeoefend via een flexi-job.
Bedrijven in de volgende paritaire comités mogen flexi-jobs aanbieden:
Ook uitzendkantoren kunnen gebruik maken van het systeem van de flexi-jobs voor de werknemers die ze ter beschikking stellen van een gebruiker uit een sector waar flexi-jobs zijn toegelaten.
De bovenstaande lijst blijft geldig: in deze oorspronkelijke sectoren is een opt-out dus niet mogelijk.
In de activiteitensectoren van groep 2 heeft de programmawet 2023 zelf flexi-jobs mogelijk gemaakt vanaf 1 januari 2024.
Maar opgelet: de sociale partners in deze sectoren kunnen wel overeenkomen dat in hun sector, of een gedeelte daarvan, flexi-jobs toch niet toegelaten zijn. Zie meer hierover lager op deze pagina.
Dit is de lijst van de sectoren van groep 2, waar flexi-jobs momenteel toegelaten zijn:
De activiteitensectoren van groep 3 situeren zich in de Vlaamse kinderopvang, het onderwijs, en de publieke sport- en cultuursector met als hoofdactiviteit één van de NACE-codes onder categorie 93.1 (sport) of 90 (creatieve activiteiten, kunst en amusement).
In de activiteitensectoren van groep 3 zijn flexi-jobs niet door de programmawet 2023 zelf geactiveerd.
Wel geeft deze programmawet elk van de Gemeenschappen (de Vlaamse, Franse en/of Duitstalige Gemeenschap) de mogelijkheid om, via het Overlegcomité, aan te vragen om deze sectoren geheel of gedeeltelijk open te stellen voor flexi-jobs. Zo’n aanvraag kan in 2024 uitwerking hebben vanaf het begin van een kwartaal. Vanaf 2025 op 1 januari van elk jaar.
Een Gemeenschap kan de activatie wel alleen aanvragen voor:
Zo’n opt-in is maar geldig als die wordt bevestigd door een koninklijk besluit.
Een koninklijk besluit van 18 april 2024 heeft de volgende opt-ins bevestigd in het kader van groep 3:
Vanaf 1 april 2024 kunnen de volgende werkgevers gebruik maken van het flexi-jobstatuut:
1° Vlaams kinderopvang: inrichtingen en diensten met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91) die gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad en door de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden erkend en/of gesubsidieerd en die:
Vanaf 1 juli 2024 geldt het volgende plafond voor het jaarlijks toegelaten totaal arbeidsvolume aan flexi-jobtewerkstelling bij de werkgever: maximaal 20 procent van het totaal arbeidsvolume gepresteerd door alle werknemers bij die werkgever.
2° Het Departement Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschap
Welk personeel precies in aanmerking komt om een flexi-job uit te oefenen kan je uitgebreid lezen in deze omzendbrief (PERS/2024/01 van 26/03 2024).
Ook binnen het vrij gesubsidieerd onderwijs geldt de mogelijkheid om flexi-werknemers in te schakelen enkel voor statutaire functies (functies binnen de ambten van het onderwijzend of beleids- en ondersteunend personeel) en niet voor contractuele functies (MVD-personeel tewerkgesteld onder PC 152.01 en 225.01). Voor deze contractuele functies zijn voorlopig geen flexi-jobs mogelijk.
3° De werkgevers uit de publieke sport- en cultuursector, voor zover hun hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 93.1 of 90, en ze gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad.
Een koninklijk besluit van 9 juni 2024 heeft de volgende verdere opt-ins bevestigd in het kader van groep 3 (vanaf 1 juli 2024):
1° de administratie van de Duitstalige Gemeenschap die de bevoegdheid onderwijs onder zich heeft, voor wat betreft het personeel hieronder bedoeld in 2° en 3°;
2° het officieel onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Duitstalige Gemeenschap waarvan de hoofdactiviteit beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 85.101, 85.102, 85.103, 85.105, 85.201, 85.202, 85.203, 85.205, 85.311, 85.312, 85.313, 85.321, 85.322, 85.323, 85.325, 85.410, 85.421, 85.591, 85.601 en 85.609, voor zover het bij deze laatste code gaat om centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet of -koepel;
3° het door de Duitstalige Gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs, voor zover het functies betreft waarvoor gewoonlijk gesubsidieerd personeel, dat niet onder de cao- wet van 5 december 1968 ressorteert, wordt ingezet en waarbij de hoofdactiviteit van de gesubsidieerde inrichting beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 85.104, 85.106, 85.204, 85.206, 85.314, 85.324, 85.326, 85.410, 85.422, 85.591, 85.601 en 85.609, voor zover het bij deze laatste code gaat om centrale, ondersteunende diensten van een onderwijsnet of -koepel;
4° de werknemers en de werkgevers uit de publieke sport- en cultuursector, voor zover de hoofdactiviteit van de werkgever beantwoordt aan de omschrijving van één van de NACE-codes 93.1 of 90, en de werkgever gevestigd is in het Duitse taalgebied of afhangt van de Duitstalige Gemeenschap in België.
Tot slot is er nog een restcategorie: de sectoren van groep 4. Dit betreft alle privé-sectoren, behalve:
Voor de sectoren van groep 4 hebben de sociale partners de mogelijkheid om flexi-jobs te activeren. Voor zo’n opt-in moeten de volgende procedurestappen achtereenvolgens worden afgerond:
In 2024 is zo’n opt-in mogelijk op kwartaalbasis.
Voor opt-ins vanaf 2025, moeten de paritaire (sub)comités de opt-in ten laatste op 30 september van het voorafgaande jaar aanvragen aan de RSZ. De opt-in wordt dan opgenomen in het eerstvolgende KB dat op 1 januari in werking treedt.
Bijvoorbeeld: voor een opt-in met uitwerking vanaf 1 januari 2025, moet het paritair (sub)comité de aanvraag bij de RSZ ten laatste op 30 september 2024 indienen.
Lijst van de opt-ins in groep 4:
Sectoren waar vóór 2024 al het flexi-jobstatuut mogelijk was (groep 1), kunnen niet worden uitgesloten van het systeem van de flexi-jobs. Flexi-jobs blijven er met andere woorden mogelijk.
Dat ligt anders voor de sectoren waar flexi-jobs van groepen 2, 3 en 4, waar flexi-jobs mogelijk zijn of kunnen worden toegelaten vanaf 1 januari 2024. In die sectoren is een gehele of gedeeltelijke opt-out mogelijk, onder dezelfde voorwaarden als een opt-in. Ook een opt-out is pas definitief nadat die is bevestigd door een koninklijk besluit.
De volgende functies kunnen nooit, in geen enkel paritair comité, worden uitgeoefend via een flexi-job:
Als werkgever snel een correct en overzichtelijk antwoord vinden op je hr en payroll-vragen? Daar zorgt Acerta graag voor.
Bekijk al onze dossiers voor werkgevers Bekijk alle artikels over dit onderwerp