Ga naar de inhoud
Terug naar overzicht

Inwerkingtreding centenindex schuift op

In het begrotingsakkoord van 24 november werd voorzien om voor 2026 en 2028 een gedeeltelijke beperking van de indexatie door te voeren.

Deze zogenaamde centenindex wordt ingevoerd zowel voor werknemers met een brutoloon hoger als 4000 euro bruto maar ook voor personen met een uitkering hoger dan 2000 euro bruto.

De voorziene inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2026 schuift verder op naar een nader te bepalen inwerkingstredingsdatum.  Dat besliste het kernkabinet op 23 december 2025.

Dit betekent dat de indexaties van de lonen van werknemers in januari, februari, maart alsook de uitkeringen en van de wedden van ambtenaren in maart geen aftopping zullen ondergaan.

Hoe zit dat met deze centenindex ?

Het uitgangspunt is dat iedere sector in zowel in 2026 als in 2028 moet rekening houden met een aftopping van bestaande indexmechanismen ten belope van 2 % op het hogervermelde grensbedrag van 4000 euro.

De bestaande indexmechanismes hernemen vervolgens hun gewone uitwerking in 2027 en (mogelijk) in 2029 op voorwaarde dat de hierboven vermelde aftopping van 2 % is bereikt op niveau van iedere sector.

Let wel, de berekening van de aftopping van indexatie kan maar gebeuren eens duidelijk wordt welke loonelementen men al dan niet moet meenemen voor de bepaling van het brutoloon.

Waar wel in vergadering van kernkabinet afspraken over zouden zijn gemaakt is dat voor deeltijdse werknemers er een proratering van de loongrens zou moeten worden toegepast.

De werkgever moet de hogervermelde aftopping ten belope van 2 % op grensbedrag van 4000 euro berekenen.  Daarbovenop zal de werkgever ook via een specifieke bijdrage de helft van de uitgespaarde “gewone” indexatie moeten doorstorten aan de overheid.

Inwerkingstredingsdatum

Door de beslissing van het kernkabinet schuift de inwerkingstredingsdatum op naar een nader te bepalen datum. Het blijft wachten op (ontwerp van) wetgevend initiatief om de details te kennen, zoals de bepaling van het grensbedrag van 4000 euro alsook de specifieke berekeningswijze met het oog op het doorstorten van de (helft van) de voorziene besparing op de centenindex richting de overheid.

Deel dit nieuws

Gerelateerde artikels