Vervoersmanager met een lastgevingsovereenkomst
Wanneer een onderneming wegvervoer wil organiseren voor derden, moet zij beschikken over de nodige vakbekwaamheid. Als de onderneming niet zelf in het bezit is van een getuigschrift van vakbekwaamheid, kan zij een vervoersmanager aanwijzen door middel van een lastgevingsovereenkomst.
Hoe moeten we nu het statuut van zulke externe vervoersmanager beoordelen? Voor alle duidelijkheid, we spreken hier dus niet over de interne vervoersmanagers waar het dan gaat om werknemers die in dienst zijn van de onderneming.
Wat doet een vervoermanager?
De taken die de vervoersmanager moet verrichten zijn het beheer van het voertuigenonderhoud, de controle van de vervoerscontracten, documenten, basisboekhouding, toewijzing van de ladingen of diensten aan de bestuurders en voertuigen en de controle van de veiligheidsprocedures.
De persoon die zijn of haar getuigschrift van vakbekwaamheid voor een onderneming aanwendt, moet de vervoerwerkzaamheden werkelijk en permanent leiden. Daarom zal hij of zij deze werkzaamheden slechts in een beperkt aantal ondernemingen kunnen uitvoeren. De vervoersmanager-lasthebber mag de vervoerwerkzaamheden leiden van maximum 4 ondernemingen die samen niet meer dan 50 motorvoertuigen hebben, met inbegrip van de ondernemingen waarmee de vervoersmanager een reële band (vb. zaakvoerder, werknemer, …) heeft.
Wat is het statuut van de vervoermanager?
Dergelijke vervoersmanagers beschouwen we in principe verzekeringsplichtig als zelfstandige. Er bestaan echter enkele scenario's waaruit kan besloten worden dat de vervoersmanager met een lastgevingsovereenkomst niet als verzekeringsplichtige beschouwd moet worden:
- Wanneer uit verklaringen blijkt dat de betrokken persoon de lastgevingsovereenkomst niet opneemt en de taken dus ook niet uitvoert dan kan er verzaakt worden aan de verzekeringsplicht. Dit moet wel blijken uit zo objectief mogelijke elementen. Hierbij komt het er wel op neer dat de aanstelling als vervoersmanager niet conform is en in strijd met de wetgeving op het wegvervoer voor derden. Maar voor het sociaal statuut wil dit zeggen dat het sociologisch criterium niet vervuld is en er geen verzekeringsplicht is.
- Als echtgenotes vermelden dat ze enkel op papier vervoersmanager zijn voor hun echtgeno(o)t(e) (die zaakvoerder is), maar geen inkomsten ontvangen en eveneens beweren de taken niet uit te voeren dient dit ook aangetoond te worden met objectieve elementen. Als deze voldoende aanwezig zijn, voldoet zij niet aan het sociologisch criterium en is er ook geen verzekeringsplicht als zelfstandige.
- Zo toch zou blijken dat betrokkene een interne vervoersmanager is die voor het bedrijf werkt via een arbeidsovereenkomst, dan wordt hij/zij niet beschouwd als een vervoersmanager met een lastgevingsovereenkomst. Dit moet wel aangetoond kunnen worden met objectieve stukken.
In alle andere scenario’s moeten deze personen normaal aansluiten als zelfstandige voor de activiteit als vervoersmanager met een lastgevingsovereenkomst. Het RSVZ, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen, geeft wel aan dat zij, uit billijkheid, gepensioneerde personen of personen met een loontrekkend statuut (dat minstens gelijkwaardig is aan het sociaal statuut als zelfstandigen) niet zullen laten aansluiten als zelfstandige.
Uiteraard moeten de inkomsten die de zelfstandig vervoersmanager voor zijn activiteiten ontvangt, aangegeven worden bij de FOD Financiën.