Individueel opleidingsrecht en opleidingsplannen
Bedrijven vanaf 20 werknemers moeten elk jaar tegen 31 maart een opleidingsplan voorzien hebben, ten gevolge van de Arbeidsdeal, die met deze jaarlijkse verplichting de leercultuur binnen bedrijven wil stimuleren. De arbeidsdeal bevat ook een individueel opleidingsrecht voor werknemers. Wat houdt dat allemaal in en zijn er bepaalde criteria waaraan je moet voldoen? We lijsten het voor je op.
Verplicht opleidingsplan: is jouw bedrijf al voorbereid?
De deadline om een opleidingsplan klaar te hebben komt voelbaar dichterbij. Uit onze recente onderzoekscijfers blijkt dat 4 op de 10 kmo’s hun huiswerk klaar hebben, maar dat ongeveer 60% nog niet in orde is met de regelgeving. Bedrijven kunnen best wat moeite ondervinden om aan de (nieuwe) formaliteiten uit de Arbeidsdeal te voldoen. Merk je dat je vastzit bij het uitwerken van je opleidingsplannen, blijf dan niet zitten met je vragen.
Individueel opleidingsrecht: hoe begin je ermee?
Naast een opleidingsplan voorziet de arbeidsdeal ook een individueel opleidingsrecht voor werknemers, goed voor 5 opleidingsdagen per jaar in ondernemingen met minstens 20 werknemers. Dit aantal dagen kan variëren naargelang je sector. Hiermee zet de overheid werkgevers aan tot initiatieven die levenslang leren bevorderen.
Opdat de werknemer zou weten op hoeveel uren opleiding hij (nog) recht heeft, moet de werkgever het jaarlijks initiële recht van elke werknemer bepalen en alle reeds gevolgde uren in mindering brengen. Deze informatie kan worden geregistreerd:
- ofwel in het FLA: een digitaal platform dat door de overheid werd opgezet via mycareer.be. Let op: de overheid heeft aangekondigd dat dit platform mogelijk zal verdwijnen ten voordele van een administratief minder belastend systeem;
- ofwel op een individueel opleidingsaccount: hierbij maakt de werkgever zelf een administratieve opvolging op papier of elektronisch.
Het individueel opleidingsrecht berekenen
3 factoren bepalen de berekening van het individueel opleidingsrecht van je werknemers:
1. De grootte van je onderneming
Als algemene regel geldt dat als je minder dan 10 werknemers in dienst hebt, je geen individueel opleidingsrecht moet toekennen. Heb je tussen 10 en 20 werknemers op de payroll dan ken je minstens 1 dag per voltijdse werknemer toe. Vanaf 20 werknemers heeft elke werknemer sinds 1 januari 2024 recht op 5 dagen.
2. De sector
Check zeker de regels die je sector oplegt, want die kunnen afwijken van deze algemene regel. Nemen we paritair comité 200. Daar wordt voor elke werkgever met minder dan 20 werknemers 1 dag individueel opleidingsrecht per jaar opgelegd (dus ook voor werkgevers met minder dan 10 werknemers in dienst). Voor 20 werknemers of meer, voert PC 200 de 5 verplichte dagen individueel opleidingsrecht per jaar per voltijdse bediende niet onmiddellijk in, maar voorziet een groeipad gespreid over 5 jaar:
- vanaf 1 januari 2024: 3 dagen/jaar
- vanaf 1 januari 2026: 4 dagen/jaar
- vanaf 1 januari 2028: 5 dagen/jaar
Opgelet! Naast het individueel recht op opleiding voorziet PC 200 ook in een collectief opleidingsrecht, namelijk een aantal extra opleidingsdagen die de werkgever naar eigen keuze kan toekennen aan de werknemers die hij wenst.
3. De tewerkstellingsbreuk van je werknemer
Heb je deeltijdse werknemers in dienst (deeltijdse tewerkstelling of tijdelijk een deeltijdse arbeidsovereenkomst omwille van een vermindering van prestaties in het kader van een tijdskrediet of een thematisch verlof), of is een werknemer nog geen volledig jaar in dienst, dan ken je het individueel opleidingsrecht pro rata toe. Een kanttekening daarbij: schorsingen van de arbeidsovereenkomst zoals bijvoorbeeld periodes van ziekte en de vakantiedagen… hebben geen invloed op het aantal toe te kennen opleidingsdagen.
Wil je ook werk maken van een solide opleidingsplan binnen je bedrijf?
Zorg dat je helemaal mee bent over opleidingsplannen, het individueel opleidingsrecht en de formaliteiten van de FLA.

Artikel geschreven door
Juridisch adviseur bij Acerta