Collectief vakantie vastleggen
Vakantie nemen, of het nu gaat over het moment waarop een werknemer vakantie neemt of hoe lang een werknemer vakantie neemt, het is nooit het resultaat van een eenzijdige beslissing. Wellicht zijn er hiervoor routines ingesleten in de onderneming, maar het kan nooit kwaad de basisbeginselen even te herhalen.
Cascade
De reglementering organiseert de beslissing zowel over het moment waarop de werknemer vakantie kan nemen als de verdeling ervan, als een cascade. In de eerste plaats moet dit collectief geregeld worden – en daarmee wordt vakantie ook collectief genomen. Pas als er geen collectieve regeling is, dan worden deze beslissingen genomen op basis van een individueel akkoord tussen werkgever en werknemer.
Maar eerst die collectieve afspraak: de wetgeving schrijft voor dat het eerst aan de paritaire comités is om een beslissing te nemen over de datum van de vakantie en de eventuele verdeling ervan. Werd een dergelijke beslissing genomen, dan moet de Minister van Sociale Voorzorg hierover uiterlijk op 31 december van het vakantiedienstjaar worden ingelicht. Juridisch bestaat deze regel nog maar in de praktijk zijn het zelden of nooit de paritaire comités die deze beslissing nemen. Zelfs de bouwsector doet dat niet (meer). De afspraken die deze sector maakt, hebben een groot gezag en worden goed opgevolgd, maar het gaat niet om bindende afspraken.
Heeft het paritair comité geen beslissing genomen over de collectieve vakantie, dan is het aan de onderneming om collectieve vakantie te regelen. In de eerste plaats is dat de ondernemingsraad die dat kan doen. Is er geen ondernemingsraad of heeft deze niets beslist, dan gaat de mogelijkheid om collectieve vakantie te regelen naar de syndicale delegatie. Is dat orgaan er niet, dan is het aan de werkgever en de werknemers om hierover afspraken te maken. Deze beslissing moet eenparig zijn.
Eens het duidelijk is wat de data van de jaarlijkse collectieve vakantie zijn, verplicht de wetgeving over arbeidsreglementen deze data op te nemen in het arbeidsreglement. Eens deze verplichting werd nageleefd, zijn werkgever en werknemers hierdoor gebonden. Deze aanpassing van het arbeidsreglement volgt met betrekking tot de bekendmaking de gebruikelijke regels, inclusief het overmaken van deze wijziging aan de bevoegde arbeidsinspecteur.
Worden er helemaal geen afspraken gemaakt om collectieve vakantie af te spreken, dan moet vakantie in onderling akkoord afgesproken worden tussen werkgever en werknemer.
Te weinig dagen
Het is niet uitgesloten dat een werknemer te weinig vakantiedagen heeft om collectieve vakantie te kunnen nemen. Dat is mogelijk in het geval wanneer hij in dienst komt bij een werkgever die de vakantie grotendeels collectief organiseert en de werknemer heeft bij zijn vorige werkgever te veel vakantiedagen opgenomen zodat het saldo onvoldoende is om de collectieve vakantie op te vullen. In die situatie mag de werknemer zich wenden tot de RVA. Hij zal eerst de vakantiedagen die hij nog zou hebben moeten opnemen om de collectieve vakantie af te dekken. Doet hij dat niet, dan wordt hij geacht zelf verantwoordelijk te zijn voor zijn te kort aan vakantiedagen en ontvangt hij geen werkloosheidsuitkeringen. Als er niet voldoende vakantiedagen zijn, dan kan hij voor de ontbrekende dagen werkloosheidsuitkeringen aanvragen.