Vorige

Begrotingsmaatregelen voor 2024: een overzicht voor werkgevers

29 december 2023 Werkgevers
Miet Vanhegen

De programmawet die enkele begrotingsmaatregelen voor 2024 uitwerkt, is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Wat verandert er voor werkgevers? We geven een overzicht.

Leestijd: Later lezen?

Uitbreiding en hervorming flexi-jobs

Vanaf 1 januari 2024 zijn flexi-jobs mogelijk in méér sectoren. Nieuwe sectoren zijn, onder meer:

  • autobussen en autocars;
  • evenementensector;
  • garages;
  • bijkomende sub-sectoren uit de voedingsindustrie;
  • begrafenisondernemingen;
  • verhuisondernemingen.

Die nieuwe sectoren kunnen wel nog beslissen om flexi-jobs te beperken tot specifieke deelactiviteiten of functies, of ze kunnen onder bepaalde voorwaarden zelfs beslissen dat flexi-jobs helemaal niet mogelijk zullen zijn.

In de toekomst komen er mogelijk ook nog andere sectoren bij.

Naast een uitbreiding van de sectoren zijn er ook aanpassingen aan de verloning voor flexi-jobbers en de werkgeversbijdrage. Er zijn ook wijzigingen aan de voorwaarden voor een werknemer om een flexi-job te mogen uitoefenen.

GGMMI en aanpassing werkbonus

In juni 2021 besloten de sociale partners in de Groep van 10 om het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI), kort gezegd het bruto minimumloon, in fases te verhogen. De concrete afspraak werd vastgelegd in cao nr. 43/15. Het minimumloon steeg een eerste keer op 1 april 2022. Dat zal opnieuw gebeuren vanaf 1 april 2024 met een stijging van 35,7 euro bruto per maand.

De regering voert de volgende fase, zoals gevraagd door de sociale partners, uit vanaf 1 april 2024. Ze engageert zich ertoe dat de stijging van het GGMMI met 35,7 euro bruto zal leiden tot een stijging van het nettoloon met 50 euro voor de heel lage lonen.

Om het doel van 50 euro netto te bereiken, wordt de fiscale werkbonus opgetrokken. Deze optrekking kan enkel gerealiseerd worden door de sociale werkbonus op te splitsen in twee delen. Een eerste deel van de sociale werkbonus is van toepassing op de heel lage lonen en een tweede deel op de iets hogere lonen. Het percentage van de fiscale werkbonus wordt wel enkel opgetrokken voor de heel lage lonen. 

Doelgroepvermindering collectieve arbeidsduurvermindering

Een werkgever die voor zijn voltijdse werknemers een collectieve arbeidsduurvermindering invoert van ten minste een volledig uur onder de 38 uren per week, kan in aanmerking komen voor een doelgroepvermindering. Deeltijdse werknemers van wie het loon moet worden aangepast wegens de invoering van de arbeidsduurvermindering komen eveneens in aanmerking. Vanaf 1 januari 2024 komt een deeltijdse werknemer nog slechts in aanmerking voor de vermindering als de normale gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van zijn contract ten minste 28 uur per week bedraagt. De nieuwe bepaling geldt voor arbeidsduurverminderingen die zijn ingevoerd vanaf 1 november 2023.

Verhoging bijzondere activeringsbijdrage bij vrijstelling van prestaties met loonbehoud

In 2018 werd een activeringsbijdrage ingevoerd voor de werkgevers die hun werknemers aan het einde van hun arbeidsovereenkomst volledig vrijstellen van prestaties, als alternatief voor het stelsel van SWT.

De activeringsbijdrage stijgt vanaf 1 januari 2024 met 30% om de stijging van de werkzaamheidsgraad te ondersteunen en om werkgevers te responsabiliseren.

De activeringsbijdrage is voortaan ook verschuldigd zodra de betrokken werknemers minder dan 1/3de van een voltijdse tewerkstelling presteren per kwartaal. Ook als de werknemer weer aan het werk gaat in een nieuwe tewerkstelling van minstens 1/3de bij een andere werkgever of als zelfstandige, zal de werkgever niet langer vrijgesteld zijn van het betalen van de bijdrage.

De bestaande vermindering van het bijdragepercentage met 40% wijzigt eveneens. De vermindering met 40% zal enkel nog gelden voor werknemers die een outplacementbegeleiding volgen zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers.

Verhoging van het bedrag van de werkhervattingspremie

Een werkgever die vanaf 1 april 2023 een als invalide erkende gerechtigde in dienst neemt in het kader van een progressieve werkhervatting kan een financiële stimulans, namelijk een werkhervattingspremie van 1.000 euro, ontvangen van het ziekenfonds van de betrokken werknemer. De maatregel zou gelden tot 31 maart 2025.

Deze werkhervattingspremie beoogt de betrokken werkgever te compenseren voor de meerkosten die een dergelijke werkhervatting met zich meebrengt (op organisatorisch vlak en/of door productiviteitsverlaging). De regering wil deze werkhervattingspremie versterken. Het forfaitaire bedrag van de werkhervattingspremie wordt daarom vanaf 1 januari 2024 verhoogd tot 1.725 euro op voorwaarde dat zowel de periode gedekt door de toelating van de adviserend arts als de effectieve (progressieve) werkhervatting door de invalide erkende werknemer bij de werkgever ten vroegste aanvatten op 1 januari 2024.

Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing ter compensatie van de verhoging van het minimumloon voor de gelegenheidsarbeiders in de fruit- en groenteteelt

In de land- en tuinbouwsector kan op RSZ-vlak gebruik gemaakt worden van het voordeelregime van de gelegenheidsarbeid. Dit regime houdt in dat – voor een bepaald aantal dagen per jaar – de RSZ-bijdragen berekend worden op een forfaitair dagloon in de plaats van op het reële loon van de gelegenheidsarbeider.

De regering trok het maximumaantal dagen waarvoor gebruik gemaakt kan worden van die voordelige RSZ-berekening op vanaf 1 juli 2023. Initieel gold deze maatregel slechts voor bepaalde duur, tot en met 31 december 2023. Tegelijkertijd werden de minimumlonen van deze gelegenheidsarbeiders opgetrokken. Om die stijging van de loonkost te compenseren kunnen de werkgevers van deze gelegenheidsarbeiders (onder bepaalde voorwaarden) genieten van een nieuwe gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

De regering besliste in het kader van het Begrotingsakkoord om bovenstaande maatregelen een definitief karakter te geven. De vrijstelling van de doorstorting bedrijfsvoorheffing wordt geregeld door de programmawet.

Het gebruik van het geregistreerde kassasysteem

Horecaondernemingen moeten onder bepaalde voorwaarde een geregistreerd kassasysteem (“witte kassa”) gebruiken om te voldoen aan hun fiscale verplichtingen. Er zijn bijkomende sancties ingevoerd voor het niet (correct) gebruiken van dit geregistreerde kassasysteem en het feit dat dit wetens willens gebeurt.

De gegevens van deze “witte kassa” zijn nu bovendien enkel toegankelijk voor de RSZ om een correcte toekenning van de RSZ-bijdragevermindering voor 5 vaste voltijdse werknemers te kunnen controleren. Minister Vandenbroucke wil de toegang tot de gegevens uitbreiden naar alle inspectiediensten en de controle ook voor andere doeleinden mogelijk maken, zoals het controleren van de duur en het tijdstip van de arbeidsprestaties.

Toeslag bij tijdelijke werkloosheid

Vanaf 1 januari 2024 zullen werkgevers mogelijk een bijkomende aanvulling moeten betalen wanneer ze voor hun werknemers tijdelijke werkloosheid hebben aangevraagd. Deze bijkomende aanvulling komt er voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid, behalve tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Voor werknemers waarvan het maandloon niet hoger is dan 4.000 euro, gaat het om een toeslag van 5 euro voor elke dag die gedekt is door een tijdelijke werkloosheidsuitkering. Een werknemer waarvan het maandloon hoger is dan 4.000 euro heeft recht op die toeslag van zodra hij in hetzelfde jaar bij dezelfde werkgever meer dan 26 dagen tijdelijke werkloosheid telt. De toeslag geldt dan voor elke dag gedekt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering vanaf de 27ste dag. De dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht tellen niet mee voor de telling van de eerste 26 dagen.

Het bedrag van de toeslag is gekoppeld aan de spilindex geldend op 1 januari 2024. De wettelijke en conventionele regelingen die al bestonden blijven van toepassing.

De werkgever betaalt deze toeslag zelf, tenzij:

De sector een algemeen verbindend verklaarde cao afsluit om deze verplichting bij het Fonds voor bestaanszekerheid te leggen. Deze cao wordt dan gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Er een sectorale of ondernemings-cao bestaat die aan de werknemer de betaling van een percentage van zijn loon waarborgt en alleen voor zover dit percentage de werknemer een bedrag waarborgt dat ten minste gelijkwaardig is aan datgene waarop hij recht heeft op basis van de bovenstaande nieuwe regel.

Graag het hele jaar door op de hoogte blijven?

Wil je geen belangrijke wijzigingen of nieuwigheden missen? Volg de sociaaljuridische updates van Acerta en/of duik in Trefzeker voor een actueel overzicht van de regelgeving.

Deel dit artikel

Geschreven door Miet Vanhegen

Juridisch adviseur

Gerelateerde artikels

Werkgevers

Fietslease: onmisbaar als aantrekkelijke werkgever?

24 april 2024
Karolien Van Herpe

Sinds 1 mei 2023 werd de fietsvergoeding verplicht in de privésector. Dit zorgde ook voor een heuse boost in het aantal mensen dat koos voor een fietslease. Je kan bijna niet meer achterblijven wil je je op de kaart zetten als aantrekkelijke en duurzame werkgever. Ontdek waarom je hierop moet inzetten.

Lees meer
Werkgevers

Flexi-jobbers aannemen: hoe begin je daaraan?

18 april 2024
Sophie Vantomme

Wil je graag beroep doen op een flexi-jobber, maar weet je niet hoe je hier precies aan begint? Er zijn een aantal voorwaarden waaraan zowel jij als de flexi-jobber moeten voldoen.

Lees meer
Werkgevers

Kennelijk onredelijk ontslag voor contractanten in de overheid

12 april 2024
Johan Weemaes

Contractanten in de openbare sector zullen vanaf nu ook beschermd zijn tegen kennelijk onredelijk ontslag. Op 1 mei 2024 treedt deze wet in werking. Ontdek wat je moet weten als werkgever.

Lees meer