Ga naar de inhoud

Pensioenen

Afschaffing van de pensioenbonus

De in 2023 opnieuw ingevoerde pensioenbonus wordt opnieuw afgeschaft. Werknemers die na 1 juli 2024 verder werken na hun vroegst mogelijke pensioenleeftijd, zouden nog tot 31 december 2025 een bonus kunnen opbouwen maximaal drie jaar lang. Vanaf 2026 zou deze regeling verdwijnen.

Het zal ook niet langer mogelijk zijn om de pensioenbonus als maandelijkse rente te laten uitbetalen. De maatregel wordt uitgewerkt in de wet diverse bepalingen. Deze moet nog officieel worden goedgekeurd en gepubliceerd. In de plaats komt een nieuw bonus-malussysteem.

Bonus-malus systeem

In het zomerakkoord van 21 juli 2025 werd de nieuwe bonus-malus verder geconcretiseerd, die zou in werking treden op 1 januari 2026.

De malus is een vermindering van het pensioenbedrag als de werknemer met vervroegd met pensioen gaat.  Het pensioen wordt verminderd per jaar dat de werknemer vroeger met pensioen gaat dan de wettelijke pensioenleeftijd (66 jaar). Het percentage waarmee het pensioen per jaar zal verminderen, zal afhangen van het geboortejaar.

Werknemers die voldoen aan twee cumulatieve voorwaarden, zullen geen malus berekend krijgen:

  • 35 loopbaanjaren met minstens 156 effectief gewerkte dagen, én
  • 7020 effectief gewerkte dagen op de volledige loopbaan.

De bonus zal opgebouwd worden wanneer de werknemer het pensioen uitstelt tot na de wettelijke pensioendatum (ten vroegste op 66 jaar) en tegelijk 35 jaar loopbaan met minstens 156 effectief gewerkte dagen bewijst en een loopbaan heeft die in totaal 7020 effectief gewerkte dagen telt.

Deze regeling moet nog officieel worden goedgekeurd en gepubliceerd.

Hervorming van het vervroegd pensioen

De toegang tot het vervroegd pensioen wordt door het zomerakkoord van 21 juli 2025 ook hervormd.

Voor werknemers die vanaf 1 januari 2027 met pensioen gaan, zullen enkel nog loopbaanjaren met 156 gewerkte of gelijkgestelde dagen meetellen voor de loopbaanvoorwaarde van het vervroegd pensioen. Momenteel gaat het nog op 104 dagen.

Vanaf 1 januari 2027 wordt ook een bijkomende mogelijkheid om met vervroegd pensioen te gaan voorzien: op 60 jaar met minstens 42 loopbaanjaren. Elke loopbaanjaar moet dan wel minstens 234 effectief gewerkte dagen tellen. Tijdelijke werkloosheid telt mee als een effectief gewerkte dag.

Leeftijd

Huidige regeling

Nieuwe regeling

60 jaar

44 jaar van min. 104 dagen

44 jaar van min. 156 dagen

OF

42 jaar van min. 234 dagen

61 jaar

43 jaar van min. 104 dagen

43 jaar van min. 156 dagen

62 jaar

43 jaar van min. 104 dagen

43 jaar van min. 156 dagen

63 jaar of ouder

42 jaar van min. 104 dagen

42 jaar van min. 156 dagen

Verhoging solidariteitsbijdrage op pensioenkapitaal

Er zal een vaste inhouding van 2% gebeuren op het aanvullend pensioenkapitaal. Deze inhouding zal van toepassing worden op uitbetalingen vanaf 1 oktober 2025.

Op het netto wettelijk en aanvullend pensioenkapitaal wordt een solidariteitsbijdrage ingehouden. Om een billijkere bijdrage van hogere pensioenkapitalen te garanderen, wordt ook het maximumtarief verhoogd:

  • Momenteel bedraagt de bijdrage maximaal 2%.
  • Voortaan stijgt dit tot 4% voor het pensioenkapitaal boven 150.000 euro.

Deze verhoging zal van toepassing worden op betalingen die plaatsvinden of ingaan vanaf 1 juli 2027. De regering heeft hiervoor een afzonderlijk amendement voorzien. Dat moet nog officieel worden goedgekeurd en gepubliceerd.

Tijdelijke niet-indexatie pensioenen

Pensioenen worden normaal geïndexeerd in de maand na overschrijding van de spilindex. De regering wil de indexering van de hoogste pensioenen tijdelijk beperken, met ingang van 1 juli 2025 tot 31 december 2029, of tot maximaal vijf spilindexoverschrijdingen.

Een grensbedrag bepaalt hoe de indexatie verloopt. Dit grensbedrag wordt telkens met 2% geïndexeerd en past zich dus aan de inflatie aan. Een (te indexeren) grensbedrag bepaalt hoe de indexatie verloopt. Het grensbedrag bedraagt nu 5.182,64 euro. Als het totale pensioen (van één of meerdere wettelijke pensioenen samen) onder het grensbedrag blijft, wordt het volledig geïndexeerd. Ligt het totale pensioen hoger, dan blijft de indexatie beperkt.

Deze maatregel treft vooral pensioenen uit statutaire of gemengde loopbanen. De maatregel is uitgewerkt in een programmawet die op 29 juli 2025 in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd.

Verhoging Wyninckxbijdrage

De Wyninckxbijdrage, een bijdrage die werkgevers betalen op zeer hoge aanvullende pensioenen, wordt aanzienlijk verhoogd.

Het doel is om bij te dragen aan een eerlijkere fiscaliteit voor hoge pensioenkapitalen. De maatregel wordt uitgewerkt in de wet diverse bepalingen (1). Deze moet nog officieel worden goedgekeurd en gepubliceerd.

Aanpassing responsabiliseringsfacturen lokale besturen

In 2024 besliste de federale regering om de dotatie aan het Gesolidariseerde Pensioenfonds (GPF) voor provinciale en lokale besturen stop te zetten vanwege oplopende tekorten.

Om verdere tekorten te vermijden, werd ook de vermindering op de responsabiliseringsbijdrage (de zogenaamde ‘bonus’) beperkt. Deze bonus mag voortaan niet groter zijn dan wat er kan worden gerecupereerd via de ‘malus’ (de bijdragen van besturen die geen recht hebben op de bonus).

Dit verandert nu:

  • De bonus wordt beperkt tot 30% van de kosten voor het aanvullend pensioen van contractuele personeelsleden (voorheen tot 50%) voor de jaren 2024-2028.
  • De regering voorziet wel een aanvullende dotatie om het tekort op de bijdrage van 2024 (te innen in 2025) op te vangen.
  • De responsabiliseringsfactuur zal enkel worden verlicht van de besturen die gesitueerd zijn in een gemeente met minstens 100.000 inwoners. Voor de vaststelling van het aantal inwoners baseert men zich op de statbel-gegevens van het vorige kalenderjaar.

Over deze maatregel zal pas in het najaar worden gestemd.