Vorige

Het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen : dubbele verhoging in 2024

Het nationaal gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) is in 2024 al twee keer gestegen. In april was er een verhoging met 35,70 euro door de uitvoering van het akkoord tussen de sociale partners hierover. In mei was er een nieuwe stijging door de overschrijding van de spilindex. 
Als gevolg hiervan is het mogelijk dat het nationale GGMMI hoger ligt dan sommige sectorale minimumlonen. 

Hoe zit dat weer met het GGMMI ?

Op nationaal vlak – via CAO nr. 43 - wordt er voorzien in een ondergrens inzake minimumloon in het geval vaneen voltijdse tewerkstelling voor werknemers van 18 jaar of ouder.

CAO nr. 43  - werknemer Bedrag 
 18 jaar 2070,48 euro (mei 2024)

Dit GGMMI is niet van toepassing in geval van :

  • tewerkstelling van < 1 maand;
  • studentenarbeid;
  • jongeren die werken in kader van het alternerend leren en werken;
  • personen welke zijn tewerkgesteld in familieondernemingen waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitende gezag van de vader, moeder of voogd. 

Specifiek voor studenten (van 18 tot en met 20 jaar) of voor werknemers jonger dan 18 jaar wordt er een minimumbedrag voorzien via CAO 50.

CAO nr. 50  - werknemer Bedrag 
17 jaar 1511,45 euro
16 jaar 1387,22 euro
CAO nr. 50 – student / duaal leren Bedrag 
20 jaar 1863,43 euro
19 jaar 1759,91 euro
18 jaar 1635,68 euro

Welke loonelementen mogen mee in rekening worden gebracht om te bepalen of het GGMMI wordt gerespecteerd ?

Het GGMMI is geen gewoon loon zoals dat wordt bepaald via sectorale cao’s.  

Om te bepalen of het  GGMMI wordt gerespecteerd moet er per werknemer worden gecontroleerd of de som van de basislonen met inbegrip van bijkomende loonelementen over de periode van een kalenderjaar en gedeeld door het aantal gewerkte maanden, tenminste gelijk is aan het GGMMI. Indien dit resultaat lager zou liggen dan het GGMMI, dan moet het verschil worden bijbetaald aan de betrokken werknemer.

De elementen waar men rekening mee mag houden zijn onder meer :

  • het loon in natura;
  • premies die betrekking hebben op een periode van meer dan 1 maand, voor zover de werknemer het recht op deze premies heeft verworven en die premies binnen een maximumtermijn van 12 maanden worden uitbetaald (bv. de eindejaarspremie).

Een volledig overzicht kan je nalezen in hoofdstuk 22 van de sociale gids in Trefzeker

Alleen loonelementen waar de werknemer het recht op kan laten gelden, hetzij rechtstreeks hetzij onrechtstreeks, tellen mee conform de normale arbeidsprestaties die de werknemer heeft verricht.

De volgende elementen mogen niet in rekening worden gebracht :

  • voordelen conform artikel 19§2 van het KB van 28 november 1969;
  • wettelijke en aanvullende sociale prestaties die worden toegekend naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst;
  • niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen.

Concreet kan het dus zijn dat door de recente stijgingen van het GGMMI, het loon van je werknemer lager ligt dan deze minimumgrens.  Bij de vergelijking van het GGMMI met de diverse loonelementen hetzij op het einde van het jaar (in de periode van betaling van eindejaarspremie), hetzij bij uitdiensttreding van de betrokken werknemer in de loop van het jaar, zal een eventueel verschil moeten worden bijgepast.

Deel dit artikel