Donderdag 5 juli 2018 werd het wetsontwerp over het onbelast bijverdienen goedgekeurd. Hierdoor wordt het mogelijk om vanaf 15 juli tot 500 euro per maand onbelast bij te verdienen via een van de in de wet opgenomen activiteiten. De oppositie stemde zoals verwacht tegen.
Uitvoering Zomerakkoord
Een van de maatregelen in het Zomerakkoord van de Federale regering was de mogelijkheid om onbelast bij te verdienen in de vrije tijd.
Dit onbelast bijverdienen kan op 3 manieren:
- via het verenigingswerk; en/of
- via het verlenen van occasionele diensten als burger aan andere burgers; en/of
- via het stelsel van de deeleconomie, georganiseerd via erkende platformen.
De bedoeling was initieel dat deze maatregel in werking zou treden op 20 februari 2018. Maar een belangenconflict, ingediend door de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof), en een pakket aan amendementen ingediend door de oppositie staken daar een stokje voor.
Verenigingswerk
Als werkgever zult u (voornamelijk) in aanraking komen met die eerste pijler van het onbelast bijverdienen, het verenigingswerk. Daarom zetten we de belangrijkste voorwaarden daarvan even op een rij.
Non-profitsector
Enkel feitelijke verenigingen en (publieke en private) rechtspersonen zonder winstoogmerk kunnen verenigingswerkers inschakelen.
Professionele hoofdactiviteit vereist
Wie (elders) al 4/5e werkt, zelfstandige in hoofdberoep is of gepensioneerd is zal onbelast kunnen bijverdienen. De 4/5e tewerkstelling zal nagegaan worden voor het kwartaal T-3 (dit is: 3 kwartalen voor het kwartaal waarin het onbelast bijverdienen start). Wie als gepensioneerde wilt bijverdienen, zal gepensioneerd moeten zijn in het kwartaal T-2.
Verenigingen die beroep willen doen op verenigingswerkers moeten dit op voorhand melden via een online toepassing van de RSZ. De feedback op deze melding zal hen ook vertellen of de persoon die ze willen inschakelen voldoet aan de voorwaarden voor het verenigingswerk. Deze toepassing is beschikbaar sinds 8 juli 2018 op www.bijklussen.be.
Tot 6 000 euro netto/jaar
Via het stelsel van het onbelast bijverdienen kan tot 500 euro per maand en tot 6 000 euro per jaar verdiend worden, zonder dat hier belastingen of RSZ-bijdragen op verschuldigd zijn. Dit netto karakter van de vergoedingen geldt slechts indien deze maximumbedragen niet overschreden worden.
Het naleven van de grensbedragen moet in hoofde van de verenigingswerker bekeken worden. Indien hij voor meerdere organisaties werkt, zullen de ontvangen vergoedingen samengeteld moeten worden. Indien hij bovendien nog actief is in een van de andere pijlers van het onbelast bijverdienen, moeten ook die inkomsten mee in rekening worden genomen.
Lijst met activiteiten
Hier vindt u de lijst met activiteiten die in het kader van het verenigingswerk uitgevoerd kunnen worden.
Overeenkomst voor het verenigingswerk
Naast de verplichting om voor de start van het verenigingswerk een aangifte te doen via de applicatie ontwikkeld door de RSZ, moet er ook een schriftelijke overeenkomst voor het verenigingswerk worden gesloten. Deze overeenkomst wordt ten laatste bij de effectieve aanvang van het verenigingswerk gesloten.
In de overeenkomst moeten een aantal verplichte vermeldingen worden opgenomen:
- de duurtijd van de overeenkomst (maximum 1 jaar, opeenvolgende overeenkomsten zijn wel mogelijk);
- de identiteit van de partijen;
- de beschrijving van de te verrichten activiteit(en) en hun omvang;
- de plaats waar het verenigingswerk wordt verricht;
- de vergoedingen (eventueel ook voor de verplaatsingskosten) die verschuldigd zijn;
- de verzekeringen die werden afgesloten.
Reparatiewetgeving aangekondigd
Samen met de stemming werd meteen ook aangekondigd dat er nog enkele aanpassingen zullen gebeuren aan deze wetgeving:
- voor enkele activiteiten (voornamelijk in de sportsector) zou het maximumbedrag van 500 euro/maand opgetrokken worden tot 1 000 euro. Het maximum van 6 000 euro op jaarbasis blijft wel in alle gevallen behouden.
- het jeugdwerk (zowel op het speelplein als in de jeugdbeweging) zou nog geschrapt worden uit de lijst met activiteiten die in aanmerking komen voor het verenigingswerk.
Bron:
Wetsontwerp betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie (DOC 2839).