Op de federale ministerraad van 1 september werd een voorstel van de minister van ambtenarenzaken, Petra De Sutter, goedgekeurd. De minister wil met dit voorstel de vrijwillige vierdagenweek en een wisselend weekregime ook van toepassing maken op ambtenaren.
Beide maatregelen zijn nochtans niet nieuw. Het zijn dan ook de twee meest bekende vernieuwingen, samen met het recht op deconnectie, uit de arbeidsdeal van 2022.
Ter herinnering. Met de arbeidsdeal wil de regering meer mensen aan het werk krijgen. Voor werknemers bevat de arbeidsdeal daarom een aantal maatregelen om werk en privéleven beter op elkaar te laten aansluiten.
Reeds sinds de publicatie van de arbeidsdeal kunnen werknemers de vraag stellen om voltijds te werken op 4 dagen. Bovendien kunnen werknemers extra flexibiliteit vragen door hun voltijdse prestaties in een wisselend regime te spreiden over 2 weken of 4 weken tijdens de maanden juli, augustus en september. Voor alle details verwijzen we naar ons nieuwsbericht van 10 november 2022.
Deze flexibele stelsels werden ingeschreven in de arbeidswet van 16 maart 1971. Dit is de basiswetgeving voor alles wat betreft arbeids – en rusttijden van werknemers. De arbeidswet is echter enkel van toepassing op private ondernemingen en hun werknemers.
Statutaire en contractuele ambtenaren zijn met andere woorden uitgesloten behalve indien zij in dienst zijn van de publiekrechtelijke organisaties die omwille van hun activiteit dicht aanleunen bij de private sector. Organisaties uit de openbare sector die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verstrekken maar ook publiekrechtelijke organisaties met een industriële of commerciële activiteit, moeten net zoals de private ondernemingen de arbeidswet toepassen. Dit zijn onder meer de openbare ziekenhuizen, sommige intercommunale verenigingen,…
Contractuele of statutaire ambtenaren in dergelijke organisaties, kunnen al sinds 20 november 2022 een vierdagenweek of een wisselend weekregime aanvragen.
Een uitzondering op deze uitzondering zijn de organisaties waar de wekelijkse arbeidsduur hoger is dan 38 uur en waar men de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd bereikt met adv-dagen. Zij kunnen de vierdagenweek enkel invoeren door middel van een ondernemings-cao. Openbare werkgevers vallen namelijk niet onder de cao-wetgeving en kunnen dergelijke ondernemings-cao nooit afsluiten. Al bestaan er ook hier weer uitzonderingen waarop we hier niet verder ingaan.
Kortom, voor een deel van de ambtenaren is er geen nood aan een eigen regeling.
Echter voor het overgrote deel van statutairen én contractuele ambtenaren in dienst van een federaal, regionaal of lokaal bestuur zijn de twee besproken voordelen uit de arbeidsdeal momenteel niet bruikbaar.
Voor deze ambtenaren wordt de arbeidstijd geregeld in de arbeidstijdwet van 14 december 2000 waar momenteel geen gelijkaardig uitdrukkelijk recht of zelfs geen gunst is voorzien om voltijds te werken op vier dagen of te werken met een cyclus van wisselende roosters.
Het voorstel van minister De Sutter zal voor deze groep van ambtenaren wel interessant zijn om werk en privéleven beter op elkaar af te stemmen.
Het is weliswaar nog afwachten op de definitieve teksten van het voorstel om te weten wat de opties zullen zijn en of het een recht dan wel een gunst betreft. Uit het nieuwsbericht van de FOD BOSA blijkt dat er geen wijziging komt aan deze arbeidstijdswet. De flexibele stelsels worden toegevoegd aan het verlofbesluit van 19/11/1998 van de federale ambtenaren. Opmerkelijk, omdat het hier strikt genomen geen verlofrechten betreft maar louter een andere organisatie van de voltijdse arbeidsregelingen. Rechtsreeks gevolg is dan ook dat de wijzigingen beperkt blijven tot de federale ambtenaren die onder het verlofbesluit vallen. Regionale en lokale besturen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië zullen er dan ook geen gebruik van kunnen maken.
Is er voor deze groep van ambtenaren dan geen enkele mogelijkheid om gebruik te maken van meer flexibele uurrooster zoals de federale collega’s of zoals werknemers in de private sector?
Toch wel. De hoger genoemde arbeidstijdwet bevat nu reeds alle elementen om voor statutaire en contractuele ambtenaren heel flexibel om te gaan met uurregelingen. De arbeidstijdwet laat toe dat openbare besturen uurrooster opstellen binnen de grenzen van 11uur per dag, 50 uur per week en met een gemiddelde van 38 op een periode van 4 weken. Een weekrooster van 4 maal 9,5 uren was en is binnen het huidig wettelijk kader geen enkel probleem. Ook op federaal niveau was een flexibele invulling van voltijdse uurrooster theoretisch al lang mogelijk.
Wij volgen de evolutie uiteraard verder voor u op.
Vragen over flexibele uurroosters en arbeidstijd?
Heb je specifieke vragen over de organisatie van de arbeidstijd in jouw bestuur? Neem een abonnement juridisch advies van Acerta Consult en je persoonlijke gespecialiseerde jurist staat klaar om al je vragen te beantwoorden.
Juridisch advies