Ga naar de inhoud
Terug naar overzicht

Wat betekent het zomerakkoord voor werkgevers?

Op 21 juli 2025 bereikte de federale regering een zomerakkoord. Met dat pakket aan maatregelen wordt de arbeidsmarkt verder geflexibiliseerd en gemoderniseerd, worden de pensioenen verder hervormd worden én zal het verschil tussen werken en niet werken groter worden.  

Het akkoord zal de komende maanden concreet in wetteksten omgezet worden. In deze blog geven we alvast een overzicht van de maatregelen.

Pensioenhervorming

In het regeerakkoord werd een grote pensioenvorming aangekondigd. Bepaalde onderdelen daarvan (zoals het tijdelijk niet-indexeren van de hogere pensioenen en de afschaffing van de pensioenbonus) werden al opgenomen in de Programmawet of in de wet diverse bepalingen.  

Over andere maatregelen is nu ook een akkoord bereikt. Meer daarover lees je hieronder. 

Bonus-malus systeem

Ten eerste is er een akkoord bereikt over het invoeren van een nieuw bonus-malus systeem. Dat systeem voorziet enerzijds in een vermindering van het pensioen voor wie vóór de wettelijke pensioenleeftijd de arbeidsmarkt verlaat, anderzijds een bonus voor wie langer werkt. Dit systeem start vanaf 1 januari 2026. 

Het bonus- of maluspercentage zal worden bepaald door het geboortejaar van de pensioengerechtigde. De malus zal niet gelden voor pensioengerechtigden die minstens 35 jaar halftijds (156 dagen per jaar) gewerkt hebben en een loopbaan van minstens 7.020 dagen kunnen aantonen. Periodes van ziekte en invaliditeit zullen wel gecompenseerd worden in de berekening van de malus.   

Relatie werken – pensioen 

Om de relatie tussen werken en pensioen te versterken wordt vanaf 1 januari 2026 ingegrepen op de gelijkgestelde periodes.   

Bepaalde periodes van inactiviteit zullen niet langer gelijkgesteld worden in de berekening van het pensioen. Het gaat onder meer om (langdurige) werkloosheid (met bedrijfstoeslag) en landingsbanen. Periodes van zorgverlof en ziekte en invaliditeit blijven gevrijwaard. 

Ambtenarenpensioenen

Voor ambtenarenpensioenen wordt voortaan niet enkel rekening gehouden met het loon van de laatste tien jaar (of minder) van de loopbaan. De referteperiode zal jaarlijks uitgebreid worden, tot die in 2062 gelijk loopt met de referteperiode (van 45 jaar) van werknemers. 

Verwacht wordt ook dat de perequatie van de ambtenarenpensioenen (waardoor die stijgen wanneer het salaris van de actieve ambtenaren stijgt) wordt hervormd, zoals het regeerakkoord voorziet. 

De pensioenleeftijd wordt geleidelijk verhoogd voor het rijdend personeel van NMBS en voor militairen. Op die manier zal de pensioenleeftijd voor deze groepen dezelfde worden als die van de andere werknemers en ambtenaren. Ook een aantal voordelige pensioenregimes voor ambtenaren – waardoor ze minder jaren hoefden te werken - worden afgebouwd. 

Arbeidsmarktbeleid

Verder zullen er ook hervormingen van het arbeidsmarktbeleid doorgevoerd worden.

Ontslagregels

De opzegtermijnen bij ontslag worden begrensd tot maximaal 52 weken. Momenteel nemen deze termijnen toe naarmate een werknemer langer bij dezelfde werkgever werkt, zonder een maximum. Dit kan leiden tot erg lange opzegperiodes. Met deze nieuwe regel worden de opzegtermijnen op dezelfde manier berekend, maar vanaf een bepaalde anciënniteit blijft de opzegtermijn dezelfde. Na 18 jaar bij dezelfde werkgever blijft de opzegtermijn dus altijd 52 weken (behalve bij pensionering van de werknemer).

Voor ontslag door de werknemer geldt sinds oktober 2023 al een maximum van 13 weken.

Verder zullen de opzegtermijnen gedurende de eerste 6 maanden korter worden. In die periode bedraagt de opzegtermijn één week, zowel bij ontslag door de werkgever als door de werknemer.

Sommigen zien hierin een terugkeer van de proeftijd. Er verandert echter niets voor de eerste 3 maanden van het contract, aangezien de opzegtermijn daar al één week bedraagt. Wel wordt de opzegtermijn tussen de 4e en 6e maand verkort, aangezien de huidige termijn bij ontslag door de werknemer 2 weken bedraagt en bij ontslag door de werkgever 3 weken.

Arbeidsduur

De regeling van de vrijwillige overuren wordt hervormd en structureel gemaakt. Momenteel geldt er een tijdelijke verlenging van de 220 uren tot en met 31 december 2025.  

Het contingent zal 360 uren bedragen (450 uren voor de horecasector). 240 uren zullen betaald kunnen worden zonder inhouding van sociale bijdragen of bedrijfsvoorheffing (360 uren voor de horecasector). 

Verder wordt ook het verbod op nachtarbeid opgeheven. Nachtarbeid zal in de distributiesector en e-commerce wijzigen naar arbeid tussen 00.00u en 5.00u (in plaats van 22.00u tot 6.00u). Dit zal een impact hebben op de premies die gekoppeld zijn aan nachtarbeid. De regeling zal enkel van toepassing zijn op nieuwe aanwervingen en zal niet gelden voor lopende nachtarbeid, deze werknemers mogen geen nadeel ondervinden van de nieuwe regeling.  

Voor deeltijdse werknemers verdwijnt de regel dat ze minstens 1/3 van een voltijdse werkweek moeten werken.

Andere maatregelen

De regering kondigt ook aan dat ze het advies van de sociale partners volgt over de landingsbanen (ook wel "tijdskrediet eindeloopbaan" genoemd). Concreet betekent dit dat:

  • Werknemers met een lange loopbaan vanaf 55 jaar een RVA-uitkering kunnen blijven krijgen.
  • Voor een uitkering vanaf 60 jaar een langere loopbaan nodig zal zijn. De loopbaanvoorwaarde bedraagt 31 jaar in 2026 en zal elk jaar stijgen – tot 35 jaar in 2033. Voor vrouwen zal deze loopbaanvoorwaarde omwille van sociologische redenen ook toenemen, maar wel lager blijven dan die voor mannen.

Daarnaast wil de regering de regels rond interimarbeid versoepelen. De verplichting om bij elke uitzendkracht individueel het voornemen tot een interimcontract vast te leggen bij de eerste aanwerving, wordt afgeschaft. Het aanwerven via interimcontracten wordt zo eenvoudiger gemaakt. 

Fiscale hervormingen

Tot slot wil de regering een verschil van 500 euro realiseren tussen werken en niet-werken. Het zomerakkoord voorziet daarbij in een netto verhoging van 100 euro per maand voor wie werkt, tegen 2029. Om dat te bereiken worden verschillende maatregelen voorzien: 

  • de verhoging van de belastingvrije som tot 15.300 euro in 2029, maanden, alsook een gelijk belastingvoordeel voor alle kinderen ten laste. De eerste verhoging zou gebeuren in 2026;
  • een aanpassing van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid, ten voordele van alleenstaanden. Zij zouden tot 365 euro per jaar winnen hierdoor;
  • een verhoging van de werkbonus, waardoor voor de laagste lonen het brutoloon gelijk wordt aan het nettoloon;
  • de afbouw van het huwelijksquotiënt.  

Daarnaast zijn ook volgende fiscale maatregelen voorzien: 

  • het aantal fiscaal voordelige overuren wordt permanent vastgelegd op 180 uur;  
  • de herinvoering van de regeling auteursrechten voor de IT-sector (nadat die in 2023 werd afgeschaft)
  • een vast tarief van 33% op de inkomsten van gepensioneerden die bijverdienen na pensioen, die de klassieke progressieve belastingtarieven vervangt. 

Nog meer info over het zomerakkoord?

Schrijf je in voor ons webinar op 29 juli om 12u en blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen.

Artikel geschreven door

Ellen Van Grunderbeek

Manager Kenniscentrum, Acerta Consult

Deel dit blog artikel

Gerelateerde artikels