Aanpassingen flexi-jobs vanaf 1 april 2024
Sinds 1 januari 2024 zijn de regels over flexi-jobs veranderd . Eén van de veranderingen is dat in 2024 elk kwartaal, en vanaf 2025 elk jaar, flexi-jobs kunnen worden toegelaten in bijkomende sectoren of uitgesloten uit bepaalde sectoren. Op 25 april 2024 is het koninklijk besluit gepubliceerd dat ter uitvoering hiervan de toelatingen en uitsluitingen bevestigt.
Update: 01/12/2025
Dit koninklijk besluit is vervolgens nog enkele keren aangevuld.
Opgelet: Het federaal regeerakkoord 2025-2029 kondigt maatregelen aan ter uitbreiding van het toepassingsgebied van de flexi-jobs en ter bijstelling van sommige voorwaarden. Voor de concrete uitrol en inwerkingtreding van die maatregelen is het wachten op de omzetting ervan in de wetgeving. De informatie in dit bericht is gebaseerd op de geldende wetgeving, en houdt dus nog geen rekening met de aangekondigde maatregelen uit het regeerakkoord.
Flexi-jobs zijn een manier om in bepaalde sectoren flexibel extra personeel in te zetten aan gunstige voorwaarden en zo piekmomenten op te vangen.
Sinds 1 januari 2024 kunnen op vraag van de sectoren of de deelstaten:
- flexi-jobs worden toegelaten in sommige (deel)sectoren: een zogenaamde “opt-in”, en
- sommige (deel)sectoren worden uitgesloten van het systeem van de flexi-jobs: een zogenaamde “opt-out”.
Zo’n opt-in of opt-out moet worden bevestigd door een koninklijk besluit, dat in 2024 elk kwartaal kan worden aangenomen, en vanaf 2025 elk jaar.
Opt-ins vanaf 1 april 2024
Een koninklijk besluit, dat in werking is getreden op 1 april 2024, heeft enkele sectoren toegevoegd aan het toepassingsgebied van de flexi-jobs.
Het gaat om de volgende sectoren, waar de werkgevers dus sinds 1 april 2024 gebruik mogen maken van flexi-jobs als ze aan de voorwaarden voldoen:
In de Vlaamse kinderopvang:
De inrichtingen en diensten met als hoofdactiviteit kinderopvang (NACE 88.91) die gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad en door de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden erkend en/of gesubsidieerd en die:
- ofwel behoren tot de privé-sector: die werkgevers ressorteren onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331),
- ofwel behoren tot de publieke sector.
Het jaarlijks toegelaten totaal arbeidsvolume aan flexi-jobtewerkstelling wordt vanaf 1 juli 2024 wel beperkt tot maximaal 20% van het totaal arbeidsvolume gepresteerd door alle werknemers samen. Deze voorwaarde wordt bekeken per werkgever in de Vlaamse kinderopvang en moet nog verder concreet uitgewerkt worden door de Vlaamse overheid en de RSZ. Sancties van de RSZ bij het overschrijden van deze grens behoren tot de mogelijkheid (vb. een flexi-jobtewerkstelling die als een reguliere tewerkstelling wordt beschouwd, administratieve sancties…).
In het Vlaamse onderwijs:
Welk personeel precies in aanmerking komt om vanaf 1 april 2024 een flexi-job uit te oefenen in het Vlaams onderwijs kan je uitgebreid lezen in deze omzendbrief (PERS/2024/01 van 26/03 2024).
Ook binnen het vrij gesubsidieerd onderwijs geldt de mogelijkheid om flexi-jobwerknemers in te schakelen enkel voor statutaire functies (functies binnen de ambten van het onderwijzend of beleids- en ondersteunend personeel) en niet voor contractuele functies (MVD-personeel tewerkgesteld onder PC 152.01 en 225.01). Voor deze contractuele functies zijn voorlopig geen flexi-jobs mogelijk.
In de publieke Vlaamse sport- en cultuursector:
De publieke werkgevers van wie de hoofdactiviteit valt onder NACE-code 93.1 (sport) of 90 (creatieve activiteiten, kunst en amusement), als ze gevestigd zijn in het Nederlandse taalgebied of afhangen van de Vlaamse Gemeenschap op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad.
Opt-outs vanaf 1 april 2024
Datzelfde koninklijk besluit bevestigt de opt-out van dienstboden in PC 323 vanaf 1 april 2024, maar voor andere functies in deze sector blijft een flexi-job wel mogelijk. In de land- en tuinbouw kan een werkgever enkel in de sector van het inplanten en onderhouden van parken en tuinen een flexi-jobwerknemer in dienst nemen.
Latere opt-ins en opt-outs
Na 1 april 2024 is het voormelde koninklijk besluit nog enkele keren aangevuld met opt-ins en opt-outs. Hier is de actuele lijst van de sectoren waar flexi-jobs momenteel toegelaten zijn.
Meer informatie en aandachtspunten
Naast het toepassingsgebied van flexi-jobs zijn er voorwaarden en formaliteiten die in orde moeten zijn om gebruik te kunnen maken van het flexi-jobstatuut. Je leest er hier meer over. We lichten er de volgende twee aandachtspunten uit:
Loonplafond van 150% van het baremaloon
In alle sectoren geldt dat het flexiloon (inclusief aan RSZ onderworpen vergoedingen, premies en voordelen) vanaf 1 januari 2024 niet méér mag bedragen dan 150% van het minimale basisloon. Een sector-cao kan een ander maximum dan die 150% vaststellen.
Controleer dit bij elke uitbetaling aan je flexi-jobwerknemer.
Als je aan je flexi-jobwerknemer een hoger uurloon betaalt dan het sectoraal barema, verhoogt het risico dat het plafond wordt overschreden.
Als je het plafond niet naleeft, zijn de wettelijke voorwaarden voor de tewerkstelling als flexi niet vervuld. De RSZ en de fiscus beschouwen de tewerkstelling dan als een gewone tewerkstelling. In dat geval moet je de gewone sociale zekerheidsbijdragen betalen op het flexiloon verhoogd met 125% (dus aan 225%). Je bent dan ook de werknemersbijdragen en de niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing verschuldigd.
Flexi-jobben na je pensioen
De eerste twee kwartalen tijdens dewelke je een pensioen ontvangt, moeten de volgende tewerkstellingsvoorwaarden in orde zijn om te mogen flexi-jobben:
- in het derde kwartaal vóór het kwartaal van de flexi-job (T-3) voor minstens 80% tewerkgesteld zijn geweest bij één of meerdere andere werkgevers;
- geen daling van het arbeidsvolume hebben gehad van 100% in (T-4) naar 80% in (T-3), en ook niet van 100% in (T-5) naar 80% in (T-4).
Zodra je al langer dan in twee kwartalen een pensioen ontvangt en dus op het moment van de flexi-job al voor minstens het derde kwartaal op rij in het pensioenkadaster staat (dus minstens sinds T-2), moet je niet meer aan deze tewerkstellingsvoorwaarden voldoen. Je mag dan flexi-jobben als gepensioneerde, ongeacht je leeftijd, als alle andere voorwaarden vervuld zijn.
Voorbeeld:
Jan is 66 jaar en gaat met pensioen op 1 september 2025. Op 1 oktober 2025 zou hij graag als flexi-jobber aan de slag gaan. Aangezien hij op dat moment nog maar net met pensioen is, zal hij tot en met het eerste kwartaal van 2026 enkel een flexi-job kunnen uitoefenen op voorwaarde dat hij in kwartaal (T-3) minstens 80% gewerkt heeft bij (een) andere werkgever(s) en zonder dat er een daling in het arbeidsvolume is geweest.
Voor alle flexi-jobbers, (net) gepensioneerd of niet, gelden de voorwaarden die betrekking hebben op het kwartaal zelf van de uitvoering van de flexi-job (kwartaal T). Daartoe behoort ook de voorwaarde dat je in het kwartaal T niet bij je flexi-jobwerkgever als gewone werknemer in dienst mag zijn (geweest). Dit maakt dat je in het kwartaal van je pensionering sowieso niet al aan de slag kan als flexi-jobber bij je voormalige werkgever.
Bron:
- Wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, BS 26 november 2015
- Koninklijk besluit van 18 april 2024 tot uitvoering van artikel 2, §§ 1 en 2, van de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, met betrekking tot het toepassingsgebied van de flexi-jobs, BS 25 april 2024
- Administratieve instructies RSZ
Meer weten over flexi-jobs?
Het webinar Flexi-jobs: rechten en plichten geeft je in een uur tijd alle regels in verband met het tewerkstellen van flexi-jobbers: voowaarden, aantal uren, minimumloon, sociale en fiscale aspecten. Na inschrijving krijg je toegang tot de opname van het webinar, uitgebreide documentatie en de snelgids flexi-jobs.