Contact
Bel een kantoor
Kies een kantoor
Aalst Antwerpen-Centrum Antwerpen-Wilrijk Brugge Brussel Louizalaan Brussel/Bruxelles Charleroi Dendermonde Dilbeek Gent Hasselt Kortrijk Leuven Libramont Liège Lier Louvain-La-Neuve Mechelen Namur Oostende Oudenaarde Roeselare Sint-Niklaas Turnhout Zaventem Geel
Aalst
Leo De Béthunelaan 100, 9300 Aalst
053 82 62 95
Antwerpen-Centrum
Brouwersvliet 33 B7, 2000 Antwerpen
03 206 21 78
Antwerpen-Wilrijk
Groenenborgerlaan 16, 2610 Antwerpen-Wilrijk
03 829 24 90
Brugge
Baron Ruzettelaan 5 bus 2, 8310 Brugge
050 44 39 60
Brussel Louizalaan
Louizalaan 123A, 1050 Brussel
02 333 27 25
Brussel/Bruxelles
Buro & Design Center (BDC), Heizel Esplanade PB 65, 1020 Brussel-Heizel
Of kom met het openbaar vervoer. Meer info vind je op mivb.be

02 333 27 25
Charleroi
Espace Sud, Esplanade Magritte 5, 6010 Charleroi
071 47 44 62
Dendermonde
Noordlaan 148, 9200 Dendermonde
053 82 62 95
Dilbeek
Ninoofsesteenweg 354 A, 1700 Dilbeek
02 474 39 35
Gent
Kortrijksesteenweg 1131, 9051 Sint-Denijs-Westrem
09 264 12 50
Hasselt
Kunstlaan 16, 3500 Hasselt
011 24 95 80
Kortrijk
Meensesteenweg 2, 8500 Kortrijk
056 26 67 01
Leuven
Diestsepoort 1, 3000 Leuven
016 24 51 29
Libramont
Avenue Herbofin 1 B, 6800 Libramont
061 22 26 63
Liège
Parc Artisanal 11-13, 4671 Liège
04 264 48 46
Lier
Hoogveldweg 155/1, 2500 Lier
03 491 84 31
Louvain-La-Neuve
Axis Park - The Gate, Rue Fond Cattelain 2, 1435 Louvain-la-Neuve, Mont-Saint-Guibert
081 25 04 55
Mechelen
Battelsesteenweg 455 A1, 2800 Mechelen
015 40 42 60
Namur
Chaussée de Liège 140-142, 5100 Namur
081 25 04 55
Oostende
Vijverstraat 47, 8400 Oostende
059 34 10 50
Oudenaarde
Meersbloem-Melden 46 bus 35, 9700 Oudenaarde
055 20 74 67
Roeselare
Ter Reigerie 11, 8800 Roeselare
051 26 08 60
Sint-Niklaas
Industriepark-Noord 27, 9100 Sint-Niklaas
03 870 74 97
Turnhout
Parklaan 46 bus 110, 2300 Turnhout
014 40 02 40
Zaventem
Parklaan 57/1 – 1930 Zaventem
02 773 16 30
Geel
Pas 96 2440 Geel
014 44 22 60

Hervorming kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars volledig rond

19 juni 2023

Op 1 januari 2024 maakt de kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars plaats voor de ‘amateurkunstenvergoeding’. Ook deze nieuwe vergoeding is RSZ- en belastingvrij, mits uiteraard alle voorwaarden zijn gerespecteerd. Opdrachtgevers die in het jaar meer dan 500 euro toekennen zijn wel een solidariteitsbijdrage van 5 procent verschuldigd aan de RSZ. Vanaf 1 juli 2023 kan geen kunstenaarskaart meer aangevraagd worden.

Samenvatting

  • De kleine vergoedingsregeling voor kunstenaars verdwijnt vanaf 1 januari 2024
  • In de plaats hiervan komt een nieuwe regeling, de ‘amateurkunstenvergoeding’, die net als de kleine vergoedingsregeling RSZ- en belastingvrij is. Er geldt geen jaarplafond meer. De maximale dagvergoeding wordt gereduceerd. 
  • Opdrachtgevers die in het jaar meer dan 500 euro toekennen zijn wel een solidariteitsbijdrage van 5 procent verschuldigd aan de RSZ. De RSZ gaat zelf na wanneer deze bijdrage betaald moet worden en deelt dit mee aan de opdrachtgevers via de eBox.
  • Het jaarmaximum van 30 dagen per jaar blijft behouden, alsook de beperking tot zeven opeenvolgende dagen voor eenzelfde opdrachtgever.
  • De voorwaarden voor deze vrijstellingen wijzigen. Zowel de kunstenaar als de opdrachtgever moeten geregistreerd zijn. De opdrachtgever moet ook de prestaties registreren. Dit gebeurt via een beveiligde elektronische toepassing van de RSZ.
  • De kunstenaar moet de amateurkunstenvergoeding niet aangeven bij zijn belastingaangifte.
  • Vanaf 1 juli 2023 kunnen geen kunstenaarskaarten meer worden aangevraagd.

Situering

Kunstenaars die voor hun artistieke prestaties slechts een beperkte vergoeding ontvangen kunnen sinds 1 juli 2004 voor die inkomsten beroep doen op de zogenaamde ‘kleine vergoedingsregeling’. In grote lijnen bestaat deze regeling uit de mogelijkheid om voor maximaal 30 dagen per jaar een RSZ- en belastingvrije vergoeding te genieten voor artistieke prestaties. De toegelaten dagvergoeding bedraagt 147,69 euro (bedrag 2023). Op jaarbasis mag de kunstenaar tot maximaal 2.953,37 euro verdienen. Het bezit van een ‘kunstenaarskaart’ is vereist en de prestaties moeten bijgehouden worden of online worden aangegeven op het platform artist@work.

De kleine vergoedingsregeling maakt op 1 januari 2024 plaats voor een nieuwe regeling: de ‘amateurkunstenvergoeding’. 

De ‘amateurkunstenvergoeding’

Het jaarplafond verdwijnt bij deze nieuwe regeling. Er blijft wel een dagplafond, dat in vergelijking met de kleine vergoedingsregeling wel lager ligt. Het niet-geïndexeerde bedrag is 70 euro. Nieuw is de introductie van een minimale dagvergoeding van 45 euro. Ook dit is het niet-geïndexeerde bedrag. De bedragen worden op 1 januari van elk jaar geïndexeerd. De bedragen van 2024 zijn nog niet bekend, maar zullen waarschijnlijk landen in de buurt van respectievelijk  77 euro en 50 euro, rekening houdend met de actuele inflatievooruitzichten. Deze bedragen gelden per opdrachtgever. Wanneer de kunstenaar op eenzelfde dag meerdere opdrachtgevers heeft, moet men de bedragen dus vermenigvuldigen met het aantal opdrachtgevers van die dag.

Nieuw is wel dat de dagvergoeding gecumuleerd kan worden met een terugbetaling van verplaatsingskosten. Ook hier geldt een dagplafond. Het niet-geïndexeerde bedrag is 20 euro dat op 1 januari van elk jaar geïndexeerd wordt. Op basis van de actuele inflatievooruitzichten zal het bedrag van 2024 waarschijnlijk in de buurt van 22 euro liggen.

Enkel effectieve aantoonbare verplaatsingskosten komen in aanmerking. Voor verplaatsingen met de eigen wagen is er een uitzondering. Hiervoor mag een forfaitaire kilometervergoeding worden toegekend, hoogstens ten belope van het toegelaten maximum met kwartaalindexering. Ook voor verplaatsingen met de fiets is een forfaitaire kilometervergoeding mogelijk, ten belope van hoogstens het fiscaal vrijgesteld bedrag voor woon-werkverplaatsingen met de fiets (actueel 0,27 euro/km).

Het aantal dagen waarvoor men deze vergoedingen kan genieten blijft ongewijzigd in vergelijking met de kleine vergoedingsregeling:

  • per jaar maximaal 30 dagen (voor alle opdrachtgevers samen);
  • per opdrachtgever niet meer dan zeven opeenvolgende dagen.

Een duidelijker toepassingsgebied

De amateurkunstenvergoeding kan toegekend worden voor elke activiteit die een noodzakelijke artistieke bijdrage levert aan een artistieke creatie of uitvoering binnen de volgende domeinen:

  • de beeldende en audiovisuele kunsten;
  • de muziek;
  • de literatuur;
  • het spektakel;
  • het theater;
  • de choreografie;
  • het stripverhaal.

De amateurkunstenvergoeding kan dus enkel toegekend worden voor artistieke bijdragen die noodzakelijk waren voor het bereikte artistieke resultaat. De prestatie besteed aan het tekenen van een stripverhaal komt dus in aanmerking, maar bijvoorbeeld niet het afhandelen van administratieve verplichtingen of overleg met uitgevers. 

Cumulatiebeperkingen

Op het ogenblik van het uitoefenen van de artistieke activiteit met toekenning van een amateurkunstenvergoeding mogen de kunstenaar en de opdrachtgever niet met elkaar verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst, door een aannemingsovereenkomst, door een statutaire aanstelling of met toepassing van een kunstenaarsvisum (= het zogenaamde stelsel ‘1bis’). Een uitzondering: wanneer de kunstenaar en de opdrachtgever bewijzen dat de activiteiten onder meerdere ‘statuten’ verschillend zijn.

Een RSZ- en belastingvrije toekenning van de amateurkunstenvergoeding kan niet wanneer de kunstenaar en de opdrachtgever in het betrokken jaar presteert, met toepassing van het verenigingswerkstatuut,   

  • als animator, leider, monitor, coördinator, sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, terreinverzorger-materiaalmeester, lesgever, coach, procesbegeleider, buiten zijn werk- of schooluren of tijdens schoolvakanties, door een door de bevoegde overheid erkende organisatie of organisatie die aangesloten is bij een erkende koepelorganisatie en die tot taak hebben socioculturele vorming en/of sportinitiatie en/of sportactiviteiten te verstrekken;
  • en/of voor organisatoren van socioculturele manifestaties voor maximaal 32 uren (gespreid over volgens de behoeften op de dag van het evenement en 3 dagen voor of na het evenement).

Omgekeerd kan men voor deze twee opgesomde prestaties het verenigingswerkstatuut niet toepassen als de kunstenaar in het betrokken jaar van de werkgever de amateurkunstenvergoeding geniet. Een uitzondering: wanneer de kunstenaar en de opdrachtgever bewijzen dat de activiteiten in beide ‘statuten’ verschillend zijn.

Meer dan 500 euro amateurkunstenvergoeding: opdrachtgever is 5% solidariteitsbijdrage verschuldigd

Opdrachtgevers die in een kalenderjaar meer dan 500 euro amateurkunstenvergoeding betalen zijn een bijzondere RSZ-bijdrage verschuldigd. Deze ‘solidariteitsbijdrage’ bedraagt vijf procent. De aangifte en betaling van deze solidariteitsbijdrage gebeurt via een speciale procedure: de RSZ verifieert zelf of een opdrachtgever de solidariteitsbijdrage moet betalen. De RSZ geeft de opdrachtgever een melding indien de solidariteitsbijdrage verschuldigd is. Dit gebeurt uiterlijk op vijf februari van het volgende jaar. Opdrachtgevers moet deze ondergrens van 500 euro dus niet zelf in de gaten houden.

De mededeling gebeurt op elektronische wijze, via de eBox

De opdrachtgever moet uiterlijk in februari betalen. 

Voorlopig wordt de ondergrens van 500 euro niet geïndexeerd. De federale regering kan wel beslissen om dit bedrag alsnog te koppelen aan de gezondheidsindex, met een koninklijk besluit.

Registratie- & rapporteringsplicht

De verplichting van een kunstenaarskaart komt te vervallen. De verplichting om de prestaties bij te houden of te registreren op Artist@work verdwijnt ook. In de plaats hiervan komen de onderstaande administratieve verplichtingen.

Om de amateurkunstenvergoeding te kunnen toekennen moeten zowel de kunstenaar als de opdrachtgever geregistreerd zijn bij de RSZ. Dit gebeurt via een beveiligde elektronische toepassing van de RSZ. Ook de prestatie moet via deze weg geregistreerd worden, door de opdrachtgever en uiterlijk bij aanvatting van de activiteiten. Het digitale platform Working In The Arts zal toegang geven tot de beveiligde elektronische toepassing.

De opdrachtgevers met meer dan 100 dagvergoedingen in het betrokken jaar moeten de Kunstwerkcommissie een rapport bezorgen, uiterlijk op 1 maart van het volgende jaar. Dit rapport bevat:

  • een omstandige verantwoording van het intensief gebruik van de amateurkunstenvergoeding;
  • een overzicht van de externe klanten die betrokken waren bij de artistieke activiteiten waarvoor gebruik werd gemaakt van de amateurkunstenvergoeding;
  • een overzicht van het totale omzetcijfer en alle activiteiten en de plaats die de activiteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van de amateurkunstenvergoeding hierbij innemen.

De minister van Sociale Zaken kan bijkomende modaliteiten bij deze rapporteringsplicht vastleggen. Dat is momenteel nog niet gebeurd. 

Geen fiscale verplichtingen voor de kunstenaar

De kunstenaar moet de amateurkunstenvergoeding en terugbetaalde verplaatsingskosten niet aangeven bij zijn belastingaangifte. Dit uiteraard voor zover alle voorwaarden werden gerespecteerd. 

De FOD Financiën krijgt toegang tot de RSZ-gegevens. De FOD zal de genoten vergoedingen ter info meegeven bij het aanslagbiljet van de personenbelasting van de kunstenaar. 

In de marge: geen kunstenaarskaarten meer vanaf 1 juli 2023!

In het kader van de hervormingen kunnen er vanaf 1 juli 2023 geen kunstenaarskaarten meer worden aangevraagd. 

Wie een kunstenaarskaart heeft die nog loopt tot minstens 1 januari 2024 moet geen actie ondernemen. Loopt een kunstenaarskaart af voor 1 januari 2024, dan overweegt men best om voor 1 juli 2023 een nieuwe kaart aan te vragen.

Bronnen:

Deel dit juridisch nieuws en updates

Terug naar overzicht juridisch nieuws en updates