Enkele nieuwigheden rond stages beheerd door de VDAB

Leerjobs bestaan sinds 1 januari 2024. Een leerjob is een specifieke vorm van werkplekleren die is bedoeld voor niet-werkende jongeren zonder beroepskwalificatie.

Leerjobbers krijgen, retroactief vanaf 1 januari 2024, recht op een verplaatsingsvergoeding van de VDAB voor hun verplaatsingen naar de lesplaats en de leerwerkplek, op voorwaarde dat de leerwerkplek deze verplaatsingen niet moet vergoeden.

Leerjobbers kunnen van de VDAB ook een vergoeding krijgen voor hun kosten van kinderopvang als ze aan de voorwaarden voldoen en geen verplaatsvergoeding krijgen van de VDAB.

Verder voegt het besluit leerjobs vanaf 1 juli 2024 toe aan de lijst van stagetypes waarvan ondernemingen die hun verplichtingen niet nakomen, gedurende drie jaar kunnen worden uitgesloten door de VDAB.

De term “kleine statuten" verwijst naar (bezoldigde of onbezoldigde) stages waarbij personen werk verrichten in het kader van een opleiding voor betaald werk. De stage moet deel uitmaken van een praktijkopleiding op de werkplek, buiten de onderwijsinstelling of opleidingsinstantie (eventueel in combinatie met theoretische lessen). Het gaat om opleidingen die worden georganiseerd binnen een wettelijk kader (met een leerwerkcontract).

Sinds 1 januari 2020 moeten stagiairs in kleine statuten worden gedekt door een arbeidsongevallenverzekering. De partij die door de reglementering beschouwd wordt als “werkgever” is ook verplicht om de stagiair aan te geven bij de RSZ door middel van Dimona vóór het begin van de stage. Naargelang het stagetype rusten die verplichtingen op:

• ofwel de onderneming bij wie de stage wordt uitgevoerd;
• ofwel de autoriteit die de stage organiseert (onderwijsinstelling of opleidingsinstantie).

Het besluit verduidelijkt dat stagiairs in kleine statuten enkel door de VDAB worden verzekerd voor ongevallen tijdens de uitvoering van de opleiding en stage, als de VDAB als “werkgever” is aangeduid. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een werkervaringsstage (WES).

De andere kleine statuten worden niet door de VDAB verzekerd tegen arbeidsongevallen. Voor deze stagiairs moet een arbeidsongevallenverzekering worden afgesloten door, naargelang het stagetype, ofwel de onderneming bij wie de stage wordt uitgevoerd, ofwel de onderwijsinstelling of opleidingsinstantie.

Ondernemingen die stagiairs willen onthalen, moeten dus op voorhand nakijken of navragen op wie de verzekerings- en aangifteplicht rust voor het concrete stagetype. Zo kan alles vóór de aanvang van de stage in orde worden gemaakt.

Stages die deel uitmaken van een cursus die leidt tot een diploma, getuigschrift of bewijs van beroepsbekwaamheid, kunnen niet worden gevolgd via een beroepsinlevingsstage (BIS). Dat is een bestaande regel.

In lijn met die bestaande regel voegt het besluit vanaf 1 juli 2024 een nieuwe uitsluiting toe aan het toepassingsgebied van de BIS. Er kan ook geen BIS worden ingezet voor opleidingsactiviteiten met het oog op het behalen van functie-specifieke attesteringen die het stagebedrijf vereist om de functie in kwestie te mogen uitoefenen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de attestering voor het plaatsen van digitale meters of het werken aan telecominstallaties. Het behalen van zo’n attestering is meestal maar mogelijk na het volgen van een opleiding (intern of extern) en het afleggen van een examen.

Deze nieuwe uitsluitingsgrond belet niet dat een stagiair de competenties die hij tijdens de BIS verworven heeft, laat valideren naast (en tijdens) de BIS. Het behalen van het functie-specifieke attest mag enkel geen deel uitmaken van het stageplan van de BIS.

_Bron:

_{Besluit van 7 juni 2024 van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023 tot regeling van de leerjobs, BS 19 juli 2024}