Dienstenchequemedewerkers bij Vlaamse lokale besturen: loonsverhoging vanaf januari 2025
Op 11 juni 2025 werd een sectoraal akkoord ondertekend dat een koopkrachtverhoging voorziet voor huishoudhulpen die werken in het kader van het dienstenchequesysteem bij Vlaamse lokale besturen. We lijsten de belangrijkste informatie op.
Wat houdt de loonsverhoging in?
Huishoudhulpen die bij lokale besturen aan de slag zijn in het kader van het stelsel dienstencheques krijgen een bruto loonsverhoging van 1 euro per uur.
Deze verhoging geldt voor alle uren: zowel bij klanten gepresteerde uren als niet bij klanten gepresteerde uren (zoals werkvergaderingen en opleidingen) en betaalde afwezigheden (bv. vakantie, feestdagen en ziekteverlof).
Voor een voltijdse tewerkstelling komt 1 euro per uur overeen met 1976 euro op jaarbasis. Wanneer wordt rekening gehouden met de huidige indexcoëfficiënt en dit wordt teruggerekend naar de salarisschalen aan 100%, komt dit neer op een verhoging van de salarisschalen met 931,07 euro. Meestal gaat het om salarisschalen van niveau D en E.
De verhoging gaat in vanaf 1 januari 2025. Omdat het over een bruto loonsverhoging gaat, moeten niet alleen de lonen, maar ook de toelagen en vergoedingen die zijn gebaseerd op het loon, opnieuw berekend worden. Denk bijvoorbeeld aan het dubbel vakantiegeld, en de haard- en standplaatstoelage.
Is er een compensatie voorzien voor de lokale besturen?
De lokale besturen ontvangen een compensatie van één euro per bij de klant gepresteerd uur, voor prestaties geleverd met een dienstencheque aangekocht vanaf 1 januari 2025. De besturen moeten wel zelf instaan voor de kosten van de loonsverhoging voor de uren die niet worden afgedekt door de verhoogde klantenbijdrage.
Wat betekent dit praktisch?
Lokale besturen die personeelsleden in dienst hebben aan wie een loonsverhoging moet worden uitbetaald, moeten de aangepaste salarisschalen vastleggen in de rechtspositieregeling. Dit geldt ook voor lokale besturen met eigen salarisschalen (IFIC of niet). Een wijziging die enkel betrekking heeft op de aanpassing van de salarisschalen moet lokaal niet opnieuw onderhandeld worden met de vakorganisaties. De aangepaste salarisschalen moeten zo snel mogelijk en uiterlijk eind september geïmplementeerd zijn.
Daarna kunnen de betrokken lonen worden toegepast en de nodige herberekeningen worden gedaan.
Tot slot zal ook de DmfA-aangifte van het eerste en het tweede kwartaal 2025 aangepast moeten worden.