Ga naar de inhoud
Terug naar overzicht

Eindejaarstoelages in de verschillende overheden 2025

  • 1. Eindejaarstoelage in de federale overheid

    Bij de federale overheid moeten twee groepen worden onderscheiden voor de eindejaarstoelage: 

    • het federaal administratief openbaar ambt enerzijds;
    • en alle andere federale overheidsdiensten (KB 1979) anderzijds.  

    Voor beide stelsels loopt de referteperiode van 1 januari tot en met 30 september. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald tijdens de maand november.  

    Het federaal administratief openbaar ambt (FOD) 

    De diensten die de regeling van het federaal administratief openbaar ambt volgen zijn limitatief omschreven in de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken. Het gaat bijvoorbeeld over de FOD BOSA, de RSZ, de Federale Pensioendienst, het RIZIV, etc.

    De eindejaarstoelage bestaat uit een vast gedeelte, een variabel gedeelte op basis van de jaarlijkse brutobezoldiging en een variabel gedeelte op basis van de maandelijkse brutobezoldiging.

    Vast gedeelte 

    Het vast gedeelte wordt berekend volgens de volgende formule: 

    Vast bedrag 2024 x (afgevlakte gezondheidsindex oktober 2025 : afgevlakte gezondheidsindex oktober 2024) = 918,37 x (132,85 : 130,13) = 937,56 euro.

    Voor de contractuele personeelsleden is het volledig vast gedeelte onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Voor statutaire personeelsleden bedraagt het gedeelte dat onderworpen is aan rsz-bijdragen 497,2096 euro. 

    Variabel gedeelte op basis van de jaarlijkse brutobezoldiging

    Dit variabel gedeelte wordt individueel berekend voor elk personeelslid en bedraagt 2,5 % van de geïndexeerde jaarlijkse brutobezoldiging. 

    Het gedeelte wordt als volgt berekend: 

    2,5 % x (brutojaarwedde van oktober 2025 + brutojaarbedrag van de haard- en standplaatstoelage van oktober 2025)

    Voor de contractuele personeelsleden is dit variabel gedeelte onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Voor statutaire personeelsleden is dit vrijgesteld. 

    Variabel gedeelte op basis van de maandelijkse bezoldiging 

    Dit variabel gedeelte bedraagt 7 % van het bruto maandloon voor de maand oktober 2025, met de volgende twee correcties

    • het wordt verhoogd tot 100,95 euro (gekoppeld aan de spilindex 138,01) of tot 214,2461 euro geïndexeerd, indien het resultaat van de berekening lager is dan dit bedrag;
    • het wordt beperkt tot 201,90 euro (gekoppeld aan de spilindex 138,01) of tot 428,4923 euro geïndexeerd, indien het resultaat van de berekening hoger is dan dit bedrag.

    Het variabel gedeelte op basis van de maandelijkse bezoldiging is onderworpen voor statutaire en contractuele personeelsleden.

    De andere federale overheidsdiensten (KB 23 oktober 1979) 

    Er zijn ook federale overheidsdiensten en andere besturen die een eindejaarstoelage toekennen op basis van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979. Voor hen bestaat de eindejaarstoelage uit een vast en een variabel gedeelte. 

    Vast gedeelte 

    Het vast gedeelte wordt berekend als volgt:

    Vast bedrag 2024 x (afgevlakte gezondheidsindex oktober 2025 : afgevlakte gezondheidsindex oktober 2024) = 470,2018 euro x (132,85 : 130,13) = 480,03 euro.

    Voor de contractuele personeelsleden is het volledig vast gedeelte onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Voor statutaire ambtenaren bedraagt het gedeelte dat onderworpen is aan rsz-bijdragen 39,6796 euro. 

    Variabel gedeelte 

    Het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage wordt individueel berekend voor elke medewerker en bedraagt 2,5 % van de geïndexeerde jaarlijkse brutobezoldiging, berekend op basis van het salaris van oktober 2025. 

    Het gedeelte wordt als volgt berekend: 

    2,5 % x (brutojaarwedde van oktober 2025 + brutojaarbedrag van de haard- en standplaatstoelage van oktober 2025)

    Voor de contractuele personeelsleden is het variabel gedeelte onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Voor statutaire personeelsleden is het vrijgesteld. 

  • 2. Eindejaarstoelage in de Vlaamse overheid

    De eindejaarstoelage voor het personeel van de Vlaamse overheid is gelijk aan het hieronder bepaalde percentage van het brutosalaris van de maand november:

    rang % van het brutosalaris 
    van de maand november 
    (vanaf 2023)
    voor rang A2 en hoger 
    en de salarisschalen: 
    A291, A292, A168, A169, A118, A119, A129, A128 en A148
    66,71%
    voor rang A1, B3, B2, C3 en C2 73,97%
    voor rang B1, C1, D3 en D2 80,68%
    voor rang D1 88,12%

    De referteperiode loopt van 1 januari tot en met 30 september. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald tijdens de maand december.

    Voor de contractuele personeelsleden is de volledige eindejaarstoelage onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Voor statutaire personeelsleden is de eindejaarstoelage slechts gedeeltelijk onderworpen. 

  • 3. Eindejaarstoelage in de Vlaamse lokale besturen

    De eindejaarstoelage voor de personeelsleden van de Vlaamse lokale besturen bestaat uit een vast en een variabel gedeelte.

    De referteperiode loopt van 1 januari tot en met 30 september. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald volgens de plaatselijke rechtspositieregeling.

    Vast gedeelte

    Het vast gedeelte van de eindejaarstoelage wordt elk jaar aangepast aan de evolutie van het gezondheidsindexcijfer. Het forfaitair bedrag van het vorige jaar wordt vermeerderd met een coëfficiënt die wordt vastgesteld door de afgevlakte gezondheidsindex van oktober van het uitbetalingsjaar te delen door de afgevlakte gezondheidsindex van oktober van het vorige jaar.

    Voor 2025 betekent dit:

    Vast bedrag 2024 X (afgevlakte gezondheidsindex oktober 2025 : afgevlakte gezondheidsindex oktober 2024).

    Concreet betekent dit: 470,20 X (132,85 : 130,13) = 480,03 euro.

    Dit bedrag wordt nog verhoogd met maximaal 898,74 euro door de sectorale akkoorden van de afgelopen jaren.  Het (maximaal) vast bedrag wordt op die manier: 480,03 + 898,74 = 1.378,77 euro.

    Voor de contractuele personeelsleden is het volledig vast gedeelte onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen.

    Voor de statutaire personeelsleden is de eindejaarstoelage slechts gedeeltelijk onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Het onderworpen gedeelte van het vast bedrag bedraagt 938,41 euro (of 39,67 euro wanneer de verhogingen van de eindejaarstoelage vanuit de sectorale akkoorden niet zouden worden toegepast). Het vrijgestelde gedeelte van het vast bedrag wordt dan 440,36 euro.

    Variabel gedeelte

    Het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage is gelijk aan 3,6 % van de jaarlijkse brutobezoldiging voor de maand oktober van het jaar. 

    Meer in detail wordt het gedeelte op volgende manier berekend: 
    3,6% x (brutojaarwedde van oktober 2025 + brutojaarbedrag haard- en standplaatstoelage oktober 2025).

    Voor de contractuele personeelsleden is het volledige variabel gedeelte onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen.

    Voor de statutaire personeelsleden is slechts 1,1 % van het variabel gedeelte op de wedde van oktober onderworpen aan sociale bijdragen. De 2,5 % op de wedde van oktober is in beginsel vrijgesteld.

Bronnen:

  • Koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, BS 22 november 1979;
  • Koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, BS 19 juli 2017;
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, BS 8 maart 2023;
  • Omzendbrief nr. 758 - Eindejaarstoelage 2025, BS 20 november 2025, erratum BS 24 november 2025;
  • Omzendbrief nr. 759 - Eindejaarstoelage 2025, BS 20 november 2025.

Deel dit nieuws

Gerelateerde artikels