Het programmadecreet van 22 december 2023 dat de doelgroepvermindering voor oudere en jongere werknemers afschaft vanaf 1 juli 2024, is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2023. Er wordt voorzien in overgangsmaatregelen.
De Vlaamse Regering heeft op de Ministerraad van 22 december 2023 beslist om de leeftijdsgrenzen van de doelgroepvermindering voor personen zonder werkervaring af te schaffen vanaf 1 juli 2024.
Update 15 april 2024
Het Besluit van de Vlaamse Regering dat de hoger vermelde leeftijdsgrenzen afschaft vanaf 1 juli 2024, is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 april 2024.
Vanaf 1 juli 2024 verdwijnen de doelgroepverminderingen voor oudere en laaggeschoolde jongere werknemers
We lieten je reeds weten in onze blog dat de Vlaamse Regering de doelgroepvermindering voor oudere werknemers wil laten uitdoven.
Uit het decreet blijkt dat ook de vermindering voor laaggeschoolde jongeren op de schop gaat. Beide verminderingen verdwijnen vanaf 1 juli 2024.
De leeftijdsvoorwaarden van de doelgroepvermindering voor personen zonder recente, duurzame werkervaring vallen eveneens weg
De nieuwe doelgroepvermindering voor personen zonder recente, duurzame werkervaring die vanaf 1 oktober 2023 in werking is getreden, zal vanaf 1 juli 2024 worden uitgebreid door het schrappen van de leeftijdsvoorwaarden (25-58 jaar). Vanaf dan kan de vermindering worden toegepast voor personen die op de laatste dag van de indiensttreding niet meer deeltijds leerplichtig zijn (dus vanaf 18 jaar) en die de wettelijke pensioenleeftijd nog niet bereikt hebben.
Worden er overgangsmaatregelen voorzien?
Oudere niet-werkend werkzoekenden
Werf je vóór 1 juli 2024 een oudere niet-werkende werkzoekende aan, dan kan je de doelgroepvermindering behouden voor de voorziene maximale duurtijd van acht kwartalen.
Oudere zittende werknemers (retentie)
Heb je een oudere werknemer in dienst die reeds 62 jaar is op 1 juli 2024, dan kan je de doelgroepvermindering ‘retentie’ verder blijven genieten tot uiterlijk 30 juni 2028. De vermindering kan niet meer toegepast worden vanaf 1 juli 2028. Concreet gaat het om de vermindering van 1500 euro per kwartaal voor werknemers die op het einde van het lopende kwartaal ten minste 62 jaar zijn.
Volgens het decreet wordt er geen overgangsmaatregel voorzien voor werknemers die ten minste 61 jaar zijn en jonger dan 62 jaar. De doelgroepvermindering van 600 euro die je als werkgever kan genieten voor deze werknemer valt dus onherroepelijk weg vanaf 1 juli 2024.
Laaggeschoolde jongere werknemers
Geniet je op 30 juni 2024 een doelgroepvermindering voor een laaggeschoolde jongere, dan kan je deze blijven genieten tot de normaal voorziene eindduur.
Pro memorie: Over welke verminderingen gaat het weer?
Oudere niet-werkend werkzoekende
Werf je een oudere werknemer aan die bij de VDAB was ingeschreven als niet-werkend werkzoekende, dan kom je mogelijks in aanmerking voor een doelgroepvermindering. Om voor de RSZ-vermindering in aanmerking te komen moet de werknemer op de laatste dag van het kwartaal minimaal de leeftijd van 58 jaar bereikt hebben. Let wel, deze vermindering geldt enkel wanneer je behoort tot de profit-sector (en bij uitbreiding PC 318 voor de gezins- en bejaardenhulp). Je valt als werkgever met andere woorden onder categorie 1 van de structurele vermindering.
Gedurende acht kwartalen zal de toepassing van de vermindering ervoor zorgen dat het saldo van de patronale basisbijdragen (max. 25%) dat overblijft na toepassing van de structurele vermindering wegvalt. De werknemer mag daarnaast in de vier kwartalen voor zijn indiensttreding niet bij jou in dienst zijn geweest als je wil genieten van een nieuwe vermindering van acht kwartalen.
Enkel werknemers die voldoen aan de voorwaarde van de ‘kwartaalloongrens’ komen in aanmerking. Het refertekwartaalloon van de werknemer moet gedurende het lopende kwartaal lager zijn dan 13.945 euro. In het vierde kwartaal van het kalenderjaar bedraagt deze grens 18.545 euro. Voor de uitzendsector geldt de verhoogde loongrens voor het eerste kwartaal van het jaar.
Zijn de acht kwartalen uitgeput, dan kan je genieten van de vermindering voor oudere zittende werknemers.
Oudere zittende werknemers (retentie)
Wanneer je oudere werknemers in dienst houdt, dan kan je ook genieten van een doelgroepvermindering. Deze vermindering is ook van toepassing wanneer je een oudere werknemer in dienst neemt die niet is ingeschreven bij de VDAB.
Ook hier moet je als werkgever vallen onder categorie 1 van de structurele vermindering. Ook de loongrenzen zoals hoger vermeld zijn van toepassing.
Recent heeft de Vlaamse overheid de leeftijdsgrenzen opgetrokken. In 2023 komt een oudere werknemer van ten minste 60 jaar in aanmerking voor een doelgroepvermindering.
Vanaf 1 januari 2024 wordt de leeftijd opgetrokken naar ten minste 61 jaar.
Dat betekent het volgende:
- Vanaf 1 januari 2024 ten minste 61 jaar en jonger dan 62 jaar op de laatste dag van het kwartaal: een vermindering van 600 euro per kwartaal voor 80% of meer van volledige voltijdse prestaties (in 2023: ten minste 60 jaar en jonger dan 62 jaar)
- Vanaf ten minste 62 jaar geldt een vermindering van 1500 euro per kwartaal voor 80% of meer van volledige voltijdse prestaties op de laatste dag van het kwartaal. Deze leeftijdsgrens wijzigt niet vanaf 1 januari 2024.
Laaggeschoolde jongeren
Laaggeschoolde jongeren zijn jongeren die op het einde van het kwartaal van indienstname jonger zijn dan 25 jaar en geen diploma of getuigschrift van het zesde leerjaar secundair onderwijs hebben. De informatie over het diploma is terug te vinden in de elektronische portfolio bij de VDAB.
Gedurende acht kwartalen zal de toepassing van de vermindering ervoor zorgen dat het saldo van de patronale basisbijdragen (max. 25%) dat overblijft na toepassing van de structurele vermindering wegvalt. De werknemer mag daarnaast in de vier kwartalen voor zijn indiensttreding niet bij jou in dienst zijn geweest als je wil genieten van een nieuwe vermindering van acht kwartalen.
Ook hier speelt een refertekwartaalloongrens. Het refertekwartaalloon moet lager zijn dan 7.500,00 euro voor de eerste vier kwartalen en lager dan 8.100,00 euro voor de volgende vier kwartalen.
Bronnen:
- Besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen (BS 18 september 2023)
- Programmadecreet bij begroting 2024 (1) van 22 december 2023, BS 29 december 2023
- Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2024 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen en het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, BS 5 april 2024