Minimumlonen na het vernietingsarrest van het Hof van Justitie
Op 11 november 2025 sprak het Europees Hof van Justitie zich uit over de Europese richtlijn over toereikende minimumlonen in de Europese Unie. Wat betekent de uitspraak voor de Belgische minimumlonen?
Even herhalen: wat bepaalt de richtlijn en de omzettingswet?
De Europese richtlijn voorziet in het versterken van het toereikend karakter van de minimumlonen voor werknemers en het verminderen van loonongelijkheden. België heeft de richtlijn eind 2024 grotendeels omgezet.
De omzettingswet voorziet drie grote topics. Naast nieuwe beschermingsmaatregelen voor werknemers wanneer ze een klacht indienen tegen de werkgever wegens het niet-naleven van het minimumloon, bevat de wet ook een aantal bepalingen die het voeren van collectieve loononderhandelingen bevorderen enerzijds en een informatie-element anderzijds.
Zo moet er een actieplan worden opgesteld wanneer de dekkingsgraad van collectieve onderhandelingen onder de 80% daalt. Het gaat om het aandeel werknemers waarop een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is. In ons land ligt de dekkingsgraad aanzienlijk hoger waardoor België daaraan al voldoet. Verder geldt er ook een bescherming van werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers tegen elke inmenging door elkaar, door elkaars vertegenwoordigers of leden in hun oprichting, werking en bestuur met het oog op de bevordering van de collectieve onderhandelingen.
Er moet tot slot een databank opgericht worden die de minimumlonen publiceert. Die moet toelaten dat werknemers zich altijd kunnen informeren over hun minimumloon.
Wat oordeelt het Hof van Justitie?
Het Hof moest zich uitspreken over een verzoek tot volledige nietigverklaring van de richtlijn. Die zou afbreuk doen aan de bevoegdheidsverdeling tussen de Europese Unie en de lidstaten, omdat zij een rechtstreekse inmenging inhoudt in de vaststelling van de beloning binnen de Unie en in het recht van vereniging, die volgens Europese regelgeving onder de nationale bevoegdheid vallen.
Het Hof laat de geldigheid van de richtlijn grotendeels overeind en is van oordeel dat enkel twee elementen van de richtlijn in strijd zijn met die bevoegdheidsverdeling.
Zo achten de rechters de Europese regelgever niet bevoegd voor (1) het bepalen van de criteria voor het vaststellen of aanpassen van wettelijke minimumlonen en (2) het vastleggen van het principe dat het wettelijk minimumloon mag dalen wanneer een land een automatisch indexeringsmechanisme gebruikt. Beide principes behoren tot de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten.
Wat is de impact op de Belgische minimumlonen?
Omdat het nationaal GGMMI voor de privésector via cao wordt bepaald, is de impact van het arrest op België veelal beperkt. Ook de loonpolitiek van werkgevers in de publieke sector, waar minimumlonen wel wettelijk bepaald zijn, blijft ongewijzigd bestaan.
De omzettingswet met de daarin voorziene garanties, rechten en verplichtingen blijft onverkort gelden.
Bron:
- Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie, PB 2022, L 275, blz. 33
- Wet 17 december 2024 houdende gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2022/2041 van het Europese Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie, BS 31 december 2024
- HVJ 11 november 2025, ECLI:EU:C:2025:865