De indexatiecoëfficiënt voor de berekening van de CO2-bijdrage (solidariteitsbijdrage) in 2023 kan berekend worden. Naast deze jaarlijkse indexering zal de CO2-bijdrage vanaf 1 juli 2023 opnieuw verhogen, dit in uitvoering van de wet houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit.
Principe
Indien je een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan jouw werknemer en deze wagen niet enkel voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt, dien je hierop als werkgever een CO2-bijdrage (solidariteitsbijdrage) te betalen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Deze CO2-bijdrage is een forfaitair bedrag per maand dat afhankelijk is van het CO2-uitstootgehalte en het type brandstof van het voertuig. Het maakt daarbij geen verschil of de werknemer zelf financieel tussenkomt in de bedrijfswagen.
Berekening van de bijdrage: basisformule
Om de CO2-bijdrage te berekenen werd een aantal formules bepaald:
- voor benzinevoertuigen: [(Y x 9) – 768] : 12 x i
- voor dieselvoertuigen: [(Y x 9) – 600] : 12 x i
- voor voertuigen op LPG: [(Y x 9) – 990] : 12 x i
voor elektrisch aangedreven voertuigen: 20,83 euro x i
In deze formules staat Y voor het CO2-uitstootgehalte in gram per kilometer, zoals vermeld op het gelijkvormigheidsattest of in het proces-verbaal van gelijkvormigheid van het voertuig of in de gegevensbank van de Dienst voor Inschrijving van Voertuigen (DIV).
Voor de bedrijfswagens waarvan de CO2-uitstoot niet gekend is, wordt bij deze berekening rekening gehouden met een CO2-uitstootgehalte van:
- 182 g/km voor benzinevoertuigen;
- 165 g/km voor dieselvoertuigen.
De uitkomst van elk van de formules moet minstens gelijk zijn aan 20,83 x i. Dit is de minimumbijdrage die ook betaald moet worden voor elektrische bedrijfswagens.
De bedragen worden vermenigvuldigd met i, de indexatiecoëfficiënt, die jaarlijks wordt aangepast. Voor 2023 moeten de bedragen worden vermenigvuldigd met 171,64 en vervolgens worden gedeeld door 114,08.
Welke CO2-waarde te gebruiken?
Net zoals de FOD Financiën werkt de RSZ voor de berekening van de verschuldigde solidariteitsbijdrage voor bedrijfsvoertuigen, tot nader order, op basis van volgende principes:
- de NEDC 1.0 CO2-waarde moet gebruikt worden wanneer het voertuig enkel een NEDC-waarde heeft
- de WLTP CO2-waarde moet gebruikt worden wanneer het voertuig enkel een WLTP-waarde heeft
- de NEDC 2.0 CO2-waarde of de WLTP-CO2-waarde (vrije keuze) mag gebruikt worden wanneer het voertuig zowel een NEDC 2.0-waarde als een WLTP-waarde heeft.
Sinds 2021 mogen de autoconstructeurs voor de WLTP-wagens nog een NEDC 2.0-waarde berekenen maar zijn ze dit niet meer verplicht. Als de autoconstructeur de NEDC 2.0-waarde nog vermeldt op het gelijkvormigheidsattest (COC), dan zal de dienst inschrijving van de voertuigen (DIV) deze wel blijven registreren en mag deze waarde nog verder gebruikt worden.
Wagens aangeschaft vanaf 1 juli 2023: hogere (minimale) CO2-bijdrage
Tot nu toe werd de CO2-bijdrage louter geïndexeerd. In het kader van de maatregelen van de regering tot vergroening van de mobiliteit werd eind vorige jaar echter een complex plan (met bijhorend tijdpad) uitgewerkt om het gebruik van bedrijfswagens met verbrandingsmotor financieel te ontmoedigen, onder meer op het vlak van de CO2-bijdrage. Op 1 juli 2023 treedt de eerste fase van deze vergroening in werking.
Voor bedrijfswagens aangekocht, gehuurd of geleased vanaf 1 juli 2023 wordt de CO2-bijdrage nog steeds berekend en geïndexeerd volgens de hoger beschreven formules. Voor deze bedrijfswagens wordt het resultaat van die berekening echter verhoogd door dit te vermenigvuldigen met een factor. Voor de periode van 1 juli 2023 tot 1 januari 2025 bedraagt deze vermenigvuldigingsfactor 2,25. Deze factor verhoogt stapsgewijs tot 5,50 vanaf 2027.
Naast deze verhoging van het bedrag van de CO2-bijdrage, stijgt ook de minimale maandelijkse CO2-bijdrage geleidelijk. Ook deze verhoging geldt enkel voor wagens aangekocht, geleased of gehuurd op 1 juli 2023 en later. De eerste fase in die aanpassing heeft echter pas uitwerking vanaf 1 januari 2025. Het niet-geïndexeerde bedrag van 20,83 euro dat momenteel geldt stijgt dan naar 23,41 euro. In de periode daarna stijgt het basisbedrag van de minimale CO2-bijdrage stapsgewijs, om uiteindelijk te landen op 31,15 euro
Periode | Vermenigvuldigings- factor |
Minimale CO2-bijdrage/maand (niet-geïndexeerd) |
---|---|---|
1 juli 2023 – 31 dec. 2024 |
x 2,25 |
20,83 euro |
1 jan. 2025 – 31 dec. 2025 |
x 2,75 |
23,41 euro |
1 jan. 2026 – 31 dec. 2026 |
x 4 |
25,99 euro |
1 jan. 2027 – 31 dec. 2027 |
x 5,50 |
28,87 euro |
Vanaf 1 jan. 2028 |
x 5,50 |
31,15 euro |
Bronnen:
Administratieve instructies RSZ - De bijzondere bijdragen
Wet van 25 november 2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit, BS 3 december 2021.