Werkgevers zijn verplicht om bedrijfsvoorheffing (BV) in te houden op de belastbare bezoldigingen die zij toekennen. Op de maand-, week- en uurlonen berekent men de verschuldigde BV op basis van de zogenaamde ‘sleutelformule’. Voor elk inkomstenjaar stelt de fiscus de sleutelformule vast. Tot en met inkomstenjaar 2022 wordt de berekende BV hierbij vastgesteld door het maandinkomen af te ronden op een lager veelvoud van 15 euro. Die afronding wordt nu geschrapt. De korting voor alleenstaanden wordt verder afgebouwd.
Maandbezoldiging vanaf 2023: voortaan afronding op de eurocent
Eerder in 2022 kondigde de minister van Financiën reeds aan te willen afstappen van deze afronding op een lager veelvoud van 15 euro. In de sleutelformule voor inkomstenjaar 2023, die de FOD Financiën recent bekendmaakte, geldt voortaan een afronding op de eurocent. Als gevolg hiervan verdwijnen ook de tabellen met het BV-bedrag dat verschuldigd is op een bepaalde maandbezoldiging, die in de tabel telkens stijgt met een bedrag van 15 euro.
Vanaf 2023 verdwijnen dus de overzichten met BV-schalen 1, 2 en 3. Vanaf dan moet men terugvallen op de rekenregels van de sleutelformule om de verschuldigde BV te berekenen. In grote lijnen bestaat deze formule er in dat de maandbezoldiging geëxtrapoleerd wordt naar een jaarbezoldiging, waarop de verschuldigde belasting berekend wordt rekening houdend met het stelsel van de forfaitaire beroepskostenaftrek, het basisbedrag van de belastingvrije som (*) en desgevallend met het huwelijksquotiënt (*). De toepasselijke BV op de maandbezoldiging komt dan overeen met 1/12e van die berekende belasting op jaarbasis.
Voorbeeld 1
Een gehuwde werknemer wiens partner beroepsinkomsten heeft ontvangt in januari 2023 een bruto maandloon van 3.000 euro dat onderworpen is aan 13,07% sociale bijdragen ten laste van de werknemer. Hij geniet die maand eveneens het voordeel van een bedrijfswagen waarvan het belastbaar voordeel 130 euro bedraagt:
- het bruto belastbare maandloon is €130 + (€3.000 -13,07%) = €130 + €2.607,9 = €2.737,9
- extrapolatie naar een jaarinkomen: €2.737,9 x 12 maanden = €32.854,8
- vermindering met forfaitaire beroepskosten: €32.854,8 - €5.510,00 = €27.344,8
- berekening belasting: basisschaal – belastingvermindering berekend op basisbedrag belastingvrije som. Meer specifiek € 9.433,83 – 2.573,35 = €6.860,48
- de verschuldigde BV voor deze maand is €6.860,48 / 12 maanden = €571,71
De basisschaal waarvan sprake in (4) zijn de belastingschalen in de inkomstenbelasting, rekening houdend met een aanvullende gemeentebelasting van zeven procent.
Mocht de werknemer uit het voorbeeld gehuwd of wettelijk samenwonend zijn met een partner zonder beroepsinkomsten en de werknemer wordt voor de bedrijfsvoorheffing beschouwd als rijksinwoner, dan wordt ook rekening gehouden met het huwelijksquotiënt. Het huwelijksquotiënt bedraagt 30% van het netto belastbare inkomen, en sowieso maximaal 12.520,00 euro (= bedrag voor inkomstenjaar 2023). Voor de berekening van de BV wordt het huwelijksquotiënt verrekend door het bedrag ervan in mindering te brengen van het netto belastbaar inkomen en hierop een tweede BV-berekening te maken. De som van deze berekende BV en de BV op het saldo aan netto beroepsinkomen is de verschuldigde BV.
Voorbeeld 2
Een werknemer is gehuwd en de partner heeft in januari geen beroepsinkomsten. De werknemer ontvangt in januari 2023 een bruto maandloon van 3.000 euro dat onderworpen is aan 13,07% sociale bijdragen ten laste van de werknemer. Hij geniet die maand eveneens het voordeel van een bedrijfswagen waarvan het belastbaar voordeel 130 euro bedraagt
- het bruto belastbare maandloon is €130 + (€3.000 -13,07%) = €130 + €2.607,9 = €2.737,9
- extrapolatie naar een jaarinkomen: €2.737,9 x 12 maanden = €32.854,8
- vermindering met forfaitaire beroepskosten: €32.854,8 - €5.510,00 = €27.344,8
- vermindering met het huwelijksquotiënt: €27.344,8 – 30% x €27.344,8 = €27.344,8 – €8.203,44 = €19.141,36
- berekening basisschaal op 19.141,36: €5.757,72
- berekening basisschaal op bedrag huwelijksquotiënt, dus op €8.203,44: €2.194,42
- som basisschalen – 2x belastingvermindering berekend op basisbedrag belastingvrije som: (€5.757,72+ €2.194,42) – (2x €2.573,35) = €7.952,14 - €5146,70 = €2.805,44
- verschuldigde BV: €2.805,44 / 12 maanden = €233,79
Korting voor alleenstaanden daalt opnieuw
Desgevallend geniet de werknemer vervolgens nog één van de kortingen in de BV, bijvoorbeeld die voor alleenstaanden. Alhoewel de personenbelasting al geruime tijd geen voordeel meer kent voor alleenstaanden, genieten zij nog steeds een korting in de BV. Die korting wordt wel geleidelijk afgebouwd. Voor inkomstenjaar 2023 bedraagt ze nog maar 12 euro per maand, ten opzichte van 22 euro in inkomstenjaar 2022 en 26 euro inkomstenjaar 2021.
Bron: sleutelformule inkomsten 2023
(*) Geldt niet voor wie voor de berekening van de BV beschouwd wordt als een niet-inwoner.