Verrekening van vakantie-attesten verandert vanaf 1 januari 2024
Een bediende die van werkgever verandert, krijgt 10 % van zijn enkel vakantiegeld wanneer hij vakantie neemt en het attest wordt definitief verrekend op het einde van het jaar.
Waarover gaat dit?
Een bediende die van werkgever verandert, die mag de vakantie die hij heeft opgebouwd bij de werkgever waar hij weggaat, meenemen naar zijn nieuwe werkgever. De werkgever bij wie hij weggaat, betaalt die dagen uit. Dat bedrag is het enkel vakantiegeld bij uit dienst.
Diezelfde werkgever geeft hem vakantie-attesten mee. Die attesten bewijzen dat hij nog recht heeft op vakantie en hoe veel vakantie dat is.
De vorige werkgever betaalt ook een dubbel vakantiegeld uit, maar dat laten wij hier buiten beschouwing. Aan de verrekening van het dubbel vakantiegeld wijzigt de nieuwe reglementering niets.
Tot 31 december 2023 moet de nieuwe werkgever het normale loon uitbetalen als de bediende vakantie neemt maar hij zal het vakantiegeld dat de vorige werkgever heeft uitbetaald, in mindering brengen van dat loon. Dit gebeurt doorgaans in één keer. Deze werkwijze heeft als gevolg dat vakantiegeld wordt afgetrokken van loon. Dat is niet in overeenstemming met de Loonbeschermingswet.
Vanaf 1 januari 2024 zal dit veranderen.
Dat de vorige werkgever het vakantiegeld moet uitbetalen voor de vakantiedagen die de bediende bij hem heeft opgebouwd en dat dit vermeld wordt op een attest, verandert niet. Verder zal de bediende vanaf 1 januari 2024 nog steeds moeten aantonen met de afgifte van zijn vakantie-attest dat hij recht heeft op jaarlijkse vakantie en hoeveel dagen of uren dat precies zijn.
Zodra de bediende vakantie neemt, krijgt hij voor de dagen dat hij vakantie neemt, 10 % van zijn dagloon. Het loon voor de gewerkte dagen wordt uitbetaald als vanouds.
Pas in december wordt het enkel vakantiegeld dat de vorige werkgever heeft uitbetaald, volledig verrekend. Voor elke dag dat de bediende vakantie nam, heeft hij 90 % van zijn loon niet gekregen. Al die bedragen worden opgeteld en vergeleken met het vakantiegeld bij uit dienst dat de vorige werkgever heeft betaald.
Heeft de vorige werkgever meer betaald, dan wordt het saldo ingehouden van het loon van december. Opgelet: maximaal mag er maar 20 % van het loon ingehouden worden. Bedraagt dit saldo meer dan 20 %, dan moet er een bijkomende inhouding gebeuren in de maand nadien. De bedienden kan instemmen met het verrekenen van het volledige saldo.
Is het bedrag dat de vorige werkgever heeft uitbetaald lager dan het totaal van alle ingehouden bedragen van 90 %, dan wordt het saldo aan de werknemer uitbetaald.
Bron:
Koninklijk Besluit van 28 september 2023 tot wijziging van de artikelen 46, 48 en 49 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, BS 18 oktober 2023
De nieuwe berekening leren?
In het webinar 'Vakantiejaar vlot afsluiten: zonder zorgen naar 2025' zetten we deze verrekeningsregels nog eens in detail op een rij. Je leert er ook de nieuwe wetgeving rond overdracht van vakantie in geval van overmacht.