Vanaf 25 mei 2023 worden de familiebanden met een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de familiebanden met het (eigen) kind voor alle gebeurtenissen die aanleiding geven tot klein verlet. Zo wordt het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader, enz.
Met langdurige pleegzorg wordt de pleegzorg bedoeld waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven. De attestering hiervan gebeurt door de bevoegde pleegzorgdiensten (Pleegzorg Vlaanderen voor Vlaanderen en Nederlandstalig Brussel, of Service d’Accompagnement en Accueil Familial (SAAF) voor Wallonië en Franstalig Brussel).
Wanneer de gebeurtenis die recht op klein verlet doet ontstaan plaatsvindt na afloop van langdurige pleegzorg, geldt de bijkomende voorwaarde dat het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van 3 jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin. Deze bijkomende voorwaarde geldt echter niet bij overlijden van het pleegkind, de pleegmoeder/-vader, de pleegschoonmoeder/-vader of de pleegstiefmoeder/-vader na afloop van de pleegzorgperiode. In deze gevallen zal er altijd een recht zijn op klein verlet, ook als het pleegkind minder dan 3 jaar deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.
Deze regels gelden voor de gebeurtenissen die aanleiding geven tot klein verlet en die plaatsvinden vanaf 25 mei 2023.
Bron:
Koninklijk besluit van 1 mei 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van werknemers voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, BS 15 mei 2023.