Overzicht
164 resultaten
Als gevolg van het in oktober 2022 bereikte begrotingsakkoord werd aangekondigd dat de uitkeringen voor tijdskrediet vanaf 1 januari 2023 sterk beperkt zouden worden. Deze maatregelen zouden op 1 januari 2023 in werking treden. Het lijkt er echter op dat ze waarschijnlijk niet snel van toepassing zullen zijn.
Je medewerkers kunnen sinds 1 december vervallen maaltijdcheques, ecocheques of consumptiecheques reactiveren voor een nieuwe periode van drie maanden.
De maximaal toegelaten kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen wordt vanaf 1 maart 2022, retroactief dus, aangepast. Het nieuwe maximum wordt elk kwartaal geïndexeerd. Het bestaande maximum, dat jaarlijks op 1 juli wordt geïndexeerd, verdwijnt evenwel niet. Werkgevers die het toegelaten maximum nog niet toekennen en beslissen om hun kilometervergoeding op te trekken, genieten tijdelijk een belastingkrediet.
Vanaf 1 december 2022 stijgt de RSZ- en belastingvrije thuiswerkvergoeding naar 145,81 euro.
Om werknemers de nodige financiële ademruimte te geven om de energiecrisis door te komen, werd beslist om tijdelijk de loongrenzen te verhogen die je als werkgever moet respecteren bij het uitvoeren van loonbeslag of loonoverdracht.
De indexatiecoëfficiënt voor de berekening van de CO2-bijdrage (solidariteitsbijdrage) in 2023 kan berekend worden. Naast deze jaarlijkse indexering zal de CO2-bijdrage vanaf 1 juli 2023 opnieuw verhogen, dit in uitvoering van de wet houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit.
De werknemers die vallen onder het aanvullend paritair comité voor de bedienden hebben elk jaar recht op ecocheques. Een bediende die voltijds werkte gedurende het refertejaar, kan daardoor aanspraak maken op 250 euro aan ecocheques. Deze worden hem uitbetaald in juni.
Studentarbeid gepresteerd in de zorg en het onderwijs tijdens het 1ste en 2de kwartaal 2022 wordt niet aangerekend op het contingent van 475 uren. De inkomsten van deze prestaties zijn niet onderworpen aan bedrijfsvoorheffing en vormen geen bestaansmiddelen met het oog op de fiscale tenlasteneming van de student.
De verrekening van het vertrekvakantiegeld van een bediende gebeurde gedurende verschillende decennia in één keer: bij het begin van de tewerkstelling werd het vertrekvakantiegeld, betaald door de vorige werkgever, in één keer verrekend. FOD WASO stelde dat het door deze werkwijze mogelijk was enkel vakantiegeld af te trekken van loon. Dit is in strijd met de loonbeschermingswet, de Wet van 12 april 1965. Deze laat maar een heel beperkt aantal inhoudingen op het loon toe en enkel vakantiegeld zit daar niet bij.