Vorige

Wijziging van herwaarderingscoëfficiënt SWT vanaf 1 januari 2022

Op 7 december 2021 heeft de Nationale Arbeidsraad een collectieve arbeidsovereenkomst (nr. 17/41) gesloten die de herwaarderingscoëfficiënt in het kader van SWT vaststelt op 1,0026. Zo worden vanaf 1 januari 2022 zowel de aanvullende vergoeding SWT als het netto-referteloon aangepast.

Het inkomen van een persoon in SWT is samengesteld uit twee componenten:

  • enerzijds de werkloosheidsuitkering ten laste van de RVA;
  • anderzijds een aanvullende vergoeding waarbij rekening gehouden wordt met een begrensd netto-referteloon.

De aanvullende vergoeding is minimaal gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkering.

Het inkomen van de persoon in SWT kan in twee situaties wijzigen:

  • elk jaar op 1 januari door de herwaardering na een beslissing van de Nationale Arbeidsraad;       
  • anderzijds door indexering op ogenblik van indexatie van de sociale uitkeringen.

De aanpassing van de aanvullende vergoeding gebeurt conform onderstaande tabel.

Basis berekening referteloon

% verhoging aanvullende vergoeding

Referteloon van voor januari 2021

0,26%

Referteloon van januari, februari of maart 2021

0,195%

Referteloon van april, mei of juni 2021

0,13%

Referteloon van juli, augustus of september 2021

0,065%

Referteloon van oktober, november of december 2021

Geen aanpassing

Naast de aanvullende vergoeding is er ook een aanpassing van het grensbedrag in kader van de berekening van het netto-referteloon. Vanaf 1 januari 2022 is het nieuwe bedrag 4.274,21 euro.

Door de verwachte overschrijding van de spilindex in december 2021 zullen in januari 2022 de werkloosheidsuitkering en de andere aan SWT gerelateerde bedragen met 2% omhoog gaan.

Bron:

CAO 17/41 van 7 december 2021 tot wijziging en uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, www.cnt-nar.be.

Deel dit artikel