Ga naar de inhoud
Terug naar overzicht

Nieuwe ontwerpwet van de Arizona-regering: belangrijke arbeidsmaatregelen op komst

De Arizona-regering heeft een ontwerpwet ingediend bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers met een reeks bepalingen die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor zowel werknemers als werkgevers, in de publieke én private sector. In deze blog geven we een overzicht van de belangrijkste voorgestelde maatregelen. Let op: het gaat nog om ontwerpwetgeving, wat betekent dat wijzigingen nog mogelijk zijn en er nog geen definitieve beslissingen zijn genomen.

Wijzigingen inkomstenbelastingen

Dit wetsontwerp bevat een aantal fiscale maatregelen. Deze maatregelen waren oorspronkelijk opgenomen in het onderdeel “Financiën” van (het ontwerp van) de Programmawet, maar zijn na opmerkingen van de Raad van State verwijderd uit dat document.

Voor de inhoudelijke bespreking verwijzen we dus graag naar ons eerder artikel over de bespreking van de Programmawet

Twee van deze maatregelen zijn inhoudelijk gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke tekst:

  • De PC privé-regeling stopt op 1 oktober 2025 in plaats van 1 juli 2025. Het wetsontwerp regelt alleen de fiscale kant – de aanpassing bij de RSZ verloopt via een Koninklijk Besluit, maar het uitstel geldt waarschijnlijk ook daar.
  • De verlengde uitdoofregeling van de fiscale voordelen voor hybride (bedrijfs)wagens zal enkel gelden in de personenbelasting (en dus niet in de vennootschapsbelasting).

Tewerkstelling van minderjarige studenten uitgebreid

Vandaag kan je als werkgever enkel een student aanwerven die:

  • minstens 16 jaar oud is; 
  • of minstens 15 jaar oud is en niet meer is onderworpen aan de voltijdse leerplicht. 

Het wetsontwerp stelt voor om de minimumleeftijd voor het tewerkstellen van studenten te verlagen naar 15 jaar, ongeacht of zij nog voltijds leerplichtig zijn.  

Let op: deze studenten mogen alleen ‘lichte arbeid’ verrichten. Wat daaronder valt, wordt nog bepaald in een koninklijk besluit. De maatregel is dus voorlopig nog niet van kracht.

Meer informatie? Lees dit artikel

Startbaanverplichting

Het wetsontwerp schrapt de startbaanverplichting vanaf 1 januari 2026. Openbare werkgevers blijven wel verplicht jongeren eerst aan te stellen in projecten met maatschappelijke meerwaarde.

De startbaanverplichting betekent dat werkgevers met een minimumaantal werknemers verplicht zijn om een vastgesteld percentage jongeren aan te nemen en in dienst te houden. 

De regering wil deze verplichting afschaffen, omdat het vooral administratieve lasten oplevert voor werkgevers en door de vele vrijstellingen zijn doel niet bereikt.  

Solidariteitsbijdrage primaire arbeidsongeschiktheid 

Het wetsontwerp introduceert een nieuwe solidariteitsbijdrage (ter vervanging van de huidige responsabiliseringsbijdrage)) die werkgevers verschuldigd zijn wanneer bepaalde werknemers meer dan 30 kalenderdagen arbeidsongeschikt zijn.

Meer informatie over de solidariteitsbijdrage lees je hier

Afschaffing van de huidige pensioenbonus in de pensioenregelingen voor werknemers en ambtenaren 

De pensioenbonus, opnieuw ingevoerd in 2023, wordt weer afgeschaft. Werknemers die na 1 juli 2024 langer werken dan hun vroegste pensioenleeftijd, kunnen nog maximaal drie jaar een bonus opbouwen en kiezen voor eenmalige of maandelijkse uitbetaling.

De regering stopt per 1 januari 2026 met de pensioenbonus; opbouw kan nog tot eind 2025. Er komt een nieuw bonus-malussysteem, waarvan de details later worden vastgesteld.  

De mogelijkheid om de bonus uit te laten betalen als maandelijkse rente komt te vervallen, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2025. Deze terugwerkende kracht heeft geen gevolgen voor personen die recht hebben op de pensioenbonus, omdat tot 2025 nog niemand de optie heeft gehad om de pensioenbonus als maandelijkse rente te ontvangen.

Responsabiliseringsfacturen van de lokale besturen

Dit hoofdstuk van het wetsontwerp heeft tot doel het mechanisme van financiële responsabilisering van de lokale besturen die zijn aangesloten bij het Gesolidariseerd Pensioenfonds aan te passen en te verlichten, terwijl de duurzame financiering ervan wordt gewaarborgd.

Werkgevers met een maatschappelijke zetel in een gemeente met meer dan 100.000 inwoners (op 1 januari van het voorgaande jaar) kunnen genieten van een verlichting van hun responsabiliseringsfactuur in het kader van de betaling van de responsabiliseringsbijdrage aan het Gesolidariseerd Pensioenfonds.

Het totale bedrag van de verlichting zal worden vastgesteld door de Koning en evenredig worden verdeeld op basis van het bedrag van de verschuldigde responsabiliseringsbijdrage, zonder rekening te houden met bestaande verminderingen of verhogingen.

Het wetsontwerp bepaalt bovendien dat de verlichting in geen geval groter mag zijn dan het bedrag van de verschuldigde solidariteitsbijdrage (een negatief saldo is dus uitgesloten).

Om de verlichting van de responsabiliseringsfacturen te waarborgen, voorziet het wetsontwerp daarnaast in:

  • een verlenging van de financieringsperiode van het Gesolidariseerd Pensioenfonds via een federale dotatie tot in 2028;
  • de invoering van een nieuwe specifieke dotatie ten belope van het bedrag van de verlichting van de responsabiliseringsfacturen.
  • Deze nieuwe maatregelen zouden in werking treden op 1 januari 2026.

Wyninckxbijdrage voor de aanvullende pensioenen

De Wyninckxbijdrage, die werkgevers betalen op zeer hoge aanvullende pensioenen, wordt verhoogd van 3% naar 12,5% vanaf 1 januari 2026. 

Deze federale maatregel maakt de geplande pensioenverhoging om de bijdrage tegen 2028 te verdubbelen tot 6% ongedaan.   

Blijf op de hoogte van de sociale wetgeving

De sociale wetgeving verandert razendsnel. Als werkgever heb jij er alle belang bij zo goed mogelijk op de hoogte te blijven van de vernieuwende regelgeving. Zo kun je je ook tijdig voorbereiden.

Artikel geschreven door

Ellen Lammens

Juridisch adviseur bij Acerta

Deel dit blog artikel

Gerelateerde artikels