Vanaf 15 april 2023 is een basisveiligheidsopleiding verplicht voor iedereen die werkzaamheden verricht op een tijdelijke of mobiele bouwplaats. Deze opleiding is niet alleen verplicht voor werknemers, maar ook voor werkgevers en zelfstandigen die zelf een beroepsactiviteit op de bouwplaats uitvoeren. Hiermee wordt de opleidingsverplichting die al bestond in de bouwsector (PC 124) nu uitgebreid tot alle personen actief op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen[.
Wat verstaan we onder tijdelijke of mobiele bouwplaatsen?
Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn de plaatsen waar de volgende bouwwerken of werken van burgerlijke bouwkunde worden uitgevoerd :
- graafwerken;
- grondwerken;
- funderings- en verstevigingswerken;
- waterbouwkundige werken;
- wegenwerken;
- plaatsing van nutsleidingen, inzonderheid, riolen, gasleidingen, elektriciteitskabels, en tussenkomsten op deze leidingen, voorafgegaan door andere in deze paragraaf bedoelde werken;
- bouwwerken;
- montage en demontage van, inzonderheid, geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen;
- inrichtings- of uitrustingswerken;
- verbouwingswerken;
- vernieuwbouw;
- herstellingswerken;
- ontmantelingswerken;
- sloopwerken;
- instandhoudingswerken;
- onderhouds-, schilder- en reinigingswerken;
- saneringswerken;
- Afwerkingswerkzaamheden.
Basisveiligheidsopleiding
Om op een tijdelijke of mobiele bouwplaats werkzaamheden uit te voeren met betrekking tot het realiseren van het bouwwerk, is elke aannemer er vanaf 15 april 2023 toe gehouden een basisveiligheidsopleiding met betrekking tot tijdelijke of mobiele bouwplaatsen te verstrekken. Deze opleiding moet niet alleen gevolgd worden door de werknemers van een aannemer, maar door alle personen die op de bouwplaats werken uitvoeren met het oog op het realiseren van het bouwwerk (zoals de werkgevers die zelf een beroepsactiviteit op de bouwplaats uitoefenen en zelfstandigen die werken op de bouwplaats uitvoeren).
Door het invoeren van deze verplichte opleiding wil de wetgever de kennis en de vaardigheden met betrekking tot het veilig werken op een tijdelijke of mobiele bouwplaats verbeteren en zo het aantal arbeidsongevallen in de sector verminderen.
Inhoudelijke en praktische vereisten opleiding
De opleiding moet een basiskennis aanreiken met betrekking tot:
- de algemene wettelijke preventieprincipes;
- de rol en de taken van de verschillende actoren op een bouwplaats;
- de organisatie van een efficiënte samenwerking op een tijdelijke of mobiele bouwplaats met het oog op de veiligheid en gezondheid op de bouwplaats en het welzijn op het werk;
- de toepassing van de passende preventiemaatregelen;
- en veilig en gezond gedrag op een tijdelijke of mobiele bouwplaats.
De basisveiligheidsopleiding heeft een totale duur van tenminste acht uur.
Naast de initiële cursus moet de basisveiligheidsopleiding ook op regelmatige tijdstippen worden herhaald, tenzij de werkgever kan aantonen dat de kennis van de werknemers actueel blijft d.m.v. regelmatige of continue opleiding, informatie en praktijkervaring.
De basisveiligheidsopleiding moet gevolgd worden bij organisatoren die een kwaliteitsborgingssysteem toepassen, waardoor zij kunnen aantonen dat de opleiding die zij verstrekken beantwoordt aan de doelstellingen van de wetgeving.
De basisopleiding moet eerst aangeboden worden aan personen die nog nooit gewerkt hebben op een bouwplaats. Ze moet in principe worden gevolgd vooraleer zij de werkzaamheden op de tijdelijke of mobiele bouwplaats aanvatten. Indien dit niet mogelijk zou zijn, bijvoorbeeld omdat de praktische organisatie van een opleiding niet haalbaar is, moet de opleiding gevolgd worden binnen een termijn van één maand nadat zij de werkzaamheden hebben aangevat.
De personen die wel al werkzaam zijn op een bouwplaats moeten de basisveiligheidsopleiding uiterlijk op 15 april 2024 gevolgd hebben.
Uitzonderingen
De verplichting tot het volgen van een basisopleiding valt even wel weg indien de werknemers, werkgevers en zelfstandigen die werkzaamheden uitvoeren op een tijdelijke of mobiele bouwplaats al beschikken over de nodige kennis zoals voorzien in de basisveiligheidsopleiding, Er bestaat een vermoeden dat zij over de nodige basiskennis beschikken indien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- ze beschikken over een attest waaruit blijkt dat ze de kennis bedoeld in de basisveiligheidsopleiding hebben verworven door het volgen van een andere opleiding (het kan hier bijvoorbeeld gaan om het VCA-attest);
- ze kunnen aantonen dat ze in de afgelopen 10 jaar tenminste 5 jaar ervaring hebben verworven door het uitvoeren van werkzaamheden op een tijdelijke of mobiele bouwplaats.
Er werden daarnaast ook enkele uitzonderingen voor werkgevers en zelfstandigen uit andere EU-landen voorzien.
Rol van collectieve arbeidsovereenkomsten
Een aantal specifieke regels zoals: de inhoud en de nadere regels met betrekking tot de basisveiligheidsopleiding, de voorwaarden waaronder werknemers kunnen worden vrijgesteld van het volgen van de basisveiligheidsopleiding en het belasten van een sectorale vormingsinstelling met het organiseren en geven van de opleiding, kunnen ook worden vastgesteld in een sectorale cao.
Dit is bijvoorbeeld het geval in paritair comité van de bouwsector. In deze sector werd er op 12 mei 2022 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten over de basisveiligheidsopleiding. Toch worden op bouwplaatsen ook werknemers tewerkgesteld die vallen onder het ressort van andere paritaire comités zoals PC 111, PC 121, PC 125, PC 126, PC 145.04, PC 149, PC 200, PC 209, PC 327, PC 339.01, etc. Ook in deze paritaire comités kunnen er collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten worden betreffende de basisveiligheidsopleiding.
Communicatie op de bouwplaats
Naast de algemene opleidingsverplichting voorziet het koninklijk besluit ook in maatregelen om de communicatie op de bouwplaats te verbeteren.
Werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers, voor dat ze aan de slag gaan op een bouwplaats, al de nodige informatie over de risico’s en preventiemaatregelen verbonden aan het werken op een tijdelijke of mobiele bouwplaats hebben ontvangen én dat ze die info hebben begrepen.
Zo moet het veiligheids- en gezondheidsplan een aantal regels bevatten met betrekking tot de verbale en non-verbale communicatie op de bouwplaats.
Deze regels hebben betrekking op:
- het verspreiden van informatie, instructies en bevelen aan de personen die werken op de bouwplaats, zodat zij deze te allen tijde begrijpen en daadwerkelijk kunnen toepassen;
- de mogelijkheid voor deze personen om zich door middel van geschikte communicatiemiddelen verstaanbaar te maken;
- het vastleggen van praktische afspraken over de communicatie en verstaanbaarheid wanneer deze personen zich in een meertalige omgeving bevinden.
Bron:
KB van 7 april 2023 tot vaststelling van een basisveiligheidsopleiding met betrekking tot tijdelijke of mobiele bouwplaatsen en tot verbetering van de communicatie op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, BS 14 april 2023