Akkoord loonstijging dienstenchequesector vanaf 1 maart 2025
Na lang en intensief onderhandelen hebben de sociale partners binnen de dienstenchequesector (PC 322.01) uiteindelijk toch een akkoord bereikt over de loonstijging voor de werknemers in de sector vanaf 1 maart 2025.
Het betreft een protocolakkoord dat voorlopig enkel geldt voor Vlaanderen en Wallonië. De sociale partners moeten die loonwijzigingen nog in een cao formaliseren.
Historiek
In Vlaanderen is sinds 1 januari van dit jaar de prijs van dienstencheques gestegen met 1 euro voor klanten. Voor Wallonië werd die stijging in 2024 al doorgevoerd. De regeringen hadden steeds voor ogen dat die extra opbrengsten integraal ten goede kwamen aan de werknemers binnen de sector, maar de onderhandelingen tussen de sociale partners over een loonstijging bleken toch complex te zijn in de praktijk. In de tussentijd bleef het extra budget, vrijgemaakt door de prijsstijging van dienstencheques in Vlaanderen, op een geblokkeerde rekening staan, in afwachting van een akkoord.
Nieuw protocolakkoord
Begin juli 2025 zijn de sociale partners er uiteindelijk toch in geslaagd om een akkoord te bekomen voor de loonstijging van huishoudhulpen, met ingang van 1 maart 2025. Daar is echter een belangrijke kanttekening bij: de loonstijging is definitief, maar nog niet juridisch bindend. De sociale partners moeten nog een cao ondertekenen die de wijzigingen formaliseert. Dat is voorzien midden september van dit jaar.
Wat staat er in het protocolakkoord?
Het protocolakkoord voorziet de volgende elementen:
Een stijging van 0,77 euro bruto per uur vanaf 1 maart 2025
Vanaf 1 maart 2025 hebben de huishoudhulpen binnen PC 322.01 recht op een loonstijging van 0,77 euro bruto per uur. Voor de werkgevers zou dat neerkomen op een totale loonkost van 1,30 euro extra per uur. Concreet zijn de sociale partners overeengekomen om dat als volgt uit te voeren:
- Vanaf 1 juli 2025 moeten de baremalonen en effectieve lonen stijgen. Zoals eerder aangehaald, is er nog geen officiële cao die deze wijzigingen vastlegt.
- Voor de gepresteerde uren tijdens de voorbije maanden (1 maart tot en met 30 juni) zullen huishoudhulpen een eenmalige inhaalpremie ontvangen. Elke huishoudhulp die in dienst was op 30 juni en die minstens 1 uur gepresteerd heeft in de genoemde periode, zal hier in principe recht op hebben.
Deze inhaalpremie moet in principe in september 2025 betaald worden aan de werknemers.
Overige elementen in het protocolakkoord
Bijkomend zullen de huishoudhulpen die tijdskrediet of thematisch verlof opnemen ook een extra aanmoedigingspremie kunnen aanvragen bij het sociaal fonds.
Verder zullen de sociale partners de starterssubsidies, die geblokkeerd waren sinds 2023, vrijgeven tot en met eind 2025.
Ten slotte zal het Vlaams opleidingsfonds hervormd worden en zullen er studies uitgevoerd worden over onder andere vorming en welzijn binnen de sector.
Voor welke huishoudhulpen geldt dit akkoord?
Het protocolakkoord is voorlopig enkel geldig voor huishoudhulpen tewerkgesteld in Vlaanderen en Wallonië.
Bij gebrek aan een Brusselse regering en dus bij gebrek aan financiering is de loonstijging voor de huishoudhulpen in Brussel voorlopig uitgesteld.
We houden je verder op de hoogte van zodra er meer informatie bekend is.